Skip to main content
Top

2023 | Boek

Nucleaire geneeskunde

Redacteuren: Willem Grootjans, Anne Arens, Peter Barneveld, Natascha Bruin, Anna Twiest

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

In dit boek komen aan bod: radiofarmacie, beeldvormingstechnieken, stralingsbescherming en voorbereiding en uitvoering van onderzoeken voor diagnostiek en therapie. De hoofdstukken zijn geschreven en beoordeeld door deskundigen uit de diverse disciplines.
Nucleaire geneeskunde maakt deel uit van de serie Medische beeldvorming en radiotherapie. Deze zesde druk is volledig herzien. De nieuwe indeling heeft tot doel de onderwerpen uit de nucleaire geneeskunde op een overzichtelijk manier te presenteren en de stof beter aan te laten sluiten bij de klinische praktijk. Bij dit boek hoort een website die het mogelijk maakt om altijd en overal te studeren of informatie op te zoeken. Naast teksten en afbeeldingen zijn hier oefenvragen per hoofdstuk beschikbaar die het mogelijk maken om verworven competenties en kennis te toetsen.
Nucleaire geneeskunde is, behalve als leerboek voor de opleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken, ook geschikt als naslagwerk voor hen die de opleiding hebben afgerond. Daarnaast is deze uitgave een goede introductie voor nucleair geneeskundigen, radiologen, radiotherapeuten, technisch geneeskundigen, klinisch fysici en apothekers, al dan niet in opleiding, en anderen die nauw betrokken zijn bij de nucleaire geneeskunde.

Inhoudsopgave

Voorwerk

Introductie

Voorwerk
1. Introductie in de nucleaire geneeskunde en de rol van de MBB’er
Samenvatting
Nucleaire geneeskunde is een medisch specialisme met een multidisciplinair karakter. De basis van een nucleair geneeskundig onderzoek is het radiofarmacon. Door het uitwendig meten van de straling van het radioactieve label is het mogelijk om af te beelden waar in het lichaam het radiofarmacon zich op een bepaald moment bevindt. Beeldvorming vindt plaats met behulp van een gammacamera of een PET-scanner. Medische beeldvorming is de laatste decennia een van de snelst groeiende specialismen in de gezondheidszorg. Door de vooruitgang in scannerhardware en beeldanalysesoftware is nucleaire geneeskunde verder geëvolueerd. De rol van de medische beeldvormings- en bestralingsdeskundige (MBB’er) is veelzijdig en heeft als voornaamste taak het uitvoeren en uitwerken van de onderzoeken. De specifieke professionele kennis en praktische vaardigheden van een MBB’er zijn nodig om een hoge kwaliteit van de nucleair geneeskundige onderzoeken te kunnen waarborgen.
Wim van den Broek
2. Radiofarmacie
Samenvatting
De nucleaire geneeskunde is een vakgebied waarbij geneeskunde, fysica en farmacie nauw betrokken zijn. Een essentieel onderdeel van de nucleaire geneeskunde is het radiofarmacon. Dit is een radioactief geneesmiddel voor diagnostiek of therapie. In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke wet- en regelgeving van toepassing is voor een radiofarmacon. Vervolgens wordt algemeen belicht hoe vanuit een radionuclide een radiofarmacon geproduceerd wordt, waarna wordt besproken hoe het radiofarmacon zich in het lichaam gedraagt. Tot slot richt het hoofdstuk zich op de processen rondom de radiofarmaconbereiding en het voor toediening gereed maken van een patiëntdosering. Hiermee geeft het hoofdstuk een totaalbeeld van de aspecten die onderdeel zijn van de radiofarmacie.
Jeroen Hendrikx, Hendrikus H. Boersma

