Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen 1/2024

Open Access 09-02-2024 | Wetenschappelijk artikel

Via burgers de beste manier ontdekken om eenzaamheid te bestrijden

Auteurs: Catharina M. van Leersum, Jeroen Ottink

Gepubliceerd in: TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen | Uitgave 1/2024

Samenvatting

Inleiding

Eenzaamheid is een gezondheidsprobleem dat van invloed is op het dagelijks leven van de betrokkene. Vernauwing van het sociale netwerk is een van de oorzaken van eenzaamheid, een probleem voor veel ouderen. Het is nodig om de bewustwording rond eenzaamheid te vergroten en om eenzaamheid te bestrijden. Dit onderzoek had als doel om samen met oudere inwoners en vrijwilligers uit Nijverdal, Rossum, Albergen en Glanerbrug inzicht te vergroten in methoden van burgerwetenschap om eenzame ouderen te bereiken en eenzaamheid te bestrijden.

Methode

In dit onderzoek is gebruikgemaakt van burgerwetenschap, wetenschappelijk onderzoek waarbij burgeronderzoekers en professionele onderzoekers actief samenwerken. In samenwerking met ouderen, vrijwilligers en andere partners in de vier Twentse gemeenten zijn verschillende onderzoeken opgezet en uitgevoerd, in de vorm van bijvoorbeeld interviews, groepsbijeenkomsten, photovoice-discussies en evaluatiegesprekken. Aan de hand van de resultaten hebben vrijwilligers activiteiten georganiseerd met de ouderen. Met een inductieve gegevensanalyse kwamen verschillende thema’s naar voren: eenzaamheid, het bereiken van eenzame ouderen, motivaties om aan vrijwilligerswerk te doen of deel te nemen aan burgerwetenschap, en de invloed van vrijwilligerswerk of burgerwetenschap op eenzaamheid.

Resultaten

Wanneer ouderen, vrijwilligers en onderzoekers samenwerken in de vorm van burgerwetenschap is het noodzakelijk om een vertrouwensrelatie op te bouwen en een persoonlijke aanpak te realiseren.

Conclusie

Burgerwetenschap kan als methode bijdragen aan eenzaamheidsbestrijding doordat ze het mogelijk maakt eenzame ouderen te bereiken en te betrekken.

Inleiding

Eenzaamheid is een sociaal probleem dat van invloed is op het dagelijks leven en de gezondheid van mensen [1]. Het kan leiden tot een slechte lichamelijke gezondheid, meer mentale gezondheidsproblemen en zelfs eerdere sterfte [2]. Een van de factoren die kunnen bijdragen aan het gevoel van eenzaamheid is de vernauwing van sociale netwerken, een veelvoorkomende ontwikkeling onder ouderen [3].
Een van de manieren om om te gaan met het gegeven dat het sociale netwerk steeds kleiner wordt en contacten te blijven onderhouden, is actieve betrokkenheid bij de gemeenschap, bijvoorbeeld door vrijwilligerswerk te doen [3]. Verschillende onderzoeken hebben gewezen op de gezondheidsvoordelen die samenhangen met sociale en productieve activiteiten zoals vrijwilligerswerk [4, 5]. Deze voordelen omvatten onder andere positieve emotionele uitwisselingen, verhoogde fysieke, cognitieve en sociale activiteiten, het gevoel een doel in het leven te hebben en het verminderen van het effect van stressoren.
Hoewel het gevoel van sociale verbondenheid en interactie een belangrijke rol lijken te spelen, is niet bekend welke mechanismen het gunstige effect van vrijwilligerswerk precies veroorzaken [6]. Een van de redenen om vrijwilliger te worden is omdat je dan tijd met anderen kunt doorbrengen, een nieuw netwerk kunt opbouwen en mogelijk beter met gevoelens van eenzaamheid kunt leren omgaan [7, 8].
Chacon et al. en Same et al. suggereren voor meer kwalitatief onderzoek onder vrijwilligers om na te gaan welke methoden van burgerwetenschap eenzaamheid kunnen verminderen en een bijdrage leveren aan bewustwording van eenzaamheid [9, 10]. In ons onderzoek zijn verschillende methoden van burgerwetenschap toegepast om te achterhalen op welke manier burgerwetenschap kan bijdragen aan het bereiken van personen die eenzaam zijn en het verminderen van eenzaamheid. Er zijn meerdere samenwerkingsprojecten aangegaan binnen de gemeenten Nijverdal, Rossum, Albergen en Glanerbrug in de regio Twente, met als doel om de eenzaamheidsproblematiek te identificeren.
In de regio Twente hebben verschillende gemeenten eenzaamheid en eenzaamheidsbestrijding als thema in het beleid opgenomen. De provincie heeft de opdracht gegeven om dit voor de vier genoemde gemeenten breed te verkennen, om daarna in heel Twente en Overijssel een vernieuwende aanpak als voorbeeldaanpak uit te rollen. Een eerste stap in het proces van eenzaamheidsbestrijding is dat het bewustzijn van eenzaamheid bij verschillende doelgroepen in onze samenleving toeneemt. Om deze stap te kunnen zetten moeten de verschillende doelgroepen bereikt worden waartoe eenzame ouderen behoren.
Het is een uitdaging om personen die eenzaam zijn te bereiken, maar dat is wel noodzakelijk om de eenzaamheid te kunnen bestrijden [11]. De Stichting IkKanWelzijn is opgericht om de sociale cohesie in de samenleving te bevorderen door wensen en behoeften van bewoners centraal te stellen (www.​ikwz.​nl). IkKanWelzijn heeft in dit onderzoek de samenwerking gezocht met TOPFIT Citizenlab (www.​topfitcitizenlab​.​nl), een onderzoeksprogramma dat gebruikmaakt van burgerwetenschap. Met de methoden van burgerwetenschap worden er oplossingen gezocht en worden samenwerkingsverbanden aangegaan tussen inwoners van Twente, wetenschappers, bedrijven en ontwikkelaars. Burgerwetenschap kan bijdragen aan de eenzaamheidsbestrijding doordat het het sociale netwerk van ouderen kan verbreden.

