10-05-2017
Woorden vooraf
Auteur:
Janneke Koerts
Gepubliceerd in:
Neuropraxis
|
Uitgave 3/2017
Log in om toegang te krijgen
Extract
Bij zowel kinderen als volwassenen is
attention-deficit hyperactivity disorder (ADHD) een van de meest voorkomende psychiatrische aandoeningen. Bij volwassenen wordt de aandoening gekenmerkt door inattentie en desorganisatie en daarnaast worden vaak comorbide psychiatrische stoornissen vastgesteld, zoals angst- en stemmingsstoornissen. ADHD is echter ook een aandoening waarover veel discussie bestaat. Aan de ene kant wordt ADHD gezien als een hersenziekte. Zo blijkt uit een zeer omvangrijke recent gepubliceerde studie waarin 1713 deelnemers met ADHD en 1529 controles werden geïncludeerd, dat de volumes van de nucleus accumbens, amygdala, nucleus caudatus, hippocampus en putamen kleiner waren bij de deelnemers met ADHD dan bij de controles [
1]. Aan de andere kant zijn er onderzoekers die aangeven dat het een misconceptie is om ADHD te zien als een ziekte. In plaats daarvan zien zij ADHD als een gedragsprobleem dat door gedragsdeskundigen behandeld zou moeten worden en waarbij medicijnen niet direct hoeven te worden voorgeschreven [
2]. …