Fosfodiësterase-type 5‑remmers (PDE‑5 remmers) worden vooral gebruikt voor de behandeling van erectiele disfunctie (ED), maar zijn ook getest bij mannen met ED en LUTS en lijken ook actief bij OAB [
15]. Vanwege de hoge expressie in de blaas is PDE‑5 een interessant target voor OAB-behandeling, maar de placebogecontroleerde studies zijn te beperkt om er duidelijke conclusies uit te kunnen trekken [
15]. Andere potentiële targets voor de behandeling van OAB zijn al langer geleden onderzocht, maar zijn niet verder ontwikkeld, ondanks veelbelovende resultaten in fase II-onderzoeken, zoals de studie naar het effect van cizolirtinecitraat, een calcitonine gen-gerelateerde peptide-receptorantagonist [
16]. Andere middelen, zoals kaliumkanaalmodulatoren zijn in het verleden onderzocht, maar faalden in klinische onderzoeken vanwege beperkte effectiviteit [
17] of slechte tolerantie [
18]. Rho-kinaseremmers zijn in sommige landen wel ontwikkeld voor andere indicaties, maar nog niet voor OAB [
19]. Daarnaast zijn er enkele targets die op dit moment preklinisch worden onderzocht, zoals neurokinine-receptoren [
20] en stikstofoxidesynthase/guanylyl cyclase [
21], receptoren die horen bij de familie van de
transient receptor potential (TRPV1, TRPV4, TRPA1, TRPM4 en TRPM8)-ionenkanalen [
22] en componenten van het endocannabinoïde systeem, zoals vetzuuramidehydrolase [
23]. Fase II- of III-onderzoeken zijn echter niet gaande op dit moment.
Samenvattend, er zijn veelbelovende targets en stoffen beschikbaar, maar de ontwikkeling hiervan is gestagneerd, soms om onduidelijke redenen. Daarom zijn er in de komende jaren weinig nieuwe middelen te verwachten.