Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap 2/2006

01-02-2006 | Onderzoek

De lijkschouw bij plotselinge dood

Onderzoek onder huisartsen naar vaardigheden en meningen over hun rol bij de lijkschouw

Auteurs: UJL Reijnders, C Das, GF Giannakopoulos, KH de Bruin

Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 2/2006

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

samenvatting

Reijnders UJL, Das C, Giannakopoulos GF, De Bruin KH. Post-mortem following sudden death. Survey of general practitioners’ skills and opinions of their role in post-mortems. Huisarts Wet 2006;49(2):68-71.
Objectives A survey regarding the opinion of general practitioners (GPs) regarding their role in relation to the new Burial Act in cases of sudden death in adults and persons under age of 18. Of the 250 GPs contacted, 217 (86.8%) participated in the study.
Results Of the respondents, 41% did not feel confident in performing a post-mortem examination or felt unable to do so. As for recognition and interpretation of injuries during the post-mortem examination, 75% of the GPs did not feel sufficiently confident or equipped. Over the last five years, 81% of the GPs had not been called on to carry out a post-mortem examination on persons under the age of 18. In cases of unexpected sudden death in adults only 20% of the GPs failed to show support for the idea of a mandatory forensic post-mortem examination. More than 80% of the participants supported the idea of a forensic post-mortem examination of deceased persons under age of 18; 63% because they felt insufficiently skilled, 59% because they did not wish to make such a difficult decision, and 43% because they regarded themselves as better equipped as GPs to provide support to the relatives. Of the GPs who responded, 11% admitted to issuing a death certificate although they doubted whether the death had been natural.
In case of terminal diseases, 12% of the GPs regarded a forensic post-mortem examination as undesirable.
Conclusion Many GPs indicated that their knowledge of forensic matters such as post-mortem examination, violence and assessment of injuries is inadequate. Only with an adequate notification procedure will it be possible to obtain greater clarity regarding the exact cause of death of children and whether mistreatment has played a role.
Literatuur
go back to reference Das C. Overlijdensverklaringen en artsen: wet en praktijk [Proefschrift], Vrije Universiteit, Amsterdam, 2004. Das C. Overlijdensverklaringen en artsen: wet en praktijk [Proefschrift], Vrije Universiteit, Amsterdam, 2004.
go back to reference Das C, Van der Wal G. Onduidelijke rol van de gemeentelijk lijkschouwer en de behandelend arts bij natuurlijk en niet-natuurlijk overlijden in Nederland. Ned Tijdschr Geneeskd 2001;145:1810-4.PubMed Das C, Van der Wal G. Onduidelijke rol van de gemeentelijk lijkschouwer en de behandelend arts bij natuurlijk en niet-natuurlijk overlijden in Nederland. Ned Tijdschr Geneeskd 2001;145:1810-4.PubMed
go back to reference Vogelvang BO, Janssen L. Richtlijnen na het overlijden van minderjarigen. Deel 1: achtergrond en toepassing van de richtlijnen. Deel 2: verslag van het ontwikkelingsproces. Woerden: Adviesbureau Van Montfoort, 2000. Vogelvang BO, Janssen L. Richtlijnen na het overlijden van minderjarigen. Deel 1: achtergrond en toepassing van de richtlijnen. Deel 2: verslag van het ontwikkelingsproces. Woerden: Adviesbureau Van Montfoort, 2000.
go back to reference Kuyvenhoven MM, Hekkink CF, Voorn ThB. Overlijdensgevallen onder 0-18-jarigen door vermoede mishandeling: naar schatting 40 gevallen in 1996 gebaseerd op een enquête onder huisartsen en kinderartsen. Ned Tijdschr Geneeskd 1998;142:2515-8.PubMed Kuyvenhoven MM, Hekkink CF, Voorn ThB. Overlijdensgevallen onder 0-18-jarigen door vermoede mishandeling: naar schatting 40 gevallen in 1996 gebaseerd op een enquête onder huisartsen en kinderartsen. Ned Tijdschr Geneeskd 1998;142:2515-8.PubMed
go back to reference Remkes JW. Voortgang evaluatie van de Wet op de Lijkbezorging, in het bijzonder de ontwikkelingen omtrent de lijkschouw. Brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, november 2004. Remkes JW. Voortgang evaluatie van de Wet op de Lijkbezorging, in het bijzonder de ontwikkelingen omtrent de lijkschouw. Brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, november 2004.
go back to reference Reijnders, UJL, Van Baasbank MC, Van der Wal G. Diagnosis and interpretation of injuries: A study of Dutch general practitioners. J Clin Forensic Med 2005;12:291-5.PubMed Reijnders, UJL, Van Baasbank MC, Van der Wal G. Diagnosis and interpretation of injuries: A study of Dutch general practitioners. J Clin Forensic Med 2005;12:291-5.PubMed
go back to reference Reijnders UJL, Soethout MBM, Van der Wal G. Forensische geneeskunde in het medisch onderwijs; een eerste opzet. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2002;21:222-7.CrossRef Reijnders UJL, Soethout MBM, Van der Wal G. Forensische geneeskunde in het medisch onderwijs; een eerste opzet. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2002;21:222-7.CrossRef
Metagegevens
Titel
De lijkschouw bij plotselinge dood
Onderzoek onder huisartsen naar vaardigheden en meningen over hun rol bij de lijkschouw
Auteurs
UJL Reijnders
C Das
GF Giannakopoulos
KH de Bruin
Publicatiedatum
01-02-2006
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Huisarts en wetenschap / Uitgave 2/2006
Print ISSN: 0018-7070
Elektronisch ISSN: 1876-5912
DOI
https://doi.org/10.1007/BF03084629

Andere artikelen Uitgave 2/2006

Huisarts en wetenschap 2/2006 Naar de uitgave

Kleine kwalen

Snurken