Samenvatting
In de beschrijving van relationele gestoordheid zijn twee begrippen centraal gesteld, namelijk nabijheid en zelfbeeld. De nabijheidsproblematiek constateerden we in de ambivalentie van nabijheid zoeken en nabijheid weren. De zelfbeeldproblematiek zagen we in de negatieve zelfwaardering. Beide begrippen zijn in H.
3 genoemd in relatie met hechting. In het eerste gedeelte van dit hoofdstuk wordt het begrip nabijheid bekeken, met behulp van de omschrijvingen uit het existentialisme, met als doel tot een bruikbare omschrijving ervan te komen. In het tweede deel worden de verschillende nabijheidsvormen in de ontwikkeling van het kind beschreven. De ‘Cirkel van Veiligheid’ is daarbij een hulpmiddel. In H.
3 zijn de begrippen zelfbeeld en zelfregulatie besproken met een voorbeeld van het proces van een kind en van een jongere, evenals dat in H.
8 is gedaan.