2009 | OriginalPaper | Hoofdstuk
ZINTUIGEN
Auteur : Rita Kohnstamm
Gepubliceerd in: Kleine ontwikkelingspsychologie I
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Een levend wezen krijgt via
zintuigen
informatie over de omgeving waarin het zich bevindt. Op basis daarvan kan het zich aanpassen aan de omstandigheden in de omgeving. Informatie die door de zintuigen in de vorm van
prikkels
wordt opgevangen, gaat via diverse
zintuigzenuwen
naar de
hersenen
. De hersenen vormen een centrum waar alle gegevens uit de buitenwereld en uit het lichaam zelf razendsnel tegen elkaar worden afgewogen en waar dan de best passende reactie wordt bepaald. De hersenen geven, ook weer langs
zenuwbanen
, de signalen voor die reactie door aan diverse spieren. Een reactie bestaat namelijk altijd uit een
spierbeweging
, hoe klein ook, al of niet uitwendig zichtbaar. Om de signalen van de hersenen op te vangen, zijn de spieren voorzien van
spierzintuigen
. Deze registreren ook iedere beweging van de spier en seinen die terug naar de hersenen. Zo flitsen de gegevens heen en weer. Zenuwbanen spelen een centrale rol, want zij vormen het netwerk van wegen waarlangs alle informatie wordt getransporteerd.