Samenvatting
Persoonlijke eigenschappen die bijdragen aan leiderschap, hebben te maken met jezelf inleven in de ander en een goed begrip hebben van de situatie. Om de ander goed te kunnen begrijpen, moet je zelf zicht hebben op je persoonlijke en professionele identiteit en op de wederzijdse beïnvloeding in de context, dus wat de ander en/of de organisatie met jou doet en hoe dit interacteert met jou als persoon en je professionele socialisatie. Met andere woorden: om de ander in beweging te brengen, ben je zelf het instrument. En om dit instrument goed te ‘stemmen’ en te onderhouden, is het volgende van belang: (1) wees je bewust van persoonlijke en professionele waarden, normen, gevoelens en patronen die je meeneemt in je (beroepsmatig) handelen; (2) ken en erken de context waarin je verkeert, met de bijbehorende perspectieven; dit betekent ook het kennen en erkennen van het perspectief van de cliënt en je plaats in de organisatie; (3) neem vervolgens de plek in die je toebehoort als belangenbehartiger van de cliënt. Reflectie is een cruciaal hulpmiddel om persoonlijk leiderschap waar te maken binnen de professionele context. Reflectie is niet alleen nodig op individueel niveau maar ook op teamniveau, om zo te komen tot een gedragen visie: ‘hier staan we echt voor’.