Samenvatting
Radionuclidentherapie is een minimaal invasieve behandelmethode die uitgaat van selectieve en langdurige afgifte van stralingsdoses binnen weefsel. Voor deze therapie worden radionucliden die tijdens radioactief verval alfa- of bètastraling uitzenden toegediend aan een patiënt, waardoor er inwendige bestraling van organen of weefsels plaatsvindt. Meestal wordt het radionuclide gekoppeld aan een biologisch molecuul dat vervolgens toegediend wordt aan de patiënt (systemische behandeling). Hierdoor kan in theorie elke anatomische locatie zowel afgebeeld als inwendig bestraald worden (een concept dat ook wel bekendstaat als ‘theranostics’). Behalve voor de behandeling van tumoren, bijvoorbeeld [131I]I-mIBG bij neuro-endocriene tumoren, wordt radionuclidentherapie ook toegepast bij enkele goedaardige aandoedingen, zoals hyperthyreoïdie (131I-therapie) en gewrichtsziekten (radiosynovectomie). In dit hoofdstuk worden de algemene principes van radionuclidentherapie beschreven, evenals factoren die van invloed zijn op de therapeutische effectiviteit. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van radionuclidentherapieën in de praktijk.