01-06-2009 | Redactioneel
Woorden vooraf
Gepubliceerd in: Neuropraxis | Uitgave 3/2009
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Allengs wordt steeds duidelijker dat adhd behalve door psychosociale factoren ook wordt bepaald door neurobiologische factoren. Kinderen met adhd hebben zowel structurele als functionele afwijkingen in het brein, vooral in de prefrontale cortex, de basale ganglia, het striatum en het cerebellum. Deze hersengebieden zijn minder actief tijdens het uitvoeren van taken. adhd-kinderen lijken meer dan gezonde kinderen te profiteren van prikkels die worden opgeroepen door gedrag of prestaties te belonen of te bestraffen, of anders gezegd: het blijkt dat in het algemeen het effect van belonen en straffen groter is bij kinderen met adhd dan bij gezonde kinderen. De meeste neurobiologische modellen van adhd veronderstellen dat een tekort aan dopamine, dat een essentiële rol speelt bij het aanleren van nieuw gedrag, en het opnemen van nieuwe informatie in het striatum, de oorzaak vormt van adhd. Dit tekort zorgt voor een afwijkende respons op beloning en afwijkend leergedrag. De dopaminereactie op een daadwerkelijke beloning is weliswaar intact, maar zou er wel eens voor kunnen zorgen dat adhd te maken heeft met het niet kunnen anticiperen op beloningen die verder in de tijd liggen. Marjolein Numan poogt in haar bijdrage te doorgronden wat er nu omgaat in de hoofden van adhd-kinderen, teneinde zich te kunnen richten op factoren tijdens de ontwikkeling van kinderen met adhd die positief kunnen bijdragen aan een ‘normale’ motivatie.