Burgerwetenschap

Burgerwetenschap heeft de afgelopen decennia een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Bij deze benadering wordt onderzoek gedaan in samenwerking met verschillende groepen burgers, om zo gebruik te kunnen maken van het perspectief van burgers en hun initiatieven [12, 13]. Ze kan een positieve invloed hebben, bijvoorbeeld door kennis over gezondheid en leefstijl te vergroten, en door te stimuleren om deze kennis toe te passen bij het bevorderen van gezondheid [14]. Er is nog weinig onderzoek uitgevoerd naar de invloed van burgerwetenschap op eenzaamheid. Alleen King et al. toonden aan dat er zes maanden na deelname aan een project een afname was in gevoelens van eenzaamheid [15]. Burgerwetenschap zou dus een meerwaarde kunnen hebben, maar op welke manier en hoe ze ingezet kan worden om eenzame personen te bereiken en eenzaamheid te bestrijden, is niet bekend.
Het doel van ons onderzoek was om inzicht te krijgen in de manier waarop de verschillende methoden van burgerwetenschap eenzame ouderen kunnen bereiken en daarmee eenzaamheid kunnen bestrijden.

Methode

Om eenzame ouderen te bereiken zijn er in de periode april 2020 tot december 2021 verschillende methoden van burgerwetenschap ingezet (tab. 1). Als onderdeel van burgerwetenschap werd bij de uitvoering van alle methoden samengewerkt tussen ouderen, coördinatoren, vrijwilligers en onderzoekers of studenten. Alle mogelijke onderzoeksmethoden zouden onderdeel kunnen zijn van vormen van burgerwetenschap. Deze methoden verschillen wat betreft de rol van de burgers, in dit onderzoek ouderen en vrijwilligers, tijdens de opzet, uitvoering en analyse van de onderzoeksmethoden. De burgers leveren niet alleen een passieve bijdrage, maar worden ook op verschillende manieren uitgenodigd om actief bij te dragen. Bijvoorbeeld door de gesprekken tijdens bijeenkomsten te leiden, vragen op te stellen voor interviews of een inloopmiddag te organiseren.
Tabel 1
Een overzicht van de verschillende methoden van burgerwetenschap die ingezet werden in het onderzoek naar eenzaamheid onder ouderen in de gemeenten Nijverdal, Rossum, Albergen en Glanerbrug. Bij al deze methoden werkten onderzoekers, ouderen, coördinatoren en vrijwilligers samen bij de uitvoering en/of organisatie
Nijverdal
Rossum
Albergen
Glanerbrug
corona huis-aan-huis en online actie
photovoice-discussies
ontmoetingsbijeenkomsten
ontmoetingsbijeenkomsten
kletslijn/bellijn
ontmoetingsbijeenkomsten
interviews met dorpsbewoners
bijeenkomst ‘droom van Glanerbrug’
ijscoweggeefdagen
organiseren van activiteiten/interventies
inloopochtenden
bewustwordingsbijeenkomst
ontmoetingsbijeenkomsten
 
photovoice-discussies
oliebollenactie
kerstkaartenactie
 
organiseren van activiteiten/interventies
winkelmaatjesactie – samen winkelen
tassenactie bij supermarkt
  
photovoice-discussies
interviews met vrijwilligers
  
theatervoorstelling gericht op eenzaamheid
organiseren van activiteiten/interventies
  
activiteitenarrangementen
Bij burgerwetenschap hebben zowel de ouderen als de onderzoekers baat bij hun deelname. In dit onderzoek vergaarden de onderzoekers kennis en deden de ouderen en vrijwilligers contacten met anderen op of droegen ze bij aan mogelijke oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Tijdens het onderzoek worden de ouderen en vrijwilligers op de hoogte gehouden van de bevindingen en de voortgang van een project, en krijgen ze de mogelijkheid om hierop te reageren of feedback te geven. Deze reacties worden vervolgens door de onderzoekers verwerkt.

Populatie

In dit onderzoek hebben wij als onderzoekers samengewerkt met ouderen, coördinatoren en vrijwilligers in de opzet, uitvoering en analyse van verschillende methoden van burgerwetenschap. In totaal hebben we 375 personen bereikt en bij het onderzoek betrokken. De werving van deelnemers vond plaats via huis-aan-huisbladen, via de website van IkKanWelZijn, op straat en via buurthuizen in de vier gemeenten.
Tijdens de corona-actie in Nijverdal (zie de paragraaf ‘Gegevensverzameling’ voor meer informatie), was de werving specifiek gericht op personen die eenzaam zijn. Hier reageerde één persoon op die aangaf eenzaam te zijn, maar meldden zich voornamelijk mensen als vrijwilliger aan. Tijdens de verdere onderzoeken is er geworven onder ouderen en vrijwilligers uit de vier gemeenten en is niet specifiek gezocht naar personen die eenzaam zijn. In de beschrijving van de deelmethoden hieronder staan per deelonderzoek de specifieke aantallen personen.

Gegevensverzameling

In samenspraak met de gemeenten, ouderen, vrijwilligers en vrijwilligerscoördinatoren werden verschillende methoden van burgerwetenschap gekozen. Deze methoden moesten inzicht opleveren in de mate waarin ze eenzame ouderen bereikten en in hoeverre ze eenzaamheid tegengingen. Bij de methoden werd gebruikgemaakt van het ophalen van wensen en behoeften. De focus van het onderzoek ligt echter niet op het in kaart brengen van de wensen en behoeften: het ophalen van wensen en behoeften was een manier om de verschillende methoden van burgerwetenschap toe te passen.
We hebben kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden gebruikt en gecombineerd. Bevindingen van eerder onderzoek gebruikten we tijdens het opzetten van volgende onderzoeken en het verzamelen van de gegevens daarvoor. Bij iedere methode luidde de centrale vraag: ‘Op welke manier draagt deze methode bij aan het bereiken van ouderen met eenzaamheid en het bestrijden van eenzaamheid?’
Bij elk deelonderzoek werden ervaringen met het samenwerken tussen onderzoekers, ouderen en vrijwilligers opgedaan en werd er samen gekeken naar manieren waarop eenzame personen bereikt konden worden en hoe eenzaamheid bestreden zou kunnen worden.
De corona-actie was een kwantitatieve methode en de kerstkaartenactie betrof een gemengde methode, waarbij eerst kwantitatieve gegevens verzameld werden en vervolgens het gesprek werd aangegaan. In de gesprekken over motivatie werd gebruikgemaakt van semigestructureerde interviews en bij de methode van de ijscoweggeefdagen werd eerst het gesprek aangegaan, waarna kwantitatieve gegevens werden verzameld. De photovoice-discussies betroffen groepsgesprekken met behulp van de photovoice-methode en bij de evaluatie werd gebruikgemaakt van semigestructureerde interviews.