Afbeeldingstechnieken in de nucleaire geneeskunde

Voorwerk
3. Meetapparatuur
Samenvatting
Naast beeldvormende apparatuur wordt binnen de nucleaire geneeskunde ook andere meetapparatuur gebruikt. Voorbeelden zijn de schildklierprobe, dosiskalibrator (wellcounter) of besmettingsmonitor. De detectiemethode die in een apparaat wordt toegepast, bepaalt voor welke toepassing het apparaat geschikt is. Zo is een scintillatiedetector geschikt voor het tellen van fotonen en kan deze ingezet worden als schildklierprobe voor in-vivo-metingen. Een halfgeleider is weer goed in het onderscheiden vanverschillende fotonenergieën. Deze techniek wordt voor stralingshygiënische doeleinden toegepast in de gammaspectrometer om te achterhalen welke radionucliden in een veegmonster aanwezig zijn. Zoals bij elk apparaat het geval is, is het belangrijk om de kwaliteit van de meetapparatuur regelmatig te controleren. In dit hoofdstuk komen de basisprincipes van de verschillende detectiemethoden en de toepassingen binnen de nucleaire geneeskunde aan bod. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een korte beschrijving van de benodigde de kwaliteitscontroles van de meetapparatuur.
Margo van Gent
4. Gammacamera
Samenvatting
Dit hoofdstuk beschrijft hoe de gammacamera gebruikt wordt om fysiologische processen in het lichaam met radiofarmaca in kaart te brengen. Hiertoe worden de basisprincipes van de gammacamera beschreven. In de scintillatiedetector van de gammacamera worden gammafotonen geabsorbeerd en omgezet in licht. Dit licht wordt middels photomultiplier tubes omgezet in elektrische signalen die door een computer worden verwerkt tot een beeld. De collimator zorgt ervoor dat uitsluitend gammafotonen met een specifieke richting de detector kunnen bereiken. Op deze manier wordt een tweedimensionale projectie van de activiteitsverdeling in de patiënt verkregen. Dit scintigram kan door een nucleair geneeskundige worden beoordeeld op de aanwezigheid van afwijkingen. Daarnaast is het mogelijk om driedimensionale beelden te maken. Dit wordt single-photon-emission computed tomography (SPECT) genoemd. Naast de technische werking van de gammacamera zullen belangrijke systeemparameters en hun invloed op de beeldkwaliteit worden uitgelegd. Tot slot worden de toepassingen in de praktijk beschreven.
Roel Wierts
5. Positronemissietomografie (PET)
Samenvatting
Positronemissietomografie (PET) maakt het mogelijk om de verdeling van een positronemitterende radioactieve stof in het lichaam te meten. Kennis van de werking van een PET-camera is nodig om inzicht te krijgen in de mogelijkheden en beperkingen van deze techniek. Na een kort overzicht van radioactief verval wordt de werking van PET-detectoren besproken. Voor het verkrijgen van PET-beelden die kwantitatief de gemeten activiteitsconcentratie (Bq/ml) weergeven, zijn verschillende correcties noodzakelijk die kort besproken worden. Na deze correcties en kalibratie van het systeem kan de activiteitverdeling in Bq/ml gemeten worden. Twee belangrijke ontwikkelingen die besproken worden zijn de time-of-flight (TOF-)techniek en de introductie van whole body-systemen, waarbij de detectoren een lengte van 1–2 meter beslaan. Ten slotte wordt beschreven hoe de analyse van dynamische PET-data een gedetailleerd en kwantitatief beeld kan geven van de onderliggende biochemische processen, hetgeen vooral voor wetenschappelijk onderzoek van belang is.
Antoon Willemsen
6. Beeldreconstructie
Samenvatting
Beeldreconstructie is een essentiële stap die wordt uitgevoerd na de acquisitie van SPECT- en PET-data. Het doel van beeldreconstructie is om uit de opgenomen projectie-listmode- en/of sinogramdata, een driedimensionaal (3D-)beeld te reconstrueren dat de verdeling van het radiofarmacon in de patiënt toont. In dit hoofdstuk worden veelgebruikte beeldreconstructiemethoden binnen de nucleaire geneeskunde beschreven. Naast de traditionele analytische methoden worden ook de modernere iteratieve beeldreconstructiemethoden behandeld. Met name de meer geavanceerde reconstructietechnieken voor de correctie van beeldartefacten en het onderdrukken van ruis staan hier centraal. Het hoofdstuk eindigt met een blik op de toekomstige ontwikkelingen op het gebied van beeldreconstructie.
Floris van Velden, Willem Grootjans

Inrichting van de afdeling nucleaire geneeskunde

Voorwerk
7. Stralingsbescherming
Samenvatting
Het gebruik van radioactieve stoffen en in toenemende mate van CT-scanners ten behoeve van diagnostiek en therapie vraagt om zorgvuldigheid in de verrichtingen die worden uitgevoerd, zowel ten aanzien van de uitvoerenden, de patiënten als de huisgenoten van patiënten. Stralingsveiligheid begint met een goede inrichting en indeling van de afdeling. Daarnaast is het veilig en optimaal gebruik van apparatuur essentieel en dient geprotocolleerd te worden gewerkt volgens vigerende wet- en regelgeving, waarbij de drie basisprincipes rechtvaardiging, optimalisatie en dosislimieten leidend zijn.
Jorn van Dalen

