Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Kind & Adolescent Praktijk 4/2003

01-12-2003 | Frictie

Klinische incompetentie

Auteur: Marcel van den Hout

Gepubliceerd in: Kind & Adolescent Praktijk | Uitgave 4/2003

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

Individuen zijn lid van groepen en groepjes: ‘mannen met wenkbrauw-piercing’, ‘meisjes op de wachtlijst voor dagbehandeling van anorexia’, ‘TBS patiënten over wier verlenging besloten moet worden’, ‘brugklasleerlingen die een studieadvies krijgen’. Soms willen we weten hoe iemand zich in de toekomst zal gedragen: zal deze TBS klant recidiveren, zal Boudewijn het VWO halen enzovoorts. Die voorspelling kan gebaseerd zijn op a) gedocumenteerde verbanden die gelden voor de groep waarvan het individu deel uitmaakt en b) ideeën van de clinicus over het individu en de groep waartoe het individu behoort. Gemakshalve noemen we het eerste soort voorspelling een statistische voorspelling en de laatste een klinische voorspelling.
Literatuur
go back to reference Over de ontdekking en eerste documentatie van de inferioriteit van het klinisch oordeel, zie: Meehl, P.E (1954). Clinical vs Statistical Prediction., University of Minnesota Press: Minneapolis. Over de ontdekking en eerste documentatie van de inferioriteit van het klinisch oordeel, zie: Meehl, P.E (1954). Clinical vs Statistical Prediction., University of Minnesota Press: Minneapolis.
go back to reference Over een update, 35 jaar later, zie Dawes, R. M. , Faust, D. and Meehl, P.E. (1989). Clinical versus actuarial judgement. Science, 243, 1668-1674. Over een update, 35 jaar later, zie Dawes, R. M. , Faust, D. and Meehl, P.E. (1989). Clinical versus actuarial judgement. Science, 243, 1668-1674.
go back to reference Over een plaatsbepaling van de mythe van de klinische blik temidden van andere onzin en kletskoek uit de psychiatrie en de klinische psychologie, zie Dawes, R.M. (1996). House of Cards. Psychology and Psychotherapy built on Myth. The Free Press, New York. Over een plaatsbepaling van de mythe van de klinische blik temidden van andere onzin en kletskoek uit de psychiatrie en de klinische psychologie, zie Dawes, R.M. (1996). House of Cards. Psychology and Psychotherapy built on Myth. The Free Press, New York.
go back to reference Over harde aanvallen op, en hartstochtelijke verdedigingen van het klinisch oordeel, zie Engelhardt, H. T., Spicker, S. F. and Towers, B. (1977) (Eds). Clinical Judgment: A Critical Appraisal. Reidel Publishing Company, Boston. Over harde aanvallen op, en hartstochtelijke verdedigingen van het klinisch oordeel, zie Engelhardt, H. T., Spicker, S. F. and Towers, B. (1977) (Eds). Clinical Judgment: A Critical Appraisal. Reidel Publishing Company, Boston.
Metagegevens
Titel
Klinische incompetentie
Auteur
Marcel van den Hout
Publicatiedatum
01-12-2003
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Kind & Adolescent Praktijk / Uitgave 4/2003
Print ISSN: 1571-4136
Elektronisch ISSN: 1875-7065
DOI
https://doi.org/10.1007/BF03059468

Andere artikelen Uitgave 4/2003

Kind & Adolescent Praktijk 4/2003 Naar de uitgave

Ten geleide

Ten geleide