Inleiding
Een 35-jarige man maakt in december 2008 tweemaal een gegeneraliseerd insult door waarna hij rechtszijdig uitvalsverschijnselen houdt; hij heeft krachtverlies in zowel zijn been als arm. Een MRI-onderzoek van de hersenen laat een groot ruimte-innemend proces zien links frontopariëtaal. Hij wordt geopereerd; de PA-uitslag wijst uit dat het om een glioblastoma multiforme gaat. In januari 2009 start hij een serie bestralingen in combinatie met en gevolgd door adjuvante temozolomidechemotherapie. Het gaat de patiënt en zijn vrouw een periode heel goed; hij wil en kan zijn werk gedeeltelijk hervatten. Een jaar na de operatie maakt hij opnieuw een insult door, een MRI laat een recidieftumor zien. Hij is erg suf, slaapt veel en heeft rechts krachtverlies: aanleiding voor een hogere dosis dexamethason en verhoging van anti-epileptica. In januari 2010 start hij in studieverband met bevacizumab, een angiogeneseremmer. Hij ontwikkelt ten gevolge van de dexamethason die hij aldoor nodig heeft een myopathie en er ontstaan gedragsveranderingen zoals euforie en kinderlijk gedrag.