Praktische uitvoering nucleair geneeskundige onderzoeken

Voorwerk
8. Voorbereiding, uitvoering en beoordeling van gammacamera-onderzoeken
Samenvatting
Op de afdeling nucleaire geneeskunde worden verschillende onderzoeken uitgevoerd met behulp van de gammacamera. Voor vrijwel elk onderzoek wordt een andere voorbereiding gevraagd, een ander radiofarmacon gebruikt en is een andere acquisitie noodzakelijk. Hierdoor kunnen er aanzienlijke verschillen tussen onderzoeken zijn met betrekking tot patiëntvoorbereiding, positionering van de patiënt en gebruikte scanprotocollen (zoals acquisitietijden en collimatoren). Ondanks de verschillen tussen onderzoeken zijn er ook overeenkomsten. Deze algemene praktische zaken rondom de voorbereiding en uitvoering van gammacamera-onderzoeken zijn het onderwerp van dit hoofdstuk. Hierbij zullen de verschillende aspecten waarmee de MBB’er in aanraking zal komen, zoals de onderzoeksaanvraag, patiëntidentificatie, toedienwijzen van radiofarmaca en opnametechnieken, aan bod komen. Kennis van deze praktische zaken is essentieel voor het verkrijgen van beelden met een optimale beeldkwaliteit en voor een veilige omgeving voor de MBB’eren de patiënt.
Demi Isabel Isabel Jansen, Anna K. Twiest, Anne I. J. Arens
9. Voorbereiding, uitvoering en beoordeling van PET/CT-onderzoeken
Samenvatting
Positronemissietomografie (PET) vormt een steeds belangrijker deel van de nucleair geneeskundige onderzoeken, onder andere door de hogere gevoeligheid en hogere spatiële resolutie van PET ten opzichte van planaire scintigrafie en SPECT. Door de toevoeging van CT-beeldvorming (PET/CT) kan de stapeling van het radiofarmacon nauwkeuriger worden gelokaliseerd. Het meest gebruikte radiofarmacon voor PET-beeldvorming, het radioactieve glucoseanalogon (2-deoxy-2-[18F]fluoro-D-glucose ([18F]FDG), kent vele klinische indicaties. Naast [18F]FDG vinden steeds meer radiofarmaca hun weg naar de kliniek, bijvoorbeeld PSMA-liganden voor beeldvorming van prostaatkanker, en somatostatine-analogen, zoals [68Ga]Ga-octreotaat voor neuro-endocriene tumoren en [18F]fluoro-estradiol voor borstkanker. Voor een betrouwbaar, reproduceerbaar en goed beoordeelbaar onderzoek zijn een adequate voorbereiding van de patiënt en een adequate uitvoering van het onderzoek van groot belang. In dit hoofdstuk worden de werking, voorbereiding, uitvoering en de belangrijkste aandachtspunten bij PET-onderzoeken besproken. Tevens wordt aandacht besteed aan de uitvoering van speciale PET-technieken.
Erik Vegt, Natascha Bruin
10. Kwaliteit van medische apparatuur
Samenvatting
Om het correct functioneren van medische apparatuur bij klinisch gebruik op de afdeling nucleaire geneeskunde te garanderen dienen periodiek kwaliteitscontroles te worden uitgevoerd. Deze controles zijn veelal onderdeel van een bredere kwaliteitsborging die van toepassing is op de gehele levenscyclus van medische apparatuur. Dit hoofdstuk begint met een korte introductie van terminologie omtrent kwaliteitsborging van medisch apparatuur en een beschrijving van de relevante nationale en internationale regelgeving. Daarna worden verschillende aspecten van routinematige kwaliteitscontrole behandeld, waaronder het belang van de oplettendheid van de gebruikers, keuze van te testen apparatuur en uit te voeren tests en het belang van periodiek onderhoud. Voor zowel gammacamera’s als PET/CT-scanners wordt dieper ingegaan op een aantal specifieke testprotocollen waarbij MBB’ers doorgaans betrokken zijn, zoals homogeniteit, rotatiemiddelpunt, gevoeligheid en uitlijning van de gammacamera en dagelijkse kwaliteitscontrole (daily QC), beeldkwaliteit en kwantificatie in het geval van de PET/CT. Ten slotte wordt kwaliteitscontrole van medische software kort belicht.
Erik-Jan Rijkhorst, Michiel Sinaasappel
11. Beeldbewerkingen
Samenvatting
Na de praktische uitvoering van het onderzoek op de beeldvormende modaliteit zijn de beelden klaar voor verdere verwerking en beoordeling. De MBB’er is verantwoordelijk voor een goede afronding van het onderzoek en het doorsturen van relevante beelddata en uitwerkingen naar de nucleair geneeskundige. In enkele gevallen is het noodzakelijk om kwantitatieve metingen aan beelden te verrichten. In de klinische praktijk zal de MBB’er betrokken zijn bij het uitwerken en berekenen van kwantitatieve maten uit de nucleair geneeskundige onderzoeken. De uitkomsten van deze kwantitatieve analyse kunnen vervolgens door de nucleair geneeskundige gebruikt worden voor de klinische besluitvorming. Derhalve zal de MBB’er kennis moeten hebben van de routering, weergave, bewerkingen en de uiteindelijke analyse van nucleair geneeskundige beelden. Dit hoofdstuk zal zich richten op deze aspecten en de verschillende stappen die nodig zijn voor het analyseren van nucleair geneeskundige beelden. Hierbij zullen veelvoorkomende beeldbewerking en -analysestappen tezamen met relevante voorbeelden behandeld worden.
Willem Grootjans

