Samenvatting
Organische afwijkingen van de spraakorganen leiden vaak tot gestoorde spraak, maar meestal zijn deze stoornissen wisselend in ernst. Infecties van het gebit bijvoorbeeld kunnen bij het spreken hinderlijk zijn. Een peritonsillair abces kan trismus veroorzaken. Deze is vaak zo hevig dat de articulatie zo kaakgeklemd is dat er geen verstaanbare spraak geproduceerd wordt. Keelpijn kan de articulatie bemoeilijken. Bovengenoemde ziektebeelden zijn in de Westerse wereld meestal van korte duur omdat er goede therapie voorhanden is. Ernstiger zijn aandoeningen die een blijvende beschadiging van de spraakorganen veroorzaken. Verlammingen van spieren in de mond–keelholte door beschadiging van zenuwen zijn hiervan een voorbeeld. Zo kan bij oorontsteking de nervus facialis aangetast worden, deze zenuw innerveert de mimische spieren in het gezicht en een deel van de spieren in de mond–keelholte.