2011 | OriginalPaper | Hoofdstuk
Voeding tijdens en na de overgang
Auteurs : Dr. T. Hoekstra, prof. dr. ir. Y.T. van der Schouw
Gepubliceerd in: Het voeding formularium
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
In de overgangsperiode is er sprake van een verlaagde en onregelmatige secretie van het hormoon oestrogeen en een stijging van follikelstimulerend hormoon en luteïniserend hormoon wat vaak gepaard gaat met vasomotore en andere klachten, onder andere als gevolg van urogenitale atrofie. Er bestaat grote variatie in ernst en hoeveelheid van de klachten. Voor vasomotore klachten (opvliegers en nachtelijk transpireren) lopen de schattingen van de prevalentie uiteen van 40-80%. Een klein deel van de vrouwen, ongeveer 10%, vraagt medisch advies om de symptomen te bestrijden. Hormoonvervangende therapie is de meest effectieve manier om vasomotore symptomen te bestrijden, maar kent ook nadelen, zoals een licht verhoogd risico op borstkanker en mogelijk op cardiovasculaire aandoeningen bij langer durend gebruik. Daarnaast bestaat er een breed scala aan alternatieve methoden zoals voedingsmiddelen en/of supplementen met hormoonachtige stoffen (bijvoorbeeld isoflavonen) en algemene leefstijladviezen. Veel vrouwen maken gebruik van deze alternatieven en vaak is de arts hiervan niet op de hoogte. De werking en effectiviteit van deze methoden zijn echter niet altijd goed aangetoond. In dit hoofdstuk zal een overzicht worden gegeven van de meest gebruikte alternatieven.