Klinische onderzoeken

Voorwerk
12. Skelet
Samenvatting
Dit hoofdstuk beschrijft de nucleaire beeldvorming van het skelet, inclusief de principes van botfysiologie in relatie tot de gebruikte radiofarmaca in fysiologische omstandigheden en bij botziekten. Bij skeletscintigrafie wordt middels een technetium-99m (99mTc-)gelabelde difosfonaatverbinding zeer sensitief de verdeling van botombouw in het skelet afgebeeld. Het nut van skeletscintigrafie en de meest voorkomende indicaties en relatie tot andere beeldvorming komen in dit hoofdstuk aan de orde. Ook worden de meest gangbare procedures en praktische handvatten voor het uitvoeren van dit onderzoek gegeven. Naast conventionele skeletscintigrafie is er sinds enkele jaren toenemende interesse in het afbeelden van botombouw met fluor-18 (18F). Het voordeel van Na[18F]F PET/CT-beeldvorming ten opzichte van conventionele skeletscintigrafie is een hogere spatiële resolutie, absolute kwantificatiemogelijkheden en logistieke voordelen (snellere radiofarmaconstapeling in het bot en kortere acquisitietijden). Daarnaast kunnen voor het afbeelden van ossale infectie en inflammatie 2-deoxy-2-[18F]fluoro-D-glucose ([18F]FDG) PET/CT, indium-111 (111In)- of 99mTc-gelabelde leukocyten, 99mTc-gelabelde monoklonale antigranulocyten en [99mTc]Tc-nanocolloïd worden gebruikt.
Wouter van der Bruggen, Willem Grootjans
13. Botdensitometrie
Samenvatting
Dual energy X-ray absorptiometrie (DXA) is een veelgebruikte techniek voor het vaststellen van een verlaagde botdichtheid en wordt tegenwoordig beschouwd als de gouden standaard voor botdensitometrie. Van aanvullende waarde is de gelijktijdige vertebral fracture assessment (VFA) voor het vaststellen van (onbekende) wervelfracturen. Leerdoel van dit hoofdstuk is om op de hoogte te zijn van de juiste indicaties, uitvoering, interpretaties en mogelijke pitfalls bij DXA en VFA.
Riemer Slart, Melanie van der Klauw
14. Hart
Samenvatting
Er zijn verschillende beeldvormende technieken binnen de nucleaire geneeskunde die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het in kaart brengen van het hart en de hartfunctie. De doorbloeding van de hartspier kan worden afgebeeld middels myocardperfusiescintigrafie met SPECT of PET. Ook zijn er mogelijkheden om de pompfunctie van de hartkamers af te beelden. Met [18F]FDG-PET kan de vitaliteit van hartspierweefsel worden afgebeeld bij chronisch zuurstoftekort en kunnen ontsteking en infecties van het hart of hartkleppen worden gedetecteerd. Met [123I]I-mIBG zijn metingen van zenuwactiviteit in de hartspier mogelijk bij hartfalen. In dit hoofdstuk worden de uitvoering en de toepassing van de genoemde procedures belicht.
Remco Knol, Hein Verberne, Riemer Slart
15. Hersenen
Samenvatting
Binnen de neurologie en geriatrie wordt nucleaire beeldvorming gebruikt voor diagnostiek van neurodegeneratieve aandoeningen, c.q. bewegingsstoornissen en dementiële aandoeningen, waarbij met verschillende tracers diverse processen in beeld worden gebracht. Dopaminerge beeldvorming middels DaT-SPECT-of [18F]F-DOPA-PET-scans kan worden gebruikt om aandoeningen met een dopaminerg tekort te diagnosticeren. Daarnaast spelen onder ander de [18F]FDG-PET-scan en amyloïd PET-scan een belangrijke rol bij het diagnosticeren van neurodegeneratieve aandoeningen, c.q. bewegingsstoornissen en dementiële aandoeningen. In dit hoofdstuk zullen alle methoden en toepassingen uitvoerig besproken worden.
Silvia Eshuis
16. Nieren en urinewegen