Corona-actie (voorjaar 2020)

Door de eerste coronagolf in april 2020 kwamen veel ouderen in een isolement terecht. Samen met de gemeente Nijverdal en enkele ouderen zijn er flyers gemaakt om eenzame ouderen te bereiken. In het voorjaar van 2020 zijn er 2000 flyers verspreid in de gemeente (fig. 1), is voor deze corona-actie de website van IkKanWelzijn ingericht en is er een filmpje met de wethouder opgenomen en online gezet. Het doel van deze actie was om eenzame ouderen te bereiken en vrijwilligers te werven om deze eenzame ouderen te ondersteunen. Er hebben zich voornamelijk vrijwilligers (n = 28) aangemeld om ouderen te ondersteunen en er kwam slechts één reactie van een eenzame oudere.

Kerstkaartenactie (winter 2020)

In december 2020 hebben vrijwilligers en studenten in Nijverdal samengewerkt om een groot aantal kerstkaarten te maken. Het idee kwam van vrijwilligers die contact hebben met oudere inwoners in de gemeente. Zij dachten dat de ouderen het leuk zouden vinden om tijdens de donkere dagen een kaartje te ontvangen. De zelfgemaakte kaarten werden verspreid onder ouderen. Om in gesprek te komen en eenzame ouderen te bereiken werd op de kaarten gevraagd naar wensen en behoeften. Na de kerstdagen gingen de studenten langs de deuren om in gesprek te gaan met bewoners om de wensen en behoeften te inventariseren. Dit heeft geleid tot een lijst met 24 wensen en behoeften. Deze lijst is door de studenten samen met twee ouderen aan een groep vrijwilligers uit Nijverdal gepresenteerd, met als doel de vrijwilligers te activeren. De aanwezige vrijwilligers en eenzame ouderen werden aan elkaar gekoppeld om hierin verder op te trekken en samen te werken om wensen in vervulling te laten komen.

Gesprekken over motivatie van vrijwilligers (zomer 2021)

In de zomer van 2021 heeft een van de onderzoekers in samenwerking met een vrijwilligerscoördinator 25 vrijwilligers geïnterviewd. Er werd gesproken over ervaringen met vrijwilligerswerk en eenzame ouderen, de redenen waarom het vrijwilligerswerk werd gedaan en op welke manier de COVID-19-pandemie het vrijwilligerswerk en de ouderen had beïnvloed. De interviews duurden 30–45 minuten en werden telefonisch afgenomen. Er werden transcripten gemaakt van de geluidsopnamen. De vrijwilligers hebben vervolgens met de onderzoekers samengewerkt om deelonderzoeken op te zetten om eenzame personen te bereiken. De vrijwilligers namen actief deel en hielpen daarnaast met het organiseren van een of meer deelonderzoeken.

IJscoweggeefdagen (zomer 2021)

In de zomer van 2021 hebben vrijwilligers samen met onderzoekers op vier verschillende ontmoetingsplekken in Nijverdal zogenaamde ijscoweggeefdagen georganiseerd. In het centrum stonden zij samen met een ijscowagen om ijsjes uit te delen en in gesprek te gaan met ouderen. Hierbij hadden de vrijwilligers de leiding en verleenden de onderzoekers ondersteuning. Tijdens deze dagen spraken de vrijwilligers en onderzoekers met ouderen in de wijk over eenzaamheid en hun wensen en behoeften. Dit heeft 35 ingevulde formulieren opgeleverd van ouderen die wilden samenwerken met de vrijwilligers of onderzoekers en activiteiten wilden ondernemen. De vrijwilligers hebben in samenwerking met deze ouderen activiteiten georganiseerd.

Photovoice-discussies (najaar 2021)

In Rossum en Albergen werden door vrijwilligerscoördinatoren 22 ouderen geworven om met elkaar, vrijwilligers en studenten in gesprek te gaan. Voor deze gesprekken werd de photovoice-methode toegepast [16, 17]. In de uitnodigingen werden alle deelnemers gevraagd om vijf foto’s te maken of voorwerpen mee te nemen waarover ze tijdens de bijeenkomst met elkaar in gesprek zouden gaan (fig. 2). Op basis van de foto’s kwamen ze op ideeën en activiteiten die de ouderen niet meer zelf konden doen, maar graag zouden willen doen. Na afloop van de bijeenkomst namen vrijwilligers contact op met de ouderen. Uit de eerste onderzoeken was gebleken dat deze ouderen eenzaam waren en daarom werden de vrijwilligers gevraagd om met hen een moment te plannen om te gaan fietsen.

Evaluatie van de motivatie tot deelname aan de projecten/bijeenkomsten (winter 2021)

Om na te gaan in hoeverre burgerwetenschap eenzaamheid kan helpen bestrijden, werden alle verschillende deelonderzoeken geëvalueerd. Welke ouderen hebben eraan deelgenomen en wat waarom namen ze deel? Aan de hand van gesprekken met de ouderen die hebben samengewerkt met de onderzoekers en de observaties tijdens bijeenkomsten werden hun bijdrage en de rol die burgerwetenschap in hun leven speelt beoordeeld.

Gegevensanalyse

Het eerste deel van de analyse van de notities van de gesprekken, de observaties van ouderen, hun rol in en hun bijdrage aan burgerwetenschap en de interviews betrof een inductieve thematische analyse in NVivo 11. Twee onderzoekers hebben overkoepelende thema’s geïdentificeerd. De volgende thema’s kwamen naar voren: inzicht hebben in eenzaamheid, bereiken van eenzame ouderen, motivaties om vrijwilligerswerk te doen of deel te nemen aan burgerwetenschap, en de invloed van vrijwilligerswerk of burgerwetenschap op eenzaamheid. Deze overkoepelende thema’s werden door één onderzoeker gebruikt bij de analyse van alle databronnen.
De betrouwbaarheid en validiteit van dit onderzoek werden op verschillende manieren gewaarborgd [18]. De resultaten van de gegevensanalyse zijn besproken met meerdere onderzoekers en betrokken partners, en de resultaten zijn voorgelegd en besproken met de ouderen en vrijwilligers. De onderzoekers, ouderen en vrijwilligers hebben vervolgens samen vervolgstappen bepaald en gezet.

