01-03-2017 | Beroepsziekten
Manganisme of Parkinson?
Met plussen en minnen op zoek naar een antwoord
Gepubliceerd in: TBV – Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde | Uitgave 3/2017
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
De ziekte van Parkinson is in Nederland met minstens 40.000 patiënten geen zeldzame ziekte. De ziekte begint meestal op wat latere leeftijd, vooral tussen 50 en 60, maar 10% van de patiënten is jonger dan 40 jaar. De ziekte van Parkinson ontstaat door celverlies in bepaalde delen in de hersenen, met name in de substantia nigra. Het verlies van deze cellen leidt tot een tekort aan dopamine in de hersenen, hetgeen leidt tot de symptomen van de ziekte van Parkinson. De oorzaak van de zogenaamde idiopathische ziekte van Parkinson is niet bekend. Algemeen wordt ervan uitgegaan dat sprake is van een combinatie van genetische en omgevingsfactoren. In 5-10% van de gevallen is de ziekte van Parkinson een erfelijke ziekte, (familiaire Parkinson) en op dit moment zijn er ongeveer zes genen bekend die de ziekte van Parkinson kunnen veroorzaken, terwijl een aantal andere het risico verhogen. In een klein percentage van de gevallen zijn omgevingsfactoren waarschijnlijk van doorslaggevend belang. Er is relatief veel bewijs voor een relatie met blootstelling aan bepaalde bestrijdingsmiddelen (zoals rotenon, paraquat, organochloorverbindingen) en aan chloorhoudende oplosmiddelen (trichloorethyleen, perchloorethyleen). Minder sterk, maar wel aanwezig is het verband met blootstelling aan PCB’s; met metalen, lood, kwik, mangaan; met vervuilde lucht; bepaalde infecties en herhaald hoofdletsel.1