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt de rol van de twee voornaamste nucleair geneeskundige onderzoeken, de renografie en de nierscintigrafie, besproken. Deze zijn van grote belang bij de diagnostiek van nierziekten bij prerenale, renale en postrenale nierfunctiestoornissen. De onderliggende anatomie en (patho)fysiologie, de hiervoor gebruikte radiofarmaca en de uitvoering van de onderzoeken worden uitgelegd, alsmede de radionuclidenmictiecystografie.
Roland Kengen
17. Longen
Samenvatting
De longperfusie- en ventilatiescintigrafie worden gebruikt bij patiënten met de verdenking op longembolieën. Met behulp van gelabelde macroaggregaten wordt een beeld gevormd van de (sub)segmentele longdoorbloeding. Hiermee kunnen perfusiedefecten, die onder andere veroorzaakt kunnen worden door longembolieën, zichtbaar gemaakt worden. Tegelijkertijd kan met een ventilatiescintigrafie de ventilatie over de longvelden worden beoordeeld, waarbij ook andere longziekten dan perfusieafwijkingen ventilatieafwijkingen kunnen geven van de grotere of kleinere luchtwegen. Bij een acute longembolie zal de ventilatie in principe intact blijven. Een longperfusiescintigrafie kan ook worden gebruikt om de links-rechtsverdeling en regionale functiebijdrage aan de longfunctie te bepalen, zodat een schatting gemaakt kan worden van de longfunctie na een longoperatie. Bij een verdenking op aspiratie waarbij voeding in de longen terechtkomt, kan een aspiratiedetectie een pulmonale microaspiratie aantonen.
Peter Kaldeway, Edwin Usmanij
18. Spijsvertering en lever/milt
Samenvatting
Het maag-darmkanaal voorziet in de energie- en voedselbehoefte van het lichaam en verzorgt de excretie van afval- en reststoffen. Het voedsel wordt gekauwd, ingeslikt, vermalen en verteerd, en vervolgens worden de voedingsstoffen geresorbeerd en de afvalstoffen geëlimineerd. De lever speelt een belangrijke rol in de spijsvertering door de aanmaak van gal, en heeft een belangrijke functie in de koolhydraat-, vet- en eiwitstofwisseling. De gal zorgt voor de bewerking van vetten, voorafgaand aan de resorptie. Het maag-darmkanaal is sterk doorbloed en kan soms een bron van bloedverlies zijn. Van oudsher wordt nucleaire beeldvorming toegepast voor het verkrijgen van functionele informatie over de voortbeweging en resorptie van voedselbestanddelen en het vaststellen van een bloedingsfocus. In dit hoofdstuk worden de meest voorkomende nucleaire beeldvormende onderzoeken van de spijsvertering, lever en milt beschreven.
Roel Bennink
19. Endocriene aandoeningen
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden de werking en meest voorkomende ziekten van de hormoonproducerende klieren behandeld voor zover zij relevant zijn voor de diagnostiek door de afdeling nucleaire geneeskunde. Dit betreffen ziekten van de schildklier, de bijschildklieren en de bijnieren. Naast basaal begrip van de anatomie en de fysiologie van deze organen, inclusief hun hormonen en hormonale regelmechanismen, zullen in hoofdlijnen de belangrijkste endocriene ziekten besproken worden: dit zijn de goedaardige aandoeningen thyreotoxicose, struma, primaire hyperparathyreoïdie en het feochromocytoom. Ook wordt de diagnostiek van hormoonproducerende maligniteiten besproken, waaronder schildklierkanker, bijschildklierkanker, bijnierkanker, neuro-endocriene tumoren, paragangliomen en het neuroblastoom. Het hoofdstuk richt zich primair op de veelgebruikte diagnostische technieken die bij deze ziektebeelden worden gebruikt.
Dennis Vriens