Resultaten

Met de hierboven beschreven deelonderzoeken wilden we inzicht verkrijgen in de bijdrage van burgerwetenschap aan het bereiken van eenzame ouderen en het bestrijden van eenzaamheid. We zullen eerst de vrijwilligers en hun vrijwilligerswerk met eenzame ouderen beschrijven. Daarna gaan we in op de rol van burgerwetenschap en de invloed die deze op eenzaamheidsbestrijding heeft. Vervolgens reflecteren we op mogelijkheden van en samenwerking met lokale netwerken om burgerwetenschap te ondersteunen en ouderen te bereiken. Ten slotte geven we een overzicht van de gewenste interventies die voortgekomen zijn uit de deelonderzoeken en uitgevoerd zijn in samenwerking met vrijwilligers en ouderen. Dat dient als achtergrondinformatie en om inzicht te geven in de wensen van de ouderen.
Aan dit onderzoek in vier gemeenten in Twente (Nijverdal, Rossum, Albergen en Glanerbrug) hebben in totaal 375 verschillende personen deelgenomen: ouderen, vrijwilligers en vrijwilligerscoördinatoren. De werving van de vrijwilligers en coördinatoren verliep via de buurthuizen van de verschillende gemeenten. Allen werd gevraagd om deel te nemen en iedereen die tijd had voor en geïnteresseerd was in het bereiken van eenzame ouderen werd erbij betrokken. De ouderen woonden allemaal in de gemeenten en namen deel omdat ze gevraagd werden door vrijwilligers op straat of door een bekende, of een advertentie hadden gezien. Enkelen namen deel vanwege het onderwerp van de deelonderzoeken, anderen wilden graag samenwerken en daarbij in contact komen met anderen of vonden het een interessante interventie.

Vrijwilligerswerk en eenzaamheid

Volgens de betrokken vrijwilligers is er een meer structurele aanpak nodig en zou er meer samen met ouderen gedaan moeten worden. Meerdere vrijwilligers zijn van mening dat een een-op-eenbenadering van eenzame personen de aangewezen aanpak is. Alle vrijwilligers die betrokken waren bij ons project hebben contact met ouderen en doen vrijwilligerswerk voor een buurtcentrum of zorgorganisatie. De vrijwilligerstaken lopen zeer uiteen, van het serveren van koffie en een praatje maken tijdens het koffie-uurtje tot spelletjes spelen, een wandeling maken of bij mensen thuis langsgaan. Het vrijwilligerswerk beslaat voor velen een groot deel van hun leven. Alle vrijwilligers zijn 55 jaar of ouder, op latere leeftijd begonnen en steeds meer vrijwilligerswerk gaan doen. Tijdens de COVID-19-pandemie was het vaak onmogelijk om vrijwilligerswerk te doen. De meeste vrijwilligers vertelden zelf ook alleen te zijn en voornamelijk via hun vrijwilligerswerk contact te hebben met anderen. Veel vrijwilligers zijn zich er vaak niet van bewust dat ze het vrijwilligerswerk doen om zelf niet in eenzaamheid te geraken.
De vrijwilligers gaven aan hoe belangrijk het in hun werk is om een relatie met de ouderen op te bouwen. Volgens de vrijwilligers zou de eenzaamheid verminderd kunnen worden door de zorg persoonlijker te maken. Ze erkennen dat er eenzaamheid is, maar ook dat zij hier geen duidelijk beeld van hebben, omdat de ouderen bijna nooit openlijk over eenzaamheid praten. Ze herkennen dus de eenzaamheid wanneer ze bij mensen thuis of in zorginstellingen komen, maar erover praten of iets tegen die eenzaamheid ondernemen, doen ze niet. Het blijft voor iedereen, ook na dit onderzoek, de vraag hoe eenzame ouderen bereikt en betrokken kunnen worden.

Burgerwetenschap

In de loop van het onderzoek werd het duidelijk dat personen die eenzaam zijn zich niet zo presenteren, maar het onderwerp wel ter sprake brengen tijdens de onderzoeksactiviteiten. Bij de een gebeurde dit sneller dan bij de ander, maar een deel gaf aan dat burgerwetenschap hen heeft geholpen om iets bij te dragen aan de gemeenschap en in contact te komen met anderen. Sommigen kregen in de loop van de gesprekken voldoende vertrouwen om op een gepast moment uit te spreken dat zij eenzaam zijn. Eén deelnemer vertelde dat ze het leuk vond om elke keer terug te komen, dezelfde personen te zien en samen naar een doel toe te werken. ‘Tijdens de bijeenkomsten wordt er echt naar je geluisterd en dat geeft een prettig gevoel.’ Een ander gaf aan dat ze het eng vond en waarschijnlijk rechtsomkeert had gemaakt als ze bij binnenkomst niet door een van de onderzoekers was opgevangen. Personen die aangaven eenzaam te zijn kwamen graag naar vervolgbijeenkomsten en voelden zich daar op hun gemak. Andere ouderen speelden daar ook op in. Telefoonnummers werden uitgewisseld en er werden afspraken gemaakt om gezamenlijk aan activiteiten deel te nemen.
De meeste deelnemers vonden het lastig om een specifieke reden te benoemen waarom ze participeerden. De een vertelde het gevoel te hebben dat het het juiste moment was om iets te proberen en de deur uit te gaan, een ander gaf aan dat het om een laagdrempelige activiteit ging waar je makkelijk aan mee kon doen en die niet georganiseerd werd door bekenden uit de gemeenten, zodat nieuwe contacten konden ontstaan, en een derde sprak over de mogelijkheid om in samenwerking met andere ouderen en de onderzoekers iets te kunnen bijdragen aan de samenleving. Omdat het onderzoek bij burgerwetenschap vaak op meerdere momenten plaatsvindt, kunnen de eenzame ouderen gemakkelijk eerst de kat uit de boom kijken, om daarna contacten te leggen met anderen uit hun eigen omgeving.

Samenwerking met lokale netwerken

In de verschillende deelonderzoeken is samengewerkt met de gemeenten en lokale netwerken binnen deze gemeenten, zoals vrijwilligersorganisaties en buurthuizen. Zo werden inwoners bereikt en kon worden onderzocht welke methoden geschikt waren voor de onderzoeken in het kader van burgerwetenschap. Voor de eenzaamheidsbestrijding in een gemeente is het van belang om contact te leggen met de lokale netwerken. Ouderen en vrijwilligers zijn vaak betrokken bij hun eigen omgeving en hechten waarde aan het opbouwen van een relatie met elkaar. Een goed voorbeeld van een vertrouwensrelatie is een werkgroep in Rossum, die effectief leek omdat er korte lijnen bestonden tussen leden van de werkgroep en inwoners in de wijken. Wanneer er meer personen bij betrokken zijn en de groep deel wordt van een gemeenschap, kan zo’n werkgroep een deel van het eenzaamheidsgevoel weggenemen en eenzame personen bereiken.

