2010 | OriginalPaper | Hoofdstuk
Rekenproblemen en dyscalculie
Auteur : A.J.J.M. Ruijssenaars
Gepubliceerd in: Spraak, taal en leren
Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum
Irma, 12 jaar, is leerlinge in het laatste jaar van de basisschool. Zij heeft al de hele basisschoolperiode rekenproblemen. In groep 3 is ze daarvoor blijven zitten, waarna haar inmiddels ontstane faalangst weer afnam. Lezen en spelling gingen vanaf dat ogenblik met sprongen vooruit, rekenen bleef problemen opleveren. Irma kreeg ruim drie jaar twee keer per week remedial teaching, op school en daarbuiten. De onderwijsbegeleidingsdienst stelde op negenjarige leeftijd vast dat ze ruim gemiddeld begaafd is, maar dat ze in de intelligentietest uitvalt op geheugenonderdelen. Ook op een test die het volhouden van aandacht meet, scoorde ze laag. Het geadviseerde neurologische onderzoek, een half jaar later, bracht niets opvallends aan het licht. Irma kende op dat moment nog altijd de tafels niet, kon geen delingen maken en had extreem veel tijd nodig voor optel- en aftrekopgaven onder de 20 waarbij het tiental moet worden overschreden (8 + 7 = .. ; 12 – 5 = .. ). Een extern diagnostisch onderzoek stelde onlangs dyscalculie vast, verklaarbaar vanuit haar geheugenproblemen, met een genetische basis (ook vader heeft dyscalculie). Haar inzicht in rekenen bleek goed. De school kreeg het advies om in overleg met Irma alle vormen van compensatie te gebruiken die haar kunnen helpen, zoals: rekenmachine, tafelkaart, zo mogelijk mondeling toetsen, maar in ieder geval meer tijd en een rustige ruimte bij schriftelijke toetsing. Irma heeft geen enkel probleem met lezen (begrip en techniek), spelling en de andere vakken. Het perspectief op vervolgonderwijs is onduidelijk en maakt haar onzeker.