Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: GZ - Psychologie 1/2018

01-02-2018 | In gesprek met

Matthias Berking: ‘In psychotherapie wordt nog te veel gepraat’

Auteur: Erik Hardeman

Gepubliceerd in: GZ - Psychologie | Uitgave 1/2018

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail
insite
ZOEKEN

Samenvatting

Een driedaagse training om patiënten beter te leren omgaan met hun negatieve emoties. Volgens de Duitse psycholoog Matthias Berking (46) kan zo’n training een waardevol onderdeel zijn van veel vormen van psychotherapie.
In zijn recent in Nederland verschenen boek Emotieregulatie beschrijft hij een gedetailleerd stappenplan dat therapeuten kunnen volgen voor het geven van zo’n training. ‘Als mensen beter leren omgaan met negatieve emoties, zal hen dat gelukkiger maken.’
Hoe kwam u op het idee voor deze training?
‘Toen ik in de jaren negentig als therapeut in een ggz-kliniek ging werken, lag de nadruk in de behandeling sterk op de specifieke kenmerken van een stoornis en op de verschillen tussen patiënten. Maar wat mij opviel was dat patiënten ook veel met elkaar gemeen hadden. Ze hadden bijna allemaal moeite met het reguleren van negatieve emoties, alleen probeerde de een de problemen te verdringen met overmatig alcoholgebruik, terwijl een ander dat deed met binge-eating en een derde patiënt werd er depressief van. Toen dacht ik: “Als we patiënten nu eens een meer functionele manier zouden aanleren om met hun emoties om te gaan, dan hoeven ze hun heil misschien niet meer te zoeken in probleemgedrag.”’
In die tijd had de onderzoeker Klaus Grawe onder Duitse vakgenoten een grote reputatie verworven met zijn theorie dat mensen worden gedreven door de doelen die zij zich stellen, en dat zij gestresst raken als het ze niet lukt om die doelen te bereiken. Volgens hem ligt die stressrespons aan de basis van veel psychische stoornissen en dat was een manier van denken die mij erg aansprak. Grawe concludeerde dat behandelaars patiënten dus vooral zouden moeten helpen om hun doelen te bereiken. Ik vond dat hij grotendeels gelijk had, maar dat hij een stap oversloeg, want als mensen hun doelen niet bereiken, ontwikkelen ze niet direct een psychische stoornis; dan raken ze allereerst gefrustreerd of gestresst. Pas als ze niet goed met hun emoties uit de voeten kunnen, ontstaan psychische problemen.’
Hoe werkt dat mechanisme precies?
‘Als er dingen misgaan, of als er gevaar of spanning dreigt, reageert het lichaam met een stressrespons die extreem snel optreedt, maar is gebaseerd op een oppervlakkige beoordeling van de situatie. Dit maakt een snelle reactie mogelijk, wat vanuit evolutionair standpunt grote voordelen heeft voor onze overleving en voortplanting. Maar tegelijkertijd activeert deze stressrespons corticale gebieden in de hersenen die de desbetreffende situatie grondiger analyseren. Afhankelijk van het resultaat van die analyse stopt de stress, of vertaalt die zich in meer specifieke emoties zoals angst, verdriet of boosheid. Gewoonlijk zijn dit kortdurende emoties; we blijven doorgaans niet heel lang verdrietig of boos en ook angst wordt geleidelijk minder heftig. Maar dat geldt niet altijd voor iedereen; soms kunnen reacties in het lichaam en de hersenen elkaar wederzijds versterken (bijvoorbeeld een toenemende spanning van de spieren en de activatie van de amygdala). Dan ontstaat een vicieuze cirkel waarin de spanning hoog blijft en de negatieve emoties steeds heftiger worden. Een belangrijk doel van de door mij ontwikkelde training is bedoeld om patienten competenties bij te brengen waarmee ze deze vicieuze cirkel kunnen doorbreken.’
Hoe ziet die training eruit?
‘In het begin is daarin vooral veel aandacht voor waarneming en bewustwording. Het uiteindelijke doel van de training is weliswaar om beter te leren omgaan met negatieve emoties, maar dat aspect komt pas op de laatste dag van het driedaagse programma aan bod. Het is veel effectiever om de deelnemers eerst tot rust te laten komen. Daarom besteden we in het begin veel tijd aan ademhalings- en ontspanningsoefeningen en aan het trainen van de waarneming. Wat vooral helpt, is als mensen in deze fase van de training worden gestimuleerd om hun aandacht volledig op hun lichaam te richten. Voor veel deelnemers is het een opluchting om zo voor even te kunnen ontsnappen aan de negatieve emoties die hen in het dagelijks leven constant bezighouden.’