Gewenste interventies

De verschillende methoden waren gericht op de wensen en behoeften van ouderen, waardoor inzicht werd verkregen in hun belevingswereld. Eenzame ouderen blijken andere wensen en behoeften te hebben wat betreft activiteiten of interventies dan ouderen die niet eenzaam zijn. De wensen en behoeften kunnen betrekking hebben op de locatie en groepsgrootte, gebaseerd zijn op persoonlijke motieven om deel te nemen en beïnvloed worden door fysieke en mentale mogelijkheden. Een aantal van de gewenste interventies werd in de gemeenten uitgevoerd (zie tab. 2). Daarbij werkten de onderzoekers samen met de vrijwilligers en de vrijwilligers met de ouderen. In Glanerbrug wilden de ouderen het liefst in kleine groepen deelnemen aan de activiteiten of zelfs een-op-eencontact. In Rossum gaven de deelnemers juist de voorkeur aan een grote groep – ‘hoe meer, hoe beter’. In Nijverdal en Albergen liepen de individuele wensen zo uiteen dat er geen groepsaanpak werd gecreëerd.
Tabel 2
Een overzicht van de verschillende activiteiten die georganiseerd werden aan de hand van wensen van ouderen uit de gemeenten Nijverdal, Rossum, Albergen en Glanerbrug
Nijverdal
Rossum
Albergen
Glanerbrug
kookclub
Tirolermiddag
koffie-inloopochtenden
oliebollenactie
ontmoetingssessies
creatieve middag
open eettafels
ontmoetingssessies
koffiedrinken
brunch
themabijeenkomsten
winkelmaatjes
creatieve middagen
bingomiddag
preventieavonden
theatervoorstelling
spelletjesdagen
high tea-middag
feestdagen treffen
duofietsen
film/bioscoop
Kaarten
spelletjesdagen
 
verhalenverteller
spellenmiddag
kerk bezoeken in een andere gemeente
 
wandelen
jeu de boules-middag
theatervoorstelling
 
fietsen
muziekmiddag
  
kaarten maken
kerstviering
  
 
kaarten maken
  
 
pannenkoekmiddag
  
 
film van Rossum
  
 
bloemschikken
  
 
duofietsen
  

Beschouwing

Het doel van dit project was om in samenwerking met ouderen en vrijwilligers uit de gemeenten Nijverdal, Rossum, Albergen en Glanerbrug te onderzoeken of via burgerwetenschap eenzame personen kunnen worden bereikt en eenzaamheid kan worden bestreden. Participatief actieonderzoek is daarvoor een geschikte vorm, omdat ouderen daarbij op een zeer intensieve manier betrokken zijn bij alle verschillende onderdelen van een project. Er is gekozen voor verschillende vormen van burgerwetenschap, omdat niet alle ouderen op een zeer intensieve manier betrokken willen zijn. Bij burgerwetenschap is het mogelijk om een samenwerking aan te gaan in zowel milde als extreme vormen.
We geven eerst een overzicht van de bevindingen en gaan daarna dieper in op de vertrouwensrelatie en coalitiewerking. Ter afsluiting beschrijven we enkele sterke en zwakke punten, en formuleren we aanbevelingen.
Met behulp van verschillende deelonderzoeken en methoden van burgerwetenschap was het mogelijk om ouderen te bereiken en bij de activiteiten te betrekken. Het organiseren van activiteiten alleen is niet voldoende om eenzaamheid te bestrijden. Daarvoor is het ook nodig om een vertrouwensband op te bouwen, met daarnaast waardevol en persoonlijk contact. Vrijwilligerswerk is een manier voor ouderen om onbewust om te gaan met eenzaamheid, waaraan burgerwetenschap ook kan bijdragen, zo blijkt uit dit onderzoek. Bij burgerwetenschap vinden er geregeld meerdere bijeenkomsten plaats, waarop ouderen met nieuwe mensen kennismaken en het gevoel kunnen krijgen een waardevolle bijdrage te leveren aan de samenleving.
Het opbouwen van een vertrouwensrelatie heeft op meerdere manieren vorm gekregen in de onderzoeken van dit project en door middel van burgerwetenschap [19, 20]. In dit project werden drie manieren om vertrouwensrelaties op te bouwen getest: 1) een groep studenten ging gesprekken aan met ouderen (zoals bij de kerstkaartenactie en photovoice-discussies), 2) een groep studenten en vrijwilligers gingen samen gesprekken aan met ouderen (zoals bij de ijscoweggeefdagen), en 3) één onderzoeker fungeerde als contactpersoon voor alle betrokken partijen, zoals ouderen, vrijwilligers en gemeente (bijvoorbeeld bij de gesprekken over motivatie en evaluatie van burgerwetenschap). De eerstgenoemde methode was tijdens de uitvoering een zeer geschikte methode, maar in de naloop werd deze door de ouderen als minder positief ervaren. Zodra de studenten klaar waren met hun studie werden zij vervangen door vrijwilligers met wie de ouderen geen vertrouwensrelatie hadden. De ouderen wilden liever verder werken met degene met wie ze begonnen waren. De tweede methode vormde een oplossing voor dit probleem en had een positief resultaat. In het derde geval bleek dat het hebben van één contactpersoon als waardevol werd ervaren. Deze contactpersoon bouwde een vertrouwensrelatie op met de deelnemers tijdens de onderzoeken en iedereen wist met wie contact op kon worden genomen omdat deze persoon ook overzicht hield over alles wat er speelde. Ook ontstond er gedurende het onderzoek tussen de deelnemers onderling een vertrouwensband. Op het moment dat de onderzoeker een stap terugdeed hadden de andere betrokken al een hechte groep gevormd, wat voor continuïteit zorgde [20].
Uit gesprekken kwam naar voren dat het verminderen van eenzaamheid vanuit meerdere domeinen aangepakt zou moeten worden. De provincie en gemeenten zouden niet alleen vanuit de zorg- en welzijnsdomeinen, maar ook vanuit de beleidsdomeinen cultuur, onderwijs, wonen en ondernemen een aanpak kunnen opstellen [21, 22]. Het vormen van een coalitie vanuit deze domeinen lijkt noodzakelijk. Deze coalitie zou gedragen en gecoördineerd kunnen worden door bekende gezichten, zoals bekende Nederlanders, in de gemeente, met wie ouderen zich verbonden kunnen voelen. Het is bevorderlijk om samen te werken met de ouderen en vrijwilligers, om zo verschillende perspectieven samen te brengen, vertrouwen te wekken en mogelijk meer personen te bereiken.

