Skip to main content
Top

2016 | Boek | 1. editie

Klinische anatomie en embryologie

Auteurs: Hans J. ten Donkelaar, Roelof-Jan Oostra

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

Anatomie en embryologie nemen een centrale plaats in binnen het curriculum geneeskunde. Om inzicht te krijgen in afwijkingen en ziekten van het lichaam is kennis van anatomie en embryologie onmisbaar. Klinische anatomie en embryologie onderscheidt zich door de ruime aandacht voor toepassing van de anatomie, inclusief de neuroanatomie, in de kliniek en door het veelvuldig gebruik van beeldvormende technieken zoals computertomografie (CT) en nucleaire magnetische resonantie (MRI). De ontwikkelingen op het terrein van de embryologie die uitgebreid in het boek aan de orde komen, geven de lezer meer inzicht in de anatomie en de pathologie.

De vierde, herziene druk van Klinische anatomie en embryologie is ingrijpend gewijzigd. Verschillende nieuwe medewerkers werden aangetrokken om een aantal hoofdstukken te herzien. De oorspronkelijke hoofdstukken 1 (Inleiding tot de anatomie) en