Skip to main content
Top

2021 | OriginalPaper | Hoofdstuk

9. Pijnmodulerende systemen

Auteur : Dr. Ben van Cranenburgh

Gepubliceerd in: Pijn

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Ons pijnsysteem is geen statisch systeem van opstijgende banen, maar kan gemoduleerd worden door afdalende systemen die hun oorsprong hebben in de hersenstam (PAG = periaqueductale grijze stof, en RVM = rostroventromediaal medullair gebied). Via deze systemen kan de pijngevoeligheid gericht worden afgestemd op de situatie. Dit kan inhibitie of facilitatie zijn. Wanneer overleving prioriteit heeft, zien we een pijninhibitie: stress-analgesie. In dergelijke situaties zou pijn de kans op overleving kunnen verminderen. In andere situaties, bijvoorbeeld weefselschade, ontsteking en kwetsbaarheid, zien we juist een toename van de pijngevoeligheid: stress-sensitisatie. Sommige pijnmodulerende systemen werken via endorfinen: lichaamseigen, morfineachtige stoffen. Pijnmodulerende systemen kunnen door uiteenlopende factoren worden beïnvloed: stress, emoties, cognities, verwachtingen, leerprocessen, counterstimulation of acupunctuur. Pijnvermindering door een placebo blijkt voor een groot deel via endorfinerge pijninhiberende systemen tot stand te komen. Een nocebo-effect ontstaat onder andere wanneer de patiënt meer pijn verwacht, bijvoorbeeld door negatieve informatie (‘uw rug is versleten’). Via pijnfaciliterende systemen wordt dan de pijngevoeligheid vergroot.
Bijlagen
Alleen toegankelijk voor geautoriseerde gebruikers
Metagegevens
Titel
Pijnmodulerende systemen
Auteur
Dr. Ben van Cranenburgh
Copyright
2021
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2592-4_9