Sterke en zwakke punten

Een sterk punt van dit onderzoek is de betrokkenheid van en samenwerking met 375 personen (ouderen, vrijwilligers, coördinatoren). Een zwakker punt is dat de bevindingen vooral betrekking hebben op ouderen in de regio Twente die de Nederlandse nationaliteit hebben. Het zou kunnen dat de resultaten anders zijn voor personen met een andere nationaliteit. Bij personen met verschillende nationaliteiten zullen de gebruikte methoden van burgerwetenschap mogelijk wel vergelijkbare resultaten opleveren wanneer het gaat om het bereiken van eenzame ouderen en het bestrijden van eenzaamheid.
Aan het begin van het onderzoek zijn er onder andere in Nijverdal 2000 flyers uitgedeeld om personen te bereiken die eenzaam zijn. Hierop reageerden voornamelijk mensen die degenen die eenzaam zijn zouden willen ondersteunen en slechts één eenzame oudere. Een mogelijk oorzaak voor de ineffectiviteit van dit soort initiatieven is dat eenzame personen over het algemeen negatiever staan tegenover anderen, een lager zelfbeeld hebben en het gevoel hebben dat anderen ze negatief beoordelen [23]. Ook is het mogelijk dat ze zelf niet doorhebben dat ze eenzaam zijn [11]. Uit de corona-actie en eerder onderzoek blijkt dat het lastig is om eenzame ouderen te bereiken [11, 24, 25]. Voor andere deelprojecten hebben we niet specifiek op eenzaamheid geworven, maar hebben we toch meerdere eenzame ouderen gevonden.
Alle deelonderzoeken bij elkaar kunnen gezien worden als een kracht vanwege de verscheidenheid aan methoden van burgerwetenschap die toegepast zijn. Hierdoor was het voor veel personen op verschillende momenten mogelijk om samen te werken en onderdeel te zijn van het onderzoek. Zo mogen we het gebruik van de photovoice-methode als een sterk punt beschouwen. Dat is een geschikte methode gebleken om een gevoelig onderwerp als eenzaamheid bespreekbaar te maken en een vertrouwensrelatie op te bouwen met de ouderen. Het was een gemakkelijke manier om mensen aan te zetten om verhalen te vertellen en met elkaar in gesprek te komen.
Het voor een langdurige periode betrekken van personen vormde een uitdaging voor de onderzoekers. Slechts een klein deel wilde de tijd investeren om regelmatig aanwezig te zijn bij deelonderzoeken. De ouderen waren eerder bereid om meer tijd te investeren in burgerwetenschap dan de vrijwilligers.
Bij enkele deelonderzoeken werden de ouderen in eerste instantie aan studenten gekoppeld. Het positieve effect daarvan was dat ze tijdens het project een vertrouwensrelatie konden opbouwen, maar het negatieve gevolg was dat studenten die klaar waren met hun studie door vrijwilligers vervangen werden. Die vrijwilligers en de betrokken ouderen hadden nog geen vertrouwensrelatie kunnen opbouwen, waardoor het meer tijd kostte om de activiteiten te gaan organiseren en een nieuwe vertrouwensrelatie tussen ouderen en vrijwilligers op te bouwen.
Een sterk punt en direct resultaat van dit onderzoek was de samenwerking met IkkanWelzijn. De gemeente Enschede heeft gekozen voor een stuurgroep met betrokkenen uit de overheid en de domeinen onderwijs, wonen, cultuur, ondernemen en welzijn. Er zijn drie werkgroepen geformeerd, gericht op verschillende aandachtspunten: een netwerkgerichte aanpak, interventies en deskundigheidsbevordering. De coalitie richt zich op het borgen van een structurele aanpak rond bewustwording en signalering van eenzaamheid.

Aanbevelingen voor toekomstige burgerwetenschap

Onze bevindingen en ervaringen met de ouderen leiden tot vier aanbevelingen voor burgerwetenschap. Wijken zijn niet met elkaar te vergelijken omdat elke wijk zijn eigen DNA, dynamiek en bevolkingssamenstelling heeft. Daarom zal bij elke wijk altijd een passend onderzoeksontwerp gekozen moeten worden. Bij het gebruik van burgerwetenschap raden we daarom aan om eerst samen met de doelgroep een onderzoeksontwerp te ontwikkelen. Ga samen met de doelgroep het gesprek aan en bepaal in samenspraak welke methode het meest geschikt is voor een bepaalde wijk. Bij het gezamenlijk ontwikkelen van het onderzoeksontwerp kunnen de onderzoekers zich richten op netwerkontwikkeling voor de ouderen als onderdeel van burgerwetenschap en het leren omgaan met eenzaamheid [22]. Zo kunnen de betrokken ouderen nieuwe relaties aangaan of bestaande relaties verbeteren.
De tweede aanbeveling ligt in het verlengde van de eerste. Het onderwerp waar onderzoek naar gedaan wordt door middel van burgerwetenschap moet aansluiten op de wensen, behoeften en motivaties van de ouderen en vrijwilligers. De ouderen zullen alleen het gevoel krijgen dat ze een nuttige bijdrage leveren wanneer ze zich bewust zijn van hun eigen problematiek en gemotiveerd zijn om daaraan te werken. Zo kunnen de basisprincipes van de photovoice-methode, waarbij de deelnemers zelf actief beeldmateriaal verzamelen, gebruikt worden voor het ontwikkelen van toekomstige burgerwetenschap.
Als derde raden we vrijwilligers aan om eenzaamheid aan te kaarten wanneer ze vermoeden dat daarvan sprake is. De betrokken vrijwilligers gaven aan soms eenzaamheid wel te herkennen, maar deze meestal niet te bespreken. Uit ons onderzoek is naar voren gekomen dat eenzame ouderen het prettig vinden om erover te praten, maar het ook lastig vinden om er zelf over te beginnen. Voorwaarde voor een gesprek over eenzaamheid is wel dat er een vertrouwensband moet zijn ontstaan tussen de vrijwilliger en de oudere.
Met de vierde aanbeveling richten we ons op beleidsmakers: die dienen ervoor te zorgen dat het thema eenzaamheid geborgd wordt in het meerjarenbeleid. Daarvoor moet het thema worden opgenomen in een akkoord, zodat er ook langdurig budget aan kan worden gekoppeld. Het advies is om een onafhankelijke lokale coalitie te vormen, los van bestaande organisatiestructuren en belangen, met een breed draagvlak onder alle betrokkenen. De samen met de doelgroep bepaalde aanpak zal gericht moeten zijn op de bewustwording van eenzaamheid.

