Samenvatting
Naast psycho-educatie worden vijf hoofdstromingen onderscheiden: de inzichtgevende/psychodynamische, cognitief-gedragstherapeutische, experiëntiële/ervaringsgerichte, systeemtheoretische en neurobiologische benadering. De cognitief-gedragstherapeutische benadering is inmiddels toonaangevend en op onderdelen goed toepasbaar in het onderwijs. Met het oog op doelmatige en effectieve zorg wordt aan empirische onderbouwing (evidence-based) van interventies grote waarde gehecht. Vanwege een tekort aan eigen structurerend, probleemoplossend vermogen vragen (gedrags)problemen bij jongeren altijd een algemene basisaanpak van ‘structuur bieden’, zodat hun wereld veiliger, overzichtelijker en beter voorspelbaar wordt. Ook moet bij elke problematiek gezocht worden naar positieve mogelijkheden, talenten van de jongere, die ter compensatie aangewend kunnen worden. Behalve problemen bij het kind zelf of in de thuissituatie kan ook de aanpak op school problemen in stand houden, versterken of juist verminderen. Naast een adequate pedagogisch-didactische benadering is de onderlinge afstemming met het kind, zijn ouders, het (school)team en de eventuele hulpverlening essentieel.