Samenvatting
Sinds kort vormen persoonlijkheidsstoornissen niet meer het exclusieve terrein van de volwassenenzorg. Sinds een aantal jaren is er namelijk in toenemende mate aandacht voor persoonlijkheidspathologie bij zowel adolescenten als ouderen. Bij ouderen (60 > jaar) is inmiddels een toenemend aantal empirische studies verricht op het gebied van de epidemiologie, diagnostiek en behandeling van persoonlijkheidsstoornissen. De meerderheid van de gevonden publicaties is echter nog steeds beschrijvend van aard, zoals gevalsstudies, expertstudies, literatuurstudies of editorials over 60-plussers met persoonlijkheidsstoornissen. Allereerst wordt een overzicht gegeven van het concept in relatie tot temporele stabiliteit en heterotypische continuïteit, gevolgd door de prevalentie, het beloop en de etiologie van persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen. Hierna wordt ingegaan op diagnostische en behandelingaspecten. De centrale vraag in dit hoofdstuk is: wat maakt ouderen met persoonlijkheidsstoornissen nu zo specifiek?