Skip to main content
Top

2023 | Boek

Achtergronden van farmaceutische patiëntenzorg

Auteur: Jeroen Mentink

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit boek gaat in op het leveren van farmaceutische patiëntenzorg. Om deze zorg goed te kunnen leveren is het noodzakelijk meer te weten over onderwerpen die daar een belangrijke rol bij spelen: denk aan medicatieveiligheid, het goed uitvoeren van medicatiebewaking, polyfarmacie, de invloed van therapietrouw en de samenwerking tussen de verschillende zorgverleners, zoals de huisarts, de praktijkondersteuner, de thuiszorg, de specialisten in het ziekenhuis en andere apotheken. In het boek is ook aandacht voor de rol van de mantelzorger, de zorg aan de patiënt die niet meer beter wordt (palliatieve zorg) en de kwaliteit van zorg die elke apotheek moet leveren.
Achtergronden van farmaceutische patiëntenzorg is een geheel nieuw boek. Het heeft zijn eigen plek gekregen naast het standaardwerk Farmacotherapie voor apothekersassistenten. Het boek sluit door de inhoud naadloos aan op de onderdelen B1-K1 ‘Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit’, B1-K1 ‘Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt’ en B1-K4-W3 ‘Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af (samenwerking)’ uit het Kwalificatiedossier. Daarnaast is het boek bij uitstek geschikt om ingezet te worden bij het keuzedeel ‘Specifieke doelgroepen voor de apothekersassistent’.
In Nederland is het begrip ‘farmaceutische patiëntenzorg (FPZ)’ in 1993 geïntroduceerd. Bij farmaceutische patiëntenzorg vindt een intensievere begeleiding van patiënten plaats door de apotheek. Het doel is dat de patiënt zijn geneesmiddelen zo effectief, correct en veilig mogelijk gebruikt. Dit kan alleen als het apotheekteam de patiënt goed kan informeren over de geneesmiddelen, de toediening en het doel of belang van de behandeling. Farmaceutische patiëntenzorg wordt geleverd door het hele apotheekteam.
Achtergronden van farmaceutische patiëntenzorg is geschikt voor iedereen die de opleiding tot apothekersassistent volgt. Daarnaast is het als naslagwerk erg handig in de dagelijkse praktijk van de apotheek.
Jeroen Mentink is openbaar apotheker in Zierikzee. Naast zijn werkzaamheden als apotheker is hij actief in het onderwijs en heeft hij ruime ervaring met (na)scholing van apothekers, farmaceutisch consulenten en apothekersassistenten. Verder heeft hij zitting in diverse (vakinhoudelijke) commissies en is hij actief als auteur van scholingen en naslagwerken.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Farmaceutische patiëntenzorg
Samenvatting
Farmaceutische patiëntenzorg (FPZ) is cliëntgerichte zorg van de apotheker en zijn team voor optimaal geneesmiddelengebruik van de individuele patiënt. Het doel van deze zorg is het handhaven of verbeteren van de kwaliteit van leven. Patiënten kun je grofweg indelen in drie categorieën: incidentele, chronische en zorgintensieve patiënten. Iedere patiënt verdient zorg op maat. Het aantal mensen dat chronisch vijf of meer geneesmiddelen gebruikt, zal de komende jaren flinke stijgen. Hoe meer geneesmiddelen een patiënt gebruikt, hoe groter de kans dat er iets misgaat waardoor hij in het ziekenhuis belandt. Door goede FPZ helpt de apotheek niet alleen de patiënt. Ook de kans op ziekenhuisopnames daalt. Daardoor helpt FPZ voorkomen dat de zorgkosten te hoog worden. Samenwerking met andere zorgaanbieders is hierbij belangrijk.