Conclusie

Burgerwetenschap kan als methode bijdragen aan het bereiken van eenzame ouderen. Uit dit onderzoek komt naar voren dat het een probleem is om te signaleren wie eenzaam is en om in contact te komen met eenzame ouderen. De verschillende deelonderzoeken hebben uitgewezen dat methoden van burgerwetenschap kunnen bijdragen aan het verminderen van eenzaamheidsgevoelens onder ouderen, mits ze aansluiten bij hun individuele wensen en behoeften. Daarnaast kan het deelnemen aan onderzoek als burgeronderzoeker voor deze ouderen een interessante activiteit zijn.
In dit project hebben de onderzoekers een brug kunnen slaan tussen wetenschap en praktijk door middel van burgerwetenschap. Dit heeft bijgedragen aan het bereiken van eenzame ouderen en het bestrijden van eenzaamheid.
Open Access This article is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License, which permits use, sharing, adaptation, distribution and reproduction in any medium or format, as long as you give appropriate credit to the original author(s) and the source, provide a link to the Creative Commons licence, and indicate if changes were made. The images or other third party material in this article are included in the article’s Creative Commons licence, unless indicated otherwise in a credit line to the material. If material is not included in the article’s Creative Commons licence and your intended use is not permitted by statutory regulation or exceeds the permitted use, you will need to obtain permission directly from the copyright holder. To view a copy of this licence, visit http://​creativecommons.​org/​licenses/​by/​4.​0/​.

Onze productaanbevelingen

Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen

TSG, het Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, is het enige Nederlandstalige tijdschrift dat multidisciplinaire informatie bevat op het gebied van de volksgezondheid en gezondheidszorg. Naast de multidisciplinaire oriëntatie is de combinatie van wetenschap, beleid en praktijk uniek.

