Samenvatting
Fasetherapie is bedoeld voor jeugdigen tot ongeveer zestien jaar met een problematische gehechtheid. Het betreft jeugdigen die wel ervaring hebben met een gehechtheidsrelatie, maar die relatie is of verbroken of onveilig geweest (Zeanah & Boris, 2000). Deze kinderen zijn wantrouwend en angstig in relaties en hebben geen vertrouwen in de beschikbaarheid van de volwassene. Ze hebben moeite om de nabijheid van een ander te verdragen. Hun gedrag kenmerkt zich door nabijheid wensen nabijheid weren. In de beginfase gaat het om opbouwen van vertrouwen. Na de eerste behandelperiode start de fasebehandeling, waarbij de dagelijkse verzorgers ingezet worden als cotherapeuten. De behandeling laat de jeugdige de nabijheidsvormen van de ontwikkeling ervaren. Belangrijk hierbij: een kind of jeugdige moet het willen, er mag absoluut geen dwang zijn en regressie wordt tegengegaan (door het tijdsbestek van tien minuten te bewaken en door de cognitieve factor: alles wordt uitgelegd aan het kind). Dit geldt voor de hele behandeling; het kind of de jeugdige praat mee in wat er gebeurt, of hij iets wel of juist niet wil. Tevens is de begeleiding van de dagelijkse opvoeders van groot belang voor het juist uitvoeren van deze behandeling.