Samenvatting
De ondervoede oudere patiënt heeft dikwijls verscheidene functiebeperkingen en/of aandoeningen en er zijn dwarsverbanden met andere zorgproblemen, zoals decubitus, valincidenten en delirium. Ouderen zijn kwetsbaarder voor uitdroging dan jongeren door de veranderingen die in de water- en zouthuishouding optreden als gevolg van het normale verouderingsproces. De prevalentie van ondervoeding stijgt met de leeftijd. Verschillende orgaansystemen zijn bij ondervoeding betrokken: het motorisch systeem, het endocrien systeem, het afweersysteem, het digestief systeem en het zintuiglijk systeem. Ouderen verschillen in de manier waarop ze omgaan met een verstoring van de voedings- en vochthuishouding. Het lichamelijk onderzoek om dehydratie bij ouderen vast te stellen is niet eenvoudig. Wat betreft interventies bij ondervoeding of dehydratie is er veel aandacht voor zelfmanagementondersteuning. De belangrijkste preventieve interventie bij ondervoeding is tijdige screening. Soms kan het nodig zijn ‘vocht op recept’ voor te schrijven.