BSL Academy SW-TP Saxion Parttime School jaarlicentie

BSL Academy SW-TP Saxion Parttime School half jaarlicentie

Toon meer producten
Literatuur
1.
go back to reference Queen TL, Stawski RS, Ryan LH, et al. Loneliness in a day: activity engagement, time alone, and experienced emotions. Psychol Aging. 2014;29(2):297–305.CrossRefPubMedPubMedCentral Queen TL, Stawski RS, Ryan LH, et al. Loneliness in a day: activity engagement, time alone, and experienced emotions. Psychol Aging. 2014;29(2):297–305.CrossRefPubMedPubMedCentral
2.
go back to reference Coyle CE, Dugan E. Social isolation, loneliness and health among older adults. J Aging Health. 2012;24(8):1346–63.CrossRefPubMed Coyle CE, Dugan E. Social isolation, loneliness and health among older adults. J Aging Health. 2012;24(8):1346–63.CrossRefPubMed
3.
go back to reference Carr DC, Kail BL, Matz-Costa C, et al. Does becoming a volunteer attenuate loneliness among recently widowed older adults? J Gerontol B Psychol Sci Soc Sci. 2018;73(3):501–10.CrossRefPubMed Carr DC, Kail BL, Matz-Costa C, et al. Does becoming a volunteer attenuate loneliness among recently widowed older adults? J Gerontol B Psychol Sci Soc Sci. 2018;73(3):501–10.CrossRefPubMed
4.
go back to reference Anderson ND, Damianakis T, Kroger E, et al. The benefits associated with volunteering among seniors: a critical review and recommendations for future research. Psychol Bull. 2014;140(6):1505–33.CrossRefPubMed Anderson ND, Damianakis T, Kroger E, et al. The benefits associated with volunteering among seniors: a critical review and recommendations for future research. Psychol Bull. 2014;140(6):1505–33.CrossRefPubMed
5.
go back to reference Jenkinson CE, Dickens AP, Jones K, et al. Is volunteering a public health intervention? A systematic review and meta-analysis of the health and survival of volunteers. BMC Public Health. 2013;13:773.CrossRefPubMedPubMedCentral Jenkinson CE, Dickens AP, Jones K, et al. Is volunteering a public health intervention? A systematic review and meta-analysis of the health and survival of volunteers. BMC Public Health. 2013;13:773.CrossRefPubMedPubMedCentral
6.
go back to reference Hawkley LC, Cacioppo JT. Loneliness matters: a theoretical and empirical review of consequences and mechanisms. Ann Behav Med. 2010;40(2):218–27.CrossRefPubMed Hawkley LC, Cacioppo JT. Loneliness matters: a theoretical and empirical review of consequences and mechanisms. Ann Behav Med. 2010;40(2):218–27.CrossRefPubMed
7.
go back to reference Clary EG, Snyder M, Ridge R. Volunteers’ motivations: a functional strategy for the recruitment, placement, and retention of volunteers. Nonprofit Manag Leadersh. 1992;2(4):333–50.CrossRefPubMed Clary EG, Snyder M, Ridge R. Volunteers’ motivations: a functional strategy for the recruitment, placement, and retention of volunteers. Nonprofit Manag Leadersh. 1992;2(4):333–50.CrossRefPubMed
8.
go back to reference Gage RL III, Thapa B. Volunteer motivations and constraints among college students: analysis of the volunteer function inventory and leisure constraints models. Nonprofit Volunt Sect Q. 2012;41(3):405–30.CrossRef Gage RL III, Thapa B. Volunteer motivations and constraints among college students: analysis of the volunteer function inventory and leisure constraints models. Nonprofit Volunt Sect Q. 2012;41(3):405–30.CrossRef
9.
go back to reference Chacón F, Pérez T, Flores J, et al. Motives for volunteering: categorization of volunteers’ motivation using open-ended questions. Interv Psicosoc. 2010;19(3):213–22.CrossRef Chacón F, Pérez T, Flores J, et al. Motives for volunteering: categorization of volunteers’ motivation using open-ended questions. Interv Psicosoc. 2010;19(3):213–22.CrossRef
10.
go back to reference Same A, McBride H, Liddelow C, et al. Motivations for volunteering time with older adults: a qualitative study. PLoS ONE. 2020;15(5):e232718.CrossRefPubMedPubMedCentral Same A, McBride H, Liddelow C, et al. Motivations for volunteering time with older adults: a qualitative study. PLoS ONE. 2020;15(5):e232718.CrossRefPubMedPubMedCentral
11.
go back to reference Miranda MJ. Reaching out to the lonely against the odds of social constraints. J Sociol Christ. 2021;11(2):96–102. Miranda MJ. Reaching out to the lonely against the odds of social constraints. J Sociol Christ. 2021;11(2):96–102.
12.
go back to reference Bovenkamp H van de, Grit K, Bal R. Inventarisatie patiëntenparticipatie in onderzoek, kwaliteit en beleid. Rotterdam: iBMG; 2008. Bovenkamp H van de, Grit K, Bal R. Inventarisatie patiëntenparticipatie in onderzoek, kwaliteit en beleid. Rotterdam: iBMG; 2008.
13.
go back to reference Leersum CM van, Bults M, Sloof M, et al. Patiëntparticipatie bij de ontwikkeling en toepassing van e‑health: bereidheid en voorkeuren van mensen met diabetes mellitus type 2. TSG Tijdschr Gezondheidswet. 2021;99(3):110–9.CrossRef Leersum CM van, Bults M, Sloof M, et al. Patiëntparticipatie bij de ontwikkeling en toepassing van e‑health: bereidheid en voorkeuren van mensen met diabetes mellitus type 2. TSG Tijdschr Gezondheidswet. 2021;99(3):110–9.CrossRef
14.
go back to reference Broeder L den, Lemmens L, Uysal S, et al. Public health citizen science; perceived impacts on citizen scientists: a case study in a low-income neighbourhood in the Netherlands. Citiz Sci Theory Pract. 2017;2(1):7.CrossRef Broeder L den, Lemmens L, Uysal S, et al. Public health citizen science; perceived impacts on citizen scientists: a case study in a low-income neighbourhood in the Netherlands. Citiz Sci Theory Pract. 2017;2(1):7.CrossRef
15.
go back to reference King AC, King DK, Banchoff A, et al. Employing participatory citizen science methods to promote age-friendly environments worldwide. Int J Environ Res Public Health. 2020;17(5):1541.CrossRefPubMedPubMedCentral King AC, King DK, Banchoff A, et al. Employing participatory citizen science methods to promote age-friendly environments worldwide. Int J Environ Res Public Health. 2020;17(5):1541.CrossRefPubMedPubMedCentral
16.
go back to reference Lal S, Jarus T, Suto MJ. A scoping review of the photovoice method: implications for occupational therapy research. Can J Occup Ther. 2012;79(3):181–90.CrossRefPubMed Lal S, Jarus T, Suto MJ. A scoping review of the photovoice method: implications for occupational therapy research. Can J Occup Ther. 2012;79(3):181–90.CrossRefPubMed
17.
go back to reference Mysyuk Y, Huisman M. Photovoice method with older persons: a review. Ageing Soc. 2020;40(8):1759–87.CrossRef Mysyuk Y, Huisman M. Photovoice method with older persons: a review. Ageing Soc. 2020;40(8):1759–87.CrossRef
18.
go back to reference Lincoln YS, Guba EG. Naturalistic inquiry. Newsbury Park: SAGE; 1985.CrossRef Lincoln YS, Guba EG. Naturalistic inquiry. Newsbury Park: SAGE; 1985.CrossRef
19.
go back to reference Couvet D, Prevot A‑C. Citizen-science programs: towards transformative biodiversity governance. Environ Dev. 2015;13:39–45.CrossRef Couvet D, Prevot A‑C. Citizen-science programs: towards transformative biodiversity governance. Environ Dev. 2015;13:39–45.CrossRef
20.
go back to reference Kimura AH, Kinchy A. Citizen science: probing the virtues and contexts of participatory research. Engag Sci Technol Soc. 2016;2:331–61. Kimura AH, Kinchy A. Citizen science: probing the virtues and contexts of participatory research. Engag Sci Technol Soc. 2016;2:331–61.
21.
go back to reference Broek A van den, Metz M, Raams E, et al. Verticale samenwerking: een duurzaam perspectief? Onderzoek naar de strategische samenwerking in duurzame coalities tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars. TSG Tijdschr Gezondheidswet. 2022;100:146–55.CrossRef Broek A van den, Metz M, Raams E, et al. Verticale samenwerking: een duurzaam perspectief? Onderzoek naar de strategische samenwerking in duurzame coalities tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars. TSG Tijdschr Gezondheidswet. 2022;100:146–55.CrossRef
22.
go back to reference Deleu H, Claeys J, Meys F, et al. Buurtgericht werken: hoe kunnen Brusselse welzijnsorganisaties de netwerken van hun buurt versterken om sociaal isolement van kwetsbare burgers tegen te gaan? Literatuurstudie van het Resokit-project. Brussel: Odisee; 2019. Deleu H, Claeys J, Meys F, et al. Buurtgericht werken: hoe kunnen Brusselse welzijnsorganisaties de netwerken van hun buurt versterken om sociaal isolement van kwetsbare burgers tegen te gaan? Literatuurstudie van het Resokit-project. Brussel: Odisee; 2019.
23.
go back to reference Tsai FF, Reis HT. Perceptions by and of lonely people in social networks. Pers Relationship. 2009;16(2):221–38.CrossRef Tsai FF, Reis HT. Perceptions by and of lonely people in social networks. Pers Relationship. 2009;16(2):221–38.CrossRef
24.
go back to reference Jeste DV, Nguyen TT, Donovan NJ. Loneliness: science and practice. Washington DC: American Psychiatric Pub; 2022. Jeste DV, Nguyen TT, Donovan NJ. Loneliness: science and practice. Washington DC: American Psychiatric Pub; 2022.
25.
go back to reference Valtorta N, Hanratty B. Loneliness, isolation and the health of older adults: do we need a new research agenda? J R Soc Med. 2012;105(12):518–22.CrossRefPubMedPubMedCentral Valtorta N, Hanratty B. Loneliness, isolation and the health of older adults: do we need a new research agenda? J R Soc Med. 2012;105(12):518–22.CrossRefPubMedPubMedCentral
Metagegevens
Titel
Via burgers de beste manier ontdekken om eenzaamheid te bestrijden
Auteurs
Catharina M. van Leersum
Jeroen Ottink
Publicatiedatum
09-02-2024
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen / Uitgave 1/2024
Print ISSN: 1388-7491
Elektronisch ISSN: 1876-8776
DOI
https://doi.org/10.1007/s12508-024-00427-z

Andere artikelen Uitgave 1/2024

TSG - Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen 1/2024 Naar de uitgave