Skip to main content
Top

2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk

A5 Het bloed en de bloedbereidende organen

Auteurs : K. Kok, J. Houweling, A.C.L.M. Zuiderwijk, Y.G. van Ingen, M. Karels

Gepubliceerd in: Anatomie, fysiologie en pathologie

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Het bloed heeft de volgende functies (zie paragraaf Het bloed):
  • transport (zuurstof, koolzuur, voedingsstoffen, afbraakproducten, hormonen, warmte);
  • afweer;
  • bescherming tegen groot bloedverlies.
Het bloed bestaat uit (zie paragraaf Het bloed):
  • plasma;
  • rode bloedlichaampjes;
  • witte bloedlichaampjes;
  • bloedplaatjes.
In het bloed wordt hard gestreden tegen vreemde stoffen en bacteriën. De witte bloedlichaampjes vallen rechtstreeks aan, maar gaan zelf ook verloren in de strijd. Ook worden er antistoffen gevormd. Dit laatste gebeurt op drie manieren (zie paragraaf Het bloed):
  • bij het doormaken van een ziekte;
  • door vaccinatie;
  • door passieve immunisatie.
De voornaamste reactie in de bloedstolling is de overgang van het oplosbare eiwit fibrinogeen in het onoplosbare eiwit fibrine (zie paragraaf Het bloed).
De arts Landsteiner ontdekte in 1901 dat er bij de mens vier typen bloedgroepen zijn, die gekoppeld zijn aan de rode bloedlichaampjes: A, B, AB en O. Daarnaast gebruiken we het resusbloedgroepensysteem (zie paragraaf Het bloed).
De milt fungeert als extra bloedreservoir en bevat lymfocyten. Lymfocyten houden zich bezig met de afweer. Cellen in de milt kunnen oude en verzwakte witte bloedlichaampjes opnemen en verteren (zie paragraaf De milt). Datzelfde doen ze ook met bacteriën. Ook rode bloedlichaampjes worden hier afgebroken.
De lymfeklieren fungeren als filters voor dode stoffen en levende organismen (zie paragraaf Lymfeklieren).
Metagegevens
Titel
A5 Het bloed en de bloedbereidende organen
Auteurs
K. Kok
J. Houweling
A.C.L.M. Zuiderwijk
Y.G. van Ingen
M. Karels
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1228-3_5