Samenvatting
Huisartsen maken onderscheid tussen ‘grote’ en ‘kleine’ psychiatrie. Onder ‘grote’ psychiatrie worden de psychiatrische aandoeningen verstaan die opname in een psychiatrisch ziekenhuis noodzakelijk maken, of het leven van de patiënt ontwrichten dan wel normaal sociaal contact onmogelijk maken. Voorbeelden zijn de acute en chronische psychosen, ernstige depressies en ernstige persoonlijkheidsstoornissen. Veel vaker heeft de huisarts echter te maken met mensen met minder ernstige psychische stoornissen, de kleine psychiatrie. Tot deze categorie worden de functionele stoornissen gerekend die in de CMR tot de meest frequent geregistreerde aandoeningen behoren. In tabel 5.1.1 wordt een overzicht gegeven van de incidenties van de aandoeningen behorend tot dit hoofdstuk.