Skip to main content
Top

2022 | Boek

Stoelentechniek

theorie en praktijk

Auteur: Remco van der Wijngaart

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Dit boek helpt therapeuten om de stoelentechniek toe te passen in hun praktijk. Met die techniek kunnen ze cliënten helpen afstand te nemen van oude overtuigingen en verstandelijk inzichten om te zetten in correctieve emotionele ervaringen. Voor therapeuten die al ervaring hebben met de techniek biedt het boek handvatten om effectiever de uitdagende situaties te kunnen hanteren bij het toepassen van de stoelenoefening.

Het boek beschrijft de toepassing van de stoelentechniek in de verschillende fasen van de behandeling. Achtereenvolgens behandelt het boek de stoelentechniek in de analysefase, de beginfase, de middenfase en de eindfase. Het boek biedt telkens tal van variaties in het gebruik van de techniek, met veel praktijkvoorbeelden. Elk van deze hoofdstukken eindigt met het beantwoorden van diverse ‘Wat nou als…?’-vragen waar therapeuten in de klinische praktijk mee te maken krijgen. Vervolgens behandelt het boek specialistische toepassingsgebieden zoals rouw en relatieproblemen, en beschrijft het de mogelijkheden om stoelentechniek online in te zetten. Het laatste hoofdstuk richt zich op valkuilen voor de therapeut.

Stoelentechniek theorie en praktijk is geschreven door Remco van der Wijngaart, psychotherapeut en gezondheidszorgpsycholoog. Hij is meer dan twintig jaar werkzaam geweest op een academische afdeling van een ambulante instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Daar participeerde hij als therapeut aan diverse behandelstudies bij angst-, somatoforme- en eetstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. In een eerste behandelstudie naar de effectiviteit van schematherapie voor borderlinepersoonlijkheidsstoornis is hij getraind en gesuperviseerd in de stoelentechniek door Jeffrey Young, grondlegger van schematherapie. Momenteel is Remco werkzaam in een zelfstandige praktijk voor psychotherapie in Maastricht. Hij heeft, in samenwerking met anderen, diverse audiovisuele producties ontwikkeld, zoals Fine Tuning Chairwork waarin 34 scènes alle facetten tonen van de stoelentechniek.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Inleiding
Samenvatting
De stoelentechniek is een procedure waarbij een stoel, of meerdere stoelen, worden gebruikt als representanten van belevingen, klachten, gedachten, kanten van de cliënt of betekenisvolle anderen. De rationale is dat het werken met deze representaties het mogelijk maakt dialogen tussen deze kanten op gang te brengen. Middels deze oefeningen kunnen inzichten verkregen worden in de intrapersoonlijke of interpersoonlijke dynamieken en kunnen corrigerende emotionele ervaringen worden opgedaan. De ontwikkeling van de stoelentechniek binnen verschillende theoretische en therapeutische kaders in de loop van de tijd wordt kort geschetst. Er wordt toegelicht dat voor dit boek gekozen is voor een schematherapeutische invalshoek, en er wordt een kort overzicht gegeven van de kenmerkende aspecten van schematherapie zodat ook niet-schematherapeuten het boek goed kunnen volgen. Verder wordt een overzicht gegeven van onderzoek naar en effect van de stoelentechniek.
Julie Krans, Remco van der Wijngaart
2. De analysefase
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt een stappenplan besproken dat kan dienen als richtlijn voor de stoelentechniek in de analysefase. De stoelentechniek is een vast onderdeel van deze fase. Situaties die zich goed lenen voor het doen van een stoelentechniek zijn een interne tweestrijd bij de cliënt of juist wanneer de cliënt vastzit in een beleving. Het expliciet benoemen van die beleving, ondersteund met gebaren, is de opmaat naar de oefening waarbij de cliënt gevraagd wordt in een andere stoel vanuit een andere beleving te spreken. Daarmee biedt de techniek de mogelijkheid de verschillende kanten van de cliënt te interviewen om zo meer inzicht te verkrijgen in de gevoelsbelevingen en hun onderlinge dynamiek. De grootste valkuil is dat er te cognitief gesproken wordt óver de belevingen in plaats van vanuit de belevingen. Je dient als therapeut bij het doen van deze oefening dan ook duidelijke richting en directieven te geven. De oefening wordt wel afgesloten met een reflectie op wat de oefening aan inzichten en informatie heeft opgeleverd. Met deze werkwijze kan de onderlinge dynamiek tussen de verschillende modi inzichtelijk worden gemaakt. Het is daarom ook belangrijk dat de cliënt die inzichten tussen de sessies door regelmatig herhaalt en leert de verschillende kanten van zichzelf te herkennen. Herkenning van de modi is een eerste stap in het bewerken en veranderen van die modi.
Remco van der Wijngaart
3. De beginfase
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe je de stoelentechniek in de beginfase van de therapie kunt toepassen bij verschillende modi. Bij de Beschermer biedt de stoelentechniek de mogelijkheid om met deze modus te onderhandelen. De cliënt zit tijdens die onderhandeling over het algemeen in de stoel van de Beschermer, en je zorgt daarbij voor veel geruststelling en controle, bijvoorbeeld door de mogelijkheid te bieden dat cliënt altijd terug kan keren in deze stoel. In de stoelentechniek bij de Kritische Ouder zit cliënt in een andere stoel, terwijl de therapeut de lege stoel van de Kritische Ouder tegenspreekt. De therapeut biedt niet de mogelijkheid aan de cliënt om altijd weer plaats te nemen op de stoel van die Kritische Ouder. In plaats daarvan kan de therapeut die lege stoel zelfs buiten de deur van de therapiekamer plaatsen als boodschap dat die Kritische Ouder vervangen dient te worden door genuanceerdere, gezondere boodschappen. De stoelentechniek voor de gezonde volwassen kant van de cliënt beperkt zich in deze beginfase van de therapie tot het reflecteren op de door de therapeut gegenereerde corrigerende emotionele ervaringen vanaf de oorspronkelijke therapiestoel of vanuit een staande positie. In de beginfase wordt veel aandacht besteed aan de kindkanten. De stoelentechniek wordt bijvoorbeeld ingezet om minder goed herkende emoties van kindkanten zichtbaar te maken. De therapeut kan die emoties van angst, verdriet, boosheid of blijdschap zelfs zichtbaarder maken door ze zelf te verwoorden vanuit de stoel van de kindkant en die stoel op deze manier te ‘besmetten’ met emoties.
Remco van der Wijngaart
4. De middenfase
Samenvatting
In de middenfase van de therapie is de doelstelling dat de gezonde volwassen kant van de cliënt ontwikkeld wordt en de cliënt leert om probleemsituaties en de daarin geactiveerde modi op een gezonde manier te hanteren. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe je de cliënt kunt helpen een beter begrip te krijgen van de Gezonde Volwassene door een visualisatieoefening te doen op grond van een herinnering waarin de cliënt in deze gezonde volwassen kant zat. Er wordt uitleg gegeven over drie sequentiële stappen die de cliënt vanuit zijn/haar Gezonde Volwassene moet leren zetten. De eerste stap is om begrip en compassie te hebben met betrekking tot de geactiveerde emotionele, cognitieve en gedragsmatige responsen; in zijn/haar verleden heeft cliënt niet anders geleerd dan zo te reageren in moeilijke situaties. In de relatieve rust die deze compassie bewerkstelligt, kan er realistisch nagedacht worden over de probleemsituatie en kunnen nieuwe, gezondere gedragsresponsen gekozen worden. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe een variant van de stoelentechniek de cliënt kan helpen zich deze stappen eigen te maken, waarbij de stoelen niet aparte modi representeren maar de afzonderlijke stappen van de Gezonde Volwassene. Verder wordt beschreven hoe de stoelentechniek ingezet kan worden om te oefenen met het leren uiten van natuurlijke boze gevoelens. 
Remco van der Wijngaart
5. De eindfase
Samenvatting
In dit hoofdstuk leer je hoe je de Gezonde Volwassene van je cliënt kunt versterken als voorbereiding op de periode na de therapie. Je leest hoe je de stoelentechniek kunt gebruiken om de Gezonde Volwassene te laten oefenen met het zelfstandig tegengas geven tegen specifieke Beschermers of een Oudermodus. Je rol van therapeut is in deze fase die van een coach aan de zijlijn van het speelveld. Als die coach geef je nog wel actief aanwijzingen, maar je spoort je cliënt vooral aan om de geleerde vaardigheden en kennis zelf toe te passen. Verder lees je dat de stoelenoefening de mogelijkheid biedt om je cliënt vanuit de Gezonde Volwassene compassie, zorg en begrip uit te laten spreken tegen het Kwetsbare Kind. Met die oefening bereid je de cliënt voor op een toekomst waarin hij/zij zelf zorg dient te dragen voor de emotionele pijn die geactiveerd kan worden. Ten slotte lees je hoe je de drie stappen van de Gezonde Volwassene meer laat integreren door in deze fase niet drie maar één stoel te gebruiken voor de Gezonde Volwassene. Het is echter niet vanzelfsprekend dat de stoelentechniek op een effectieve manier uitgevoerd wordt.
Remco van der Wijngaart
6. Valkuilen van therapeuten
Samenvatting
In dit hoofdstuk lees je over schema’s van therapeuten die geactiveerd kunnen worden in de stoelenoefening. De meest voorkomende schema’s bij therapeuten zijn Zelfopoffering, Falen/Mislukken en Meedogenloze Normen. Wanneer deze schema’s geactiveerd worden kan dat ertoe leiden dat de oefening vermeden wordt, te cognitief blijft of voor verwarring zorgt bij cliënt en/of jou als therapeut. Gezond hanteren van deze valkuilen is de eerste stap om begrip en compassie te houden voor deze schema’s en de activatie ervan. Al deze schema’s hebben namelijk ook grote voordelen. Zo bied je door het schema Zelfopoffering juist die zorg die je cliënt gemist heeft, kun je goed aansluiten bij angst en verdriet door de herkenning van die gevoelens in je eigen schema van Falen, en ben je door je schema Meedogenloze normen geneigd je uiterste best te doen om de juiste zorg aan je cliënt te bieden. Deze schema’s hebben echter ook een keerzijde, waardoor je je bij de stoelenoefening onzeker kunt voelen of geneigd bent om uit zorg voor de cliënt de oefening te vermijden of juist te goed te willen doen. Mogelijk heb je door je eigen achtergrond en ontwikkeling niet goed kunnen leren anders met deze schema’s om te gaan. Door eerst begrip voor en compassie met jezelf te hebben krijg je de kans wat rustiger na te denken over alternatieven. Daarbij is het belangrijk om voor ogen te houden dat het niet erg is om af en toe vast te lopen of de oefening moeilijk te vinden. De kern van de oefening blijft eruit bestaan dat de verschillende kanten van de cliënt op een stoel worden geplaatst. Die fysieke afstand biedt kans op een correctieve emotionele ervaring. Hoewel de oefening daarmee emotioneel kan zijn en je cliënt signalen kan geven de oefening niet te willen doen, bied je juist goede zorg door deze techniek wel in te zetten. Dat doe je door de oefening vooraf te plannen, in overleg met je intervisiegroep. Wees duidelijk in je directieven vanuit het besef dat helderheid bieden aan je cliënt over wat je wilt niet hetzelfde is als commanderen. Houd tijdens de oefening het tempo laag door bijvoorbeeld regelmatig samenvattingen te geven. Blijf in die samenvattingen consequent dezelfde plek of stoel aanwijzen wanneer je een kant van je cliënt benoemt. Deze stappen kunnen helpen je eigen geactiveerde schema’s hanteerbaar te houden en je weg te vinden in het doen van stoelenoefeningen. Er zijn vele variaties mogelijk in de stoelentechniek, dus de oefening hoeft niet per se een vooropgezet plan te volgen om toch een betekenisvolle ervaring te kunnen opleveren voor je cliënt.
Remco van der Wijngaart
7. Specialistische toepassingsgebieden
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden andere toepassingsmogelijkheden van de stoelentechniek beschreven. Niet alleen kunnen de verschillende kanten van de cliënt op een stoel geplaatst worden, maar ook het verlangen naar een middel, een gedachte of aanname zoals bij angststoornissen of stemmingsstoornissen, fictieve anderen in een nagespeelde rechtbank of juist een bestaande ander bij de behandeling van partner- en relatieproblematiek. Ten slotte kunnen in de behandeling van onverwerkte rouw ook overleden anderen op een stoel geplaatst en toegesproken worden, of kan juist een toekomstige versie van de cliënt op een stoel geplaatst worden om zo afstand te nemen van twijfels of een worsteling in het huidige leven. In de beschrijving van deze verschillende toepassingsmogelijkheden zul je zien dat de stoelentechniek zich leent voor de behandeling van vele verschillende klachten en problemen. De kern van de techniek blijft immers hetzelfde: het gebruik van stoelen biedt de mogelijkheid om afstand te nemen van een gevoelsbeleving waar de cliënt volledig mee samenvalt, of een aanleiding voor een dergelijke sterke gevoelsbeleving. Deze afstand biedt de mogelijkheid tot het verkrijgen van inzicht en het vinden van gezonde manieren om met de problemen of klachten om te gaan. De stoelentechniek biedt daarmee vele verschillende toepassingsmogelijkheden, meer nog dan in dit hoofdstuk beschreven staan.
Remco van der Wijngaart
8. Stoelentechniek online
Samenvatting
In dit hoofdstuk lees je dat het goed mogelijk is om de stoelentechniek online te gebruiken. Er worden algemene tips gegeven die de online stoelenoefening effectief kunnen maken, zoals het gebruik van een laptop of tablet en het gebruik van de camera. Er worden drie varianten beschreven van de online stoelentechniek. De eenvoudigste variant is je cliënt te vragen voor de camera te schuiven om de rol aan te nemen van een Beschermer of Kritische Ouder. Wanneer er in de online oefening daadwerkelijk extra stoelen worden gebruikt, dan kan ervoor gekozen worden om de extra stoel in de ruimte van jou als therapeut te plaatsen. Deze variant is met name geschikt voor de beginfase van een therapie wanneer je als therapeut de Kritische Ouder moet bevechten. De stoel in de ruimte van je cliënt is in de beginfase van de therapie geschikt voor de Beschermer. In de overige fasen van de therapie kunnen stoelen in de kamer van je cliënt alle verschillende kanten representeren.
Remco van der Wijngaart
Nawerk
Meer informatie
Titel
Stoelentechniek
Auteur
Remco van der Wijngaart
Copyright
2022
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2797-3
Print ISBN
978-90-368-2796-6
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2797-3