Gepubliceerd in:
01-11-2011 | BERICHTEN UIT HET NCVB
Preventie bij kinderwens en zwangerschap
Auteur:
Teus Brand
Gepubliceerd in:
TBV – Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde
|
Uitgave 9/2011
Log in om toegang te krijgen
Extract
Een 30-jarige vrouw is werkzaam op een researchlaboratorium van een academisch ziekenhuis. Zij heeft een kinderwens en vraagt zich af of de stoffen waarmee zij in aanraking komt tijdens haar werkzaamheden bij een eventuele zwangerschap schadelijk kunnen zijn voor haar baby. En of zij hier al rekening mee moet houden in de fase waarop ze nog niet zwanger is. Zij besluit een afspraak te maken voor het arbeidsgezondheidskundig spreekuur van de bedrijfsarts bij de interne arbodienst van het ziekenhuis. Op het spreekuur brengt zij haar kinderwens ter sprake en de zorgen die zij zich maakt over de gevolgen van de mogelijke blootstelling aan chemische stoffen. De bedrijfsarts is bekend met de situatie op haar werkplek, maar pakt er voor de zekerheid de onlangs geactualiseerde risico-inventarisatie en -evaluatie bij. In haar situatie gaat het om een aantal organische oplosmiddelen, waarvan er drie als (mogelijk) mutageen zijn geclassificeerd. Uit metingen blijkt overigens dat de afzuiging in de zuurkasten goed werkt, waardoor er nagenoeg geen blootstelling is. De bedrijfsarts probeert haar met deze informatie gerust te stellen, maar adviseert haar bij kinderwens, eventuele zwangerschap en borstvoedingsperiode niet meer met de mutagene stoffen te werken. Hij stelt voor in overleg met het hoofd van het laboratorium tijdelijk werkzaamheden te verrichten waarbij ze niet in aanraking kan komen met deze mutagene stoffen. Na enig overleg krijgt ze ander werk, waarin ze tot haar zwangerschapsverlof heeft doorgewerkt. …