Jeroen Mentink
2. Therapietrouw
Samenvatting
Als een patiënt therapietrouw is, houdt hij zich aan alle medicatie-instructies van arts en apotheker. Helaas zijn veel patiënten therapieontrouw. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelde in 2003 dat het bevorderen van therapietrouw een veel groter effect zou hebben op de volksgezondheid dan het alsmaar verbeteren van medische behandelingen. Als een patiënt chronisch geneesmiddelen moet gebruiken, komt hij eerst in een acceptatiefase. De patiënt moet leren accepteren dat hij een aandoening heeft waarvoor hij één of meerdere geneesmiddelen moet gebruiken. Daarna volgt de uitvoeringsfase. Sommige patiënten blijken heel goed in staat te zijn om exact volgens voorschrift te handelen. Anderen vergeten wel eens een dosering of stoppen op eigen houtje met innemen. Tot slot kan een discontinueringsfase volgen, waarin de patiënt helemaal stopt met het gebruik. De apotheek kan de therapietrouw meten en in elke fase proberen deze te bevorderen.
Jeroen Mentink
3. Multidisciplinaire samenwerking
Samenvatting
In de apotheek werk je samen met andere soorten zorgaanbieders. Omdat mensen steeds langer thuis wonen, is deze multidisciplinaire samenwerking steeds belangrijker. Huisarts, apotheek en thuiszorg werken bijvoorbeeld intensief samen om ouderen verantwoord thuis te laten wonen. In een FTO, een Farmacotherapeutisch Overleg, maken huisartsen en apothekers afspraken over allerlei onderwerpen. Soms doen ook ziekenhuisapothekers en specialisten mee met zo’n overleg. Dat noem je dan een Farmacotherapeutisch Transmuraal Overleg (FTTO). De praktijkondersteuner van de huisarts (POH) heeft een flink takenpakket. Zij kan zelfstandig een spreekuur hebben en overleggen met de apotheek. Soms heeft een regio een formularium waarin afspraken staan over welk geneesmiddel te gebruiken bij welke aandoening. Het Landelijk Schakelpunt (LSP) speelt een belangrijke rol bij uitwisseling van medicatiegegevens. Omdat men bang is dat het huidige zorgstelsel niet kan blijven voldoen aan de alsmaar groeiende zorgvraag, wordt gekeken hoe de organisatie en infrastructuur (O&I) kunnen worden verbeterd.
Jeroen Mentink
4. Palliatieve zorg
Samenvatting
Als apothekersassistent ben je soms intensief betrokken bij iemands laatste levensfase. Curatieve zorg, die gericht is op beter worden, verandert dan in palliatieve zorg: zorg die gegeven wordt wanneer genezing niet meer mogelijk is. Palliatieve zorg is erop gericht de kwaliteit van leven zo optimaal mogelijk te houden. Pijnbestrijding is hierbij vaak erg belangrijk. Je kunt hierbij onderscheid maken tussen twee soorten pijn. Nociceptieve pijn wordt veroorzaakt door een directe prikkel. Neuropathische pijn is het gevolg is van zenuwbeschadiging. De Wereldgezondheidsorganisatie heeft een pijnladder opgesteld. Afhankelijk van de pijnintensiteit kunnen hieruit pijnstillers worden gekozen. Als verzorging thuis niet meer lukt, kan de patiënt naar een hospice. Als de patiënt heel erg lijdt, wordt soms gekozen voor palliatieve sedatie of euthanasie.
Jeroen Mentink
5. Kwaliteit en kwaliteitsindicatoren
Samenvatting
Elke apotheek moet producten en diensten van goede kwaliteit leveren. Daarvoor gebruiken ze best practices (aanbevolen procedures) en kwaliteitsmanagementsystemen. Met de PDCA-cirkel (plan, do, check, act) van Deming kunnen apotheken hun werkprocessen verbeteren. Kwaliteitsmanagementsystemen gaan uit van normen. De NEN-normen, ISO-normen en HKZ-normen zijn heel belangrijk in de zorg. Voor de apotheek is de Professionele Standaard belangrijk. Deze standaard geeft richtlijnen voor de zorg van de apotheker aan de patiënt en voor de praktijkvoering. Via kwaliteitsprofielen en kwaliteitsindicatoren laten apotheken zien hoe ze op bepaalde aspecten scoren. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt toezicht op de kwaliteit van farmaceutische zorg.
