Abstract
Voor veel ouderen geldt dat hun leefwijze vanaf ongeveer het 75e jaar wordt gekenmerkt door achteruitgang van lichamelijke en verstandelijke functies en het ontstaan van hulpbehoeften. Dat bij deze achteruitgang van functies de mondgezondheid al vrij snel in de knel kan komen, is bij de tandheelkundige professie langzamerhand algemeen bekend. Het behoort tot de taken van de tandheelkundige professie om tot het circuit van zorgverlening aan ouderen (geriatrisch zorgcircuit) door te dringen en aandacht voor de mondgezondheid te claimen. Een belangrijk doel in deze zorgverlening aan ouderen is het streven naar een zoveel mogelijk zelfstandig bestaan. In afnemende volgorde van zelfstandigheid bestaat het geriatrische zorgcircuit uit thuiszorg, woonvoorzieningen en specialistische zorg.