Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: GZ - Psychologie 2/2009

01-12-2009 | Casus

Moord in de familie

Niets is wat het lijkt, als je maar goed kijkt (naar C.C.S. Crone)

Auteur: Prof. dr. Corine de Ruiter

Gepubliceerd in: GZ - Psychologie | Uitgave 2/2009

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Steeds meer gz-psychologen zijn werkzaam in de forensische sector, en dat aantal zal de komende jaren zeker nog toenemen getuige de prognoses. Daar staat tegenover dat in Nederland op dit moment het opleidingsaanbod op het gebied van de forensische psychologie (nog) beperkt is. Forensische casuïstiek is bijna altijd complex en doet een maximaal beroep op de kennis en het analytisch/kritisch denkvermogen van de psycholoog die de forensische cliënt diagnostisch onderzoekt of behandelt. In deze serie worden aan de hand van gevalsstudies belangrijke thema’s uit de forensische psychologie belicht.
Voetnoten
1
Remco (fictieve naam) heeft de auteur schriftelijk toestemming gegeven voor het uitbrengen van een wetenschappelijke publicatie voor vakgenoten over zijn casus. Namen van personen en niet relevante details zijn gewijzigd. De testresultaten en relevante informatie niet.
 
2
Voor de interpretatie van de MMPI-2 is gebruik gemaakt van een van de standaardhandboeken op dit terrein: A.F. Friedman, R. Lewak, D.S. Nichols & J.T.Webb (2001). Psychological assessment with the MMPI-2. Mahwah, New Jersey: Erlbaum.
 
3
De RIM is afgenomen, gescoord en geïnterpreteerd volgens het Comprehensive System van de Amerikaanse psycholoog John E. Exner. Dit scorings- en interpretatiesysteem is op dit moment wereldwijd het meest gebruikte en best wetenschappelijk onderbouwde RIM systeem. Bij de interpretatie van de Rorschach van Remco werd gebruik gemaakt van: A primer for Rorschach interpretation van J.E. Exner (2003), Asheville, North Carolina, Rorschach Workshops.
 
Literatuur
go back to reference ¦ Aldridge, M.L. & Browne, K.D. (2003). Perpetrators of spousal homicide: A review. Trauma, Violence & Abuse, 4, 265-276.CrossRefPubMed ¦ Aldridge, M.L. & Browne, K.D. (2003). Perpetrators of spousal homicide: A review. Trauma, Violence & Abuse, 4, 265-276.CrossRefPubMed
go back to reference Belfrage, H. & Rying, M. (2004). Characteristics of spousal homicide perpetrators: A study of all cases of spousal homicide in Sweden 1990-1999. Criminal Behaviour and Mental Health, 14, 121-133.CrossRefPubMed Belfrage, H. & Rying, M. (2004). Characteristics of spousal homicide perpetrators: A study of all cases of spousal homicide in Sweden 1990-1999. Criminal Behaviour and Mental Health, 14, 121-133.CrossRefPubMed
go back to reference Dutton, D.G. & Kerry, G. (1999). Modus operandi and personality disorder in incarcerated spousal killers. International Journal of Law and Psychiatry, 22, 287-299.CrossRefPubMed Dutton, D.G. & Kerry, G. (1999). Modus operandi and personality disorder in incarcerated spousal killers. International Journal of Law and Psychiatry, 22, 287-299.CrossRefPubMed
go back to reference Dutton, D.G. (2002). The neurobiology of abandonment homicide. Aggression and Violent Behavior, 7, 407-421. Dutton, D.G. (2002). The neurobiology of abandonment homicide. Aggression and Violent Behavior, 7, 407-421.
go back to reference Meloy, J.R. (1992).Violent attachments. Northvale, NJ: Jason Aronson. Meloy, J.R. (1992).Violent attachments. Northvale, NJ: Jason Aronson.
go back to reference Meloy, J.R. (2002). Spousal homicide and the subsequent staging of a sexual homicide at a distant location. Journal of Forensic Sciences, 47, 395-398.CrossRefPubMed Meloy, J.R. (2002). Spousal homicide and the subsequent staging of a sexual homicide at a distant location. Journal of Forensic Sciences, 47, 395-398.CrossRefPubMed
go back to reference Merckelbach, H.L.G.J., Crombag, H.F.M. & van Koppen, P.J. (2003). Over het corrumperend effect van verwachtingen op forensische expertise. Nederlands Juristenblad, 78, 710-716. Merckelbach, H.L.G.J., Crombag, H.F.M. & van Koppen, P.J. (2003). Over het corrumperend effect van verwachtingen op forensische expertise. Nederlands Juristenblad, 78, 710-716.
go back to reference Ruiter, C. de (2004). Forensisch gedragsonderzoek in strafzaken. Justitiële Verkenningen, 30, 50-61. Ruiter, C. de (2004). Forensisch gedragsonderzoek in strafzaken. Justitiële Verkenningen, 30, 50-61.
go back to reference Ruiter, C. de (2007). Een dubieuze gedragskundige rapportage bij een ontkennende verdachte. De casus van de Anjummer pensionmoorden. Proces: Tijdschrift voor Strafrechtspleging, 86, 136-145. Ruiter, C. de (2007). Een dubieuze gedragskundige rapportage bij een ontkennende verdachte. De casus van de Anjummer pensionmoorden. Proces: Tijdschrift voor Strafrechtspleging, 86, 136-145.
go back to reference Showalter, C.R., Bonnie, R.J. & Roddy, V. (1980). The spousal-homicide syndrome. International Journal of Law & Psychiatry, 3, 117-141.CrossRef Showalter, C.R., Bonnie, R.J. & Roddy, V. (1980). The spousal-homicide syndrome. International Journal of Law & Psychiatry, 3, 117-141.CrossRef
go back to reference Wertham, F. (1937). The catathymic crisis. Archives of Neurology and Psychiatry, 37, 974-978.CrossRef Wertham, F. (1937). The catathymic crisis. Archives of Neurology and Psychiatry, 37, 974-978.CrossRef
Metagegevens
Titel
Moord in de familie
Niets is wat het lijkt, als je maar goed kijkt (naar C.C.S. Crone)
Auteur
Prof. dr. Corine de Ruiter
Publicatiedatum
01-12-2009
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
GZ - Psychologie / Uitgave 2/2009
Print ISSN: 1879-5080
Elektronisch ISSN: 1879-5099
DOI
https://doi.org/10.1007/s41480-009-0012-1

Andere artikelen Uitgave 2/2009

GZ - Psychologie 2/2009 Naar de uitgave