Een volgend onderdeel van de training is het leren accepteren en verdragen van negatieve emoties. Waarom is dat zo belangrijk?
‘Een belangrijk doel van de training is om de deelnemers duidelijk te maken dat emoties er zijn om hen te helpen, dus dat zij bijvoorbeeld inzien: kennelijk is er iets bedreigends dat mij bang of boos maakt, daar kan ik iets mee. In plaats van tegen mijn emoties te vechten kan ik die beter gebruiken om te ontdekken wat mij bedreigt. Als ik bijvoorbeeld wakker lig vanwege een lezing die ik moet houden, kan ik wel krampachtig proberen om weer in slaap te vallen, maar ik kan de tijd ook nuttig besteden en mijn praatje nog een keer goed repeteren, waarna ik meestal vanzelf weer in slaap val.’
Als het om zenuwen voor een praatje gaat, is dat goed voorstelbaar, maar om van ernstige aandoeningen als een depressie af te komen, zal er toch meer moeten gebeuren.
‘Dat is waar. Voor patiënten met ernstige problemen blijven specifieke op hun stoornis gerichte interventies onmisbaar, maar daarnaast kan onze training ook voor hen behulpzaam zijn. Wat veel mensen met een psychische stoornis gemeenschappelijk hebben, is dat zij aangeven dat zij voortdurend tegen hun emoties strijden en proberen die te verdringen. Dat zorgt er ook voor dat zij vaak negatief over zichzelf denken en vol zitten met zelfkritiek. Een belangrijk onderdeel van deze training is dan ook om patiënten met gerichte oefeningen te helpen om hun gevoel van eigenwaarde te versterken.’
‘Ik houd van het boeddhisme’
De laatste trainingsfase bestaat uit oefeningen om negatieve emoties onder controle te krijgen. Nu bestaan er vele vormen van CGT waarin daaraan ook vrij effectief gewerkt wordt. Wat is de meerwaarde van uw training?
‘Veel van de bestaande therapieën zijn inderdaad best effectief in het reguleren van emoties, maar in veel van die behandelingen wordt vooral met patiënten gepraat. Wat we in de psychotherapie nog vaak negeren, is het belang van het aanleren van competenties en het oefenen van bepaalde vaardigheden. Mijn training werkt bovendien dieper op mensen in omdat zij er een aantal weken elke dag minstens een half uur mee bezig moeten zijn. Pas als ze dat doen, zal er iets wezenlijks veranderen in de manier waarop ze op moeilijke en pijnlijke situaties reageren. Laat ik benadrukken dat je onze training echt moet zien als een aanvulling op bestaande behandelingen en op die manier heeft die ook het gewenste effect, zo blijkt uit onderzoek. In een recente studie volgden we bijvoorbeeld patiënten die al een tijd werden behandeld met CGT en waarbij nu een therapiedeel werd vervangen door onze training. De gedragstherapie op zich werkte al best goed, maar toch waren de deelnemers aan de studie er na onze training nog eens extra op vooruitgegaan. Wat vooral bleek, was dat zij hun emoties daarna gemakkelijker accepteerden en zichzelf beter konden ondersteunen. Op acceptatie en zelfondersteuning heeft in CGT lange tijd minder de nadruk gelegen, al begint dat de laatste tijd gelukkig te veranderen.’
Op de keper beschouwd lijkt uw training vooral een combinatie van bekende technieken, zoals meditatie en mindfulness. Wat is er eigenlijk nieuw aan?
‘Ach, misschien is niets in de psychologie ooit echt nieuw. Vanaf het moment dat mensen begonnen te denken, gingen ze zich afvragen hoe ze zich voelden en hoe ze zich beter konden gaan voelen. Met name in het boeddhisme zijn daarvoor in het verleden waardevolle technieken ontwikkeld die nu weer worden herontdekt door westerse psychotherapeuten. Nieuw is dat ik een aantal van die technieken in één training heb samengebracht. De training is trouwens niet alleen bedoeld voor patiënten, ook mensen zonder stoornis kunnen er baat bij hebben. Er gaat een preventieve werking vanuit en de training kan je bovendien helpen om je persoonlijkheid te ontwikkelen en gelukkiger te worden.’
Alle oefeningen beginnen en eindigen met een gongslag. Vormt het boeddhisme een belangrijke inspiratiebron voor u?
‘Ik houd van het boeddhisme. Toen ik 24 jaar oud was, heb ik een jaar de wereld rondgereisd. Ik was een aantal maanden in Azië waar ik flink wat tijd in kloosters heb doorgebracht. Ik raakte erg onder de indruk van de daar gebruikte meditatietechnieken, en van de invloed die langdurige meditatie op je kan hebben. Ik dacht: dit is zoveel krachtiger dan alleen maar praten over je problemen, hiervan zouden we in de westerse psychotherapie ook gebruik moeten gaan maken. Maar terug in Duitsland zeiden ze dat het het einde van mijn loopbaan zou betekenen als ik er serieus onderzoek naar zou gaan doen. Gelukkig is dat tegenwoordig allemaal anders en zijn begrippen als mindfulness in de psychotherapie volstrekt gemeengoed geworden.’
De eerste, Duitstalige, druk van uw boek verscheen in 2007 en inmiddels wordt de training al tien jaar gegeven. Hoe zijn de reacties?
‘De training wordt door veel klinieken gebruikt en ik ontvang veel positieve reacties. Laatst hoorde ik van een therapeut dat hij er goede resultaten mee boekt in de behandeling van patiënten die continu het slachtoffer worden van anderen. Sommige mensen hebben iets in zich waardoor ze telkens partners aantrekken die hen slecht behandelen, en raken daardoor getraumatiseerd. De deze therapeut gebruikt mijn training om mensen te helpen om zich bewust te worden van hoe dit proces werkt en is zeer tevreden over het effect. Zelf hebben we in 2010 een studie afgerond naar het effect van de training op Zwitserse politiemensen. Dat was interessant, want het zijn stoere kerels die op een heel “mannelijke” manier over emoties praten. Op een gegeven moment begon een van hen te huilen, waarop een ander zei: “doe niet zo emotioneel”, en dat tijdens een training over emoties. Dat neemt niet weg dat de training effect had. Voor aanvang lagen hun scores op emotieregulatie (vragenlijst) ver onder het gemiddelde, na de training scoorden ze hierop ongeveer gemiddeld. En ze vertelden ook dat ze zich sindsdien prettiger voelden en beter met hun emoties om hadden leren omgaan.’
Wordt er serieus onderzoek naar het effect van de training gedaan?
‘Ja, we doen vooral onderzoek naar de vraag voor welke stoornissen de training effectief is. Zo blijkt het resultaat bij mensen met een eetstoornis spectaculair; door de training vielen ze terug van gemiddeld zestien naar drie eetbuien per maand, terwijl in de controlegroep geen sprake was van een teruggang. We denken dat mensen dankzij onze training geen binge eating meer nodig hebben om hun negatieve emoties te verdringen. We gaan nu onderzoeken of de training ook een positief effect heeft op mensen die verslaafd zijn aan alcohol en/of verdovende middelen. We willen een goed beeld krijgen voor welke problemen de training effectief is’.
Matthias berking
Matthias Berking (1971) studeerde psychologie, filosofie en sportwetenschappen in Göttingen en promoveerde daar in 2004 op het proefschrift Therapieziele in der psychosomatischen Rehabilitation. Na een loopbaan als therapeut en onderzoeker in Duitsland, Zwitserland en de VS werd hij in 2014 benoemd tot hoogleraar klinische psychologie en psychotherapie aan de universiteit van Erlangen-Nürnberg. Tevens werd hij toen directeur van de kliniek voor psychologische psychotherapie van die universiteit. In januari was hij hoofdspreker op het door Bohn Stafleu Van Loghum georganiseerde congres De inzet van emotieregulatietraining bij kinderen en volwassenen.
Emotieregulatie. Training voor psychotherapeuten, klinisch psychologen en psychiaters (2017). Matthias Berking. Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN: 9789036814102
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Onze productaanbevelingen

GZ-Psychologie

GZ-Psychologie is een onafhankelijk tijdschrift en richt zich geheel op de snelgroeiende beroepsgroep van gz-psychologen, waarvan er inmiddels meer dan 15.000 zijn. GZ-Psychologie wil de identiteit en ...

BSL Academy Accare GGZ collective

Metagegevens
Titel
Matthias Berking: ‘In psychotherapie wordt nog te veel gepraat’
Auteur
Erik Hardeman
Publicatiedatum
01-02-2018
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
GZ - Psychologie / Uitgave 1/2018
Print ISSN: 1879-5080
Elektronisch ISSN: 1879-5099
DOI
https://doi.org/10.1007/s41480-018-0004-0

Andere artikelen Uitgave 1/2018

GZ - Psychologie 1/2018 Naar de uitgave

Gesignaleerd

Gesignaleerd