Gepubliceerd in:
2021 | OriginalPaper | Hoofdstuk
21. Pijnbestrijding: verkenning en uitgangspunten
Samenvatting
Wat betreft pijn ligt in de medische wereld een sterk accent op behandeling met medicijnen en op het opsporen van een eventuele onderliggende ziekte. Bij chronische pijn is deze onderliggende ziekte meestal niet te vinden. Het gevolg is dat vele chronische pijnpatiënten niet adequaat bejegend en behandeld worden. Gezien de omvang van het chronische pijnprobleem (prevalentie rond 20 % van de mensen) zou op de eerste plaats gedacht moeten worden aan preventie. Helaas worden echter de meeste onderzoeksgelden besteed aan farmacologische therapie; pijn vormt een enorme bron van inkomsten… De tijd is gekomen om de prioriteiten anders te stellen.
Aan iedere eventuele pijnbestrijding dient een pijnanalyse vooraf te gaan: Wat is de zin van de pijn? Moet deze wel bestreden worden? Is er nociceptie of overheerst de neurogene component? Iedere behandeling vindt plaats binnen een therapeutische situatie: patiënt, therapeut/dokter, de therapie en de omgevingscontext. Het effect van een therapie hangt af van alle vier componenten van deze therapeutische situatie, en dus niet van de therapie alleen. Helaas is chronische pijn vaak iatrogeen, dat wil zeggen, wordt veroorzaakt door medische ingrepen (die soms juist bedoeld zijn om pijn te bestrijden).