2016 | OriginalPaper | Hoofdstuk
A4 Het bewegingsapparaat: het skelet, de gewrichten en de spieren
Auteurs : K. Kok, J. Houweling, A.C.L.M. Zuiderwijk, Y.G. van Ingen, M. Karels
Gepubliceerd in: Anatomie, fysiologie en pathologie
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Samenvatting
-
lange beenderen/pijpbeenderen (bevatten geel beenmerg);
-
Platte beenderen (bevatten rood beenmerg; dit vormt bloedcellen);
-
Korte beenderen;
-
Onregelmatige beenderen (wervels).
-
botvlies, waarin zich de bloedvaten naar het bot bevinden en in de diepere lagen de botvormende cellen. Spieren hechten zich aan het botvlies en ook zenuwuiteinden bevinden zich in het botvlies;
-
schors (corticalis);
-
sponsachtig weefsel met het beenmerg.
-
een naad;
-
vezels;
-
kraakbeen;
-
gewrichten.
-
kogelgewrichten;
-
scharniergewrichten;
-
zadelgewrichten;
-
eigewrichten;
-
rolgewrichten.
-
helder kraakbeen;
-
vezelig kraakbeen;
-
elastisch kraakbeen.
-
de beenderen van het hoofd (schedel):
-
verdeeld in de aangezichtsschedel, het schedeldak en de schedelbasis;
-
-
de beenderen van de romp:
-
de wervelkolom, bestaande uit 32 wervels;
-
de borstkas: ware ribben, valse ribben, zwevende ribben en het borstbeen;
-
het bekken, bestaande uit twee heupbeenderen en het heiligbeen;
-
-
de ledematen:
-
arm en schouder;
-
been.
-