Jeroen Mentink
6. Medicatieveiligheid
Samenvatting
Veiligheid rondom het gebruik van geneesmiddelen is erg belangrijk. Bij voorschrijven, bij opslag, bij transport, bij klaarmaken, bij afleveren en bij het geven van instructie: overal kan iets misgaan. Onderzoeken als het HARM-onderzoek (Hospital Admissions Related to Medication) onderstrepen dit. Om de kans op fouten zo klein mogelijk te maken, zijn in 2012 de Veilige Principes in de medicatieketen ontwikkeld voor zorgorganisaties. Iedere zorgaanbieder heeft daarin zijn eigen taken en verantwoordelijkheid. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt toezicht op de veiligheid van geneesmiddelen en het gebruik ervan op grond van diverse wetten (de Wkkgz, de wet BIG en de Geneesmiddelenwet). Apothekersassistenten vallen niet onder de wet BIG of het tuchtrecht, maar hebben wel een beroepsgeheim. De Geneesmiddelenwet deelt geneesmiddelen in vier categorieën in: AV (algemeen verkrijgbaar), UA (alleen apotheek), UAD (alleen apotheek en drogisterij) en UR (alleen recept).
Jeroen Mentink
7. Medicatiebewaking en Medisch Farmaceutische Beslisregels
Samenvatting
Elke apotheek doet aan medicatiebewaking. Relevante eigenschappen van een patiënt worden hiervoor vastgelegd in het patiëntendossier. Door farmacogenetica wordt steeds meer bekend hoe de individuele patiënt geneesmiddelen afbreekt of omzet. Dit kan gevolgen hebben voor de dosering. Bij aanschrijven van een geneesmiddel kunnen medicatiebewakingssignalen worden getoond als een middel of een dosering risicovol kan zijn voor de patiënt. Als apothekersassistent verwerk je deze signalen en grijp je soms in door een arts te bellen voor een ander middel of een andere dosering. Aan het einde van elke werkdag controleert de apotheker signalen en afhandeling. Een patiënt moet altijd kunnen beschikken over een actueel medicatieoverzicht. Uitwisseling van gegevens via het LSP is hierbij erg belangrijk. Het Kinderformularium geeft informatie over geneesmiddelengebruik bij kinderen en kinderdoseringen. De website van Bijwerkingencentrum Lareb biedt informatie over bijwerkingen. Ook kun je daar het classificatiesysteem voor geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding terugvinden.
Jeroen Mentink
8. Polyfarmacie en medicatiebeoordeling
Samenvatting
Het gebruik van vijf of meer geneesmiddelen noem je polyfarmacie. Ouderen hebben vaak meer aandoeningen waarvoor ze geneesmiddelen nodig hebben. Maar juist zij lopen hierbij een hoger risico op problemen. Bij het ouder worden verandert de farmacokinetiek (de manier waarop het lichaam met geneesmiddelen omgaat). Samen met het gebruik van andere middelen kan dit invloed hebben op de werking (de farmacodynamiek). Van sommige middelen, waaronder slaapmiddelen en bloeddrukverlagers, is bekend dat ze het valrisico bij ouderen verhogen. Om de behandeling te optimaliseren, voert de apotheker bij kwetsbare patiënten een medicatiebeoordeling uit, samen met de arts, de patiënt en/of de (thuis)zorgmedewerker. Als apothekersassistent kun je hierbij helpen. Ongewenst voorschrijfgedrag bij ouderen kan ontdekt worden met de STRIP-methode (Systematic Tool to Reduce Inappopriate Prescribing). Met STOPP- en START-criteria spoor je ongeschikte of ontbrekende middelen op.
Jeroen Mentink
Nawerk
Meer informatie
Titel
Achtergronden van farmaceutische patiëntenzorg
Auteur
Jeroen Mentink
Copyright
2023
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2719-5
Print ISBN
978-90-368-2718-8
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2719-5