20. Infectie en ontsteking
Samenvatting
Infectie- en ontstekingsziekten komen steeds vaker voor en maken ook steeds meer deel uit van de routine bij beeldvorming binnen de nucleaire geneeskunde. Verschillende radiofarmaca zijn beschikbaar voor het afbeelden van infecties en ontstekingen, maar in de dagelijkse praktijk maken we eigenlijk alleen maar gebruik van twee technieken: [18F]FDG-PET/CT en met In-111 of Tc-99m gelabelde witte bloedcellen (leukocytenscan) met SPECT/CT. In dit hoofdstuk worden beide beeldvormende technieken besproken, met uitleg over de patiëntvoorbereiding, scan-acquisitie en scan-interpretatie bij infecties en ontstekingen. Daarna wordt voor verschillende indicaties – te weten koorts met onbekende oorzaak (FUO), infecties in of nabij het hart (endocarditis), geïnfecteerde vaatprothese, vasculitis en polymyalgia rheumatica, infecties van het musculoskeletaal systeem, ontstekingen in de thorax, ontstekingen in het maag-darmkanaal, bacteriëmie, immuungecompromitteerde patiënten, geïnfecteerde lever- en niercysten – beschreven wat de rol is van deze beeldvormende technieken, geïllustreerd met scans uit de klinische praktijk.
Andor Glaudemans, Wim Oyen
21. Lymfestelsel
Samenvatting
De belangrijkste functies van het lymfestelsel zijn regulatie en afvloed van interstitieel vocht, ondersteuning van het immuunsysteem en vetabsorptie vanuit de darm. Een verminderde functie van het lymfestelsel leidt tot accumulatie van vocht in de interstitiële ruimte (lymfoedeem). Lymfoedeem kan ontstaan door een aangeboren lymfatisch defect of door extrinsieke oorzaken die het lymfestelsel later in het leven beschadigen. Lymfescintigrafie is de gouden standaard om de functionele capaciteit van het lymfestelsel in kaart te brengen. Daarnaast speelt het lymfestelsel een rol bij metastasering van maligniteiten. De schildwachtklierprocedure beoogt het in beeld brengen van de zogeheten schildwachtklieren, ook wel sentinel node genoemd, van een bepaalde maligniteit. Dit zijn lymfeklieren die als eerste door lymfevocht vanuit een tumor worden gepasseerd en derhalve ook als eerste lymfeklieren maligne cellen zouden kunnen bevatten. Door het opsporen en pathologisch nakijken van deze klieren kunnen metastasen in een vroeg stadium worden gedetecteerd, wat de behandeling kan beïnvloeden.
Janine Dickinson-Blok, Robert Damstra, Daphne Rietbergen
22. Tumoren
Samenvatting
Tegenwoordig is kanker de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland. Doordat behandelmogelijkheden verbeteren, neemt de overleving van kankerpatiënten ook toe. Om de beste behandeling voor een patiënt met kanker te kiezen, is het belangrijk om te bepalen hoe ver de tumor is uitgebreid en of er uitzaaiingen zijn – dit noemen we stadiëren. Hierbij spelen nucleair geneeskundige technieken een belangrijke rol. Ook bij het bepalen van de respons op behandelingen of het opsporen van recidieven na therapie wordt regelmatig gebruikgemaakt van nucleaire scans. Vooral [18F]FDG-PET/CT is heel gevoelig voor het opsporen van verschillende soorten kanker. Voor sommige specifieke soorten tumoren zijn andere scans geschikter, zoals een PET/CT met een PSMA-ligand voor prostaatcarcinoom en somatostatinereceptor-PET/CT voor neuro-endocriene tumoren. Conventionele botscans worden nog steeds veel gebruikt voor het vinden van botmetastasen. In dit hoofdstuk worden de meest voorkomende tumoren besproken, alsmede de radiofarmaca die voor diagnostiek ervan worden gebruikt.
Julia Huijbregts, Erik Vegt

Therapie

Voorwerk
23. Patiëntendosimetrie
Samenvatting
De verschillende nucleaire onderzoeken die ingezet worden in de klinische praktijk en binnen wetenschappelijk onderzoek resulteren in een specifieke geabsorbeerde dosis voor de patiënt. Deze dosis is afhankelijk van zowel de fysische als de biologische eigenschappen van een radiofarmacon. De dosimetrische methoden waarmee de geabsorbeerde dosis in specifieke organen (equivalente orgaandosis) en in het gehele lichaam (effectieve dosis) bepaald worden, zijn gespecificeerd in verschillende aanbevelingen vanuit de International Commission on Radiological Protection (ICRP). Dit hoofdstuk beschrijft relevante grootheden, onderliggende (biokinetische) modellen en aannamen die gehanteerd worden binnen de patiëntendosimetrie.
Linda de Wit-van der Veen
24. Radionuclidentherapie
Samenvatting
Radionuclidentherapie is een minimaal invasieve behandelmethode die uitgaat van selectieve en langdurige afgifte van stralingsdoses binnen weefsel. Voor deze therapie worden radionucliden die tijdens radioactief verval alfa- of bètastraling uitzenden toegediend aan een patiënt, waardoor er inwendige bestraling van organen of weefsels plaatsvindt. Meestal wordt het radionuclide gekoppeld aan een biologisch molecuul dat vervolgens toegediend wordt aan de patiënt (systemische behandeling). Hierdoor kan in theorie elke anatomische locatie zowel afgebeeld als inwendig bestraald worden (een concept dat ook wel bekendstaat als ‘theranostics’). Behalve voor de behandeling van tumoren, bijvoorbeeld [131I]I-mIBG bij neuro-endocriene tumoren, wordt radionuclidentherapie ook toegepast bij enkele goedaardige aandoedingen, zoals hyperthyreoïdie (131I-therapie) en gewrichtsziekten (radiosynovectomie). In dit hoofdstuk worden de algemene principes van radionuclidentherapie beschreven, evenals factoren die van invloed zijn op de therapeutische effectiviteit. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van radionuclidentherapieën in de praktijk.
Linda de Wit-van der Veen, Marcel Stokkel

Zeldzame of niet meer uitgevoerde onderzoeken

Voorwerk
25. Nucleair geneeskundige onderzoeken die incidenteel of niet meer gedaan worden
Samenvatting
Nucleaire geneeskunde als medisch specialisme kent een lange voorgeschiedenis van wetenschappelijk onderzoek op de gebieden van de geneeskunde, scheikunde, fysica en techniek. In de jaren '70, '80 en '90 van de vorige eeuw werd een heel scala aan experimentele radionucliden en radiofarmaca gemaakt voor wetenschappelijk onderzoek naar fysiologische processen in het lichaam. Veel van deze wetenschappelijke onderzoeken bleken ook van nut voor reguliere diagnostiek van ziekteprocessen, waar op dat moment (nog) geen andere methode voor beschikbaar was. De lage aantallen van deze onderzoeken, de eisen aan radiofarmaca en de kosten voor de productie van deze radiofarmaca in combinatie met ontwikkeling van andere (veel goedkopere) diagnostische methoden die niet gebruikmaken van radionucliden, zorgden ervoor dat veel van deze onderzoeken heden ten dage niet of nauwelijks meer met radionucliden worden uitgevoerd. In dit hoofdstuk worden enkele van deze onderzoeken kort beschreven; voorbeelden zijn de traanwegscintigrafie, speekselklierscintigrafie, de Schilling-test, lever-miltscintigrafie en de bepaling van het plasmavolume.
Wim van den Broek
Nawerk
Meer informatie
Titel
Nucleaire geneeskunde
Redacteuren
Willem Grootjans
Anne Arens
Peter Barneveld
Natascha Bruin
Anna Twiest
Copyright
2023
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2819-2
Print ISBN
978-90-368-2818-5
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2819-2