Samenvatting
Het gebruik van vijf of meer geneesmiddelen noem je polyfarmacie. Ouderen hebben vaak meer aandoeningen waarvoor ze geneesmiddelen nodig hebben. Maar juist zij lopen hierbij een hoger risico op problemen. Bij het ouder worden verandert de farmacokinetiek (de manier waarop het lichaam met geneesmiddelen omgaat). Samen met het gebruik van andere middelen kan dit invloed hebben op de werking (de farmacodynamiek). Van sommige middelen, waaronder slaapmiddelen en bloeddrukverlagers, is bekend dat ze het valrisico bij ouderen verhogen. Om de behandeling te optimaliseren, voert de apotheker bij kwetsbare patiënten een medicatiebeoordeling uit, samen met de arts, de patiënt en/of de (thuis)zorgmedewerker. Als apothekersassistent kun je hierbij helpen. Ongewenst voorschrijfgedrag bij ouderen kan ontdekt worden met de STRIP-methode (Systematic Tool to Reduce Inappopriate Prescribing). Met STOPP- en START-criteria spoor je ongeschikte of ontbrekende middelen op.