01-01-2005 | In de praktijk
Spelleiders
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 1/2005
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Soms is het makkelijk… De zwetende, rochelende, kuchende en vermoeide najaarspatiënt heeft voor de huisarts een griepje. Laboratoriumdiagnostiek is overbodig. Toch is de huisarts sluipenderwijs alsmaar meer afhankelijk geworden van aanvullend labonderzoek. En binnen een paar jaar krijgt die aanvullende diagnostiek een geheel nieuw gezicht met een nog grotere voorspellende waarde: via DNA-diagnostiek. Ons hele beeld van wat ‘ziekte’ is, gaat verschuiven door de toenemende kennis van de genetische en biochemische achtergronden van ziekten. Het risico krijgt dan een centrale plaats: ziek is niet alleen iemand bij wie een ziekte zich daadwerkelijk openbaart, maar ook een overigens gezonde persoon met een genetische aanleg voor een aandoening.