Skip to main content
Top

2006 | OriginalPaper | Hoofdstuk

Welk beleid moet een huisarts volgen bij diabetespatiënten met verschillende gradaties van (micro-)albuminurie?

Auteurs : dr. A.P. van Beek, prof. dr. B.H.R. Wolffenbuttel

Gepubliceerd in: Vademecum permanente nascholing huisartsen

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Al sinds het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw onderkennen we het belang van het meten van eiwit in de urine en wel specifiek albumine. Albumine kan in kleine hoeveelheden voorkomen in de urine van gezonde personen, maar bij sommigen wordt de huidige normaalwaarde overschreden en spreken we van microalbuminurie. De klassieke theorie is dat uitscheiding van kleine hoeveelheden albumine in de urine een uiting is van vaatschade in de nier. Onderzoek heeft aangetoond dat patiënten met type-2-diabetes mellitus en microalbuminurie vooral een verhoogd risico hebben op hart- en vaatziekten. Daarnaast kan microalbuminurie uitmonden in een geleidelijke achteruitgang van de nierfunctie, totdat zelfs volledig nierfunctieverlies ontstaat, waarbij dialyse of niertransplantatie noodzakelijk kan zijn. Een goede medicamenteuze behandeling van microalbuminurie leidt tot behoud van de nierfunctie. De eerste keus is hierbij een ACE-remmer, maar om normalisatie of stabilisatie van de microalbuminurie te bereiken is het toevoegen van een lage dosering thiazidediureticum of een angiotensinereceptorblokker soms nodig. Het behandeldoel is het maximaal reduceren van de albumine-excretie in de urine, maar ook het normaliseren van de bloeddruk. Hiervoor kunnen ook andere hypertensiva worden gebruikt. Daarnaast staan goede diabetesregulatie en behandeling van risicofactoren voor hart- en vaatziekten centraal.
Literatuur
go back to reference Smulders YM, Slaats EH, Rakic M, et al. Short-term variability and sampling distribution of various parameters of urinary albumin excretion in patients with non-insulin-dependent diabetes mellitus. J Lab Clin Med. 1998; 132: 39-46. Smulders YM, Slaats EH, Rakic M, et al. Short-term variability and sampling distribution of various parameters of urinary albumin excretion in patients with non-insulin-dependent diabetes mellitus. J Lab Clin Med. 1998; 132: 39-46.
go back to reference Parving HH, Lehnert H, Brochner-Mortensen J, et al. Irbesartan in Patients with Type 2 Diabetes and Microalbuminuria Study Group. The effect of irbesartan on the development of diabetic nephropathy in patients with type 2 diabetes. N Engl J Med 2001; 345: 870-78. Parving HH, Lehnert H, Brochner-Mortensen J, et al. Irbesartan in Patients with Type 2 Diabetes and Microalbuminuria Study Group. The effect of irbesartan on the development of diabetic nephropathy in patients with type 2 diabetes. N Engl J Med 2001; 345: 870-78.
go back to reference Adler AI, Stevens RJ, Manley SE, et al. UKPDS GROUP. Development and progression of nephropathy in type 2 diabetes: the United Kingdom Prospective Diabetes Study (UKPDS 64). Kidney Int 2003; 63: 225-32. Adler AI, Stevens RJ, Manley SE, et al. UKPDS GROUP. Development and progression of nephropathy in type 2 diabetes: the United Kingdom Prospective Diabetes Study (UKPDS 64). Kidney Int 2003; 63: 225-32.
go back to reference Grauw WJC de. NTD Diabetes Tutorials deel 4. Nierfunctiebewaking bij type 2 diabetes mellitus in de eerste lijn. Ned Tijdschr Diabetologie 2006; Jrg. 3 nr. 4: 154-58. Grauw WJC de. NTD Diabetes Tutorials deel 4. Nierfunctiebewaking bij type 2 diabetes mellitus in de eerste lijn. Ned Tijdschr Diabetologie 2006; Jrg. 3 nr. 4: 154-58.
Metagegevens
Titel
Welk beleid moet een huisarts volgen bij diabetespatiënten met verschillende gradaties van (micro-)albuminurie?
Auteurs
dr. A.P. van Beek
prof. dr. B.H.R. Wolffenbuttel
Copyright
2006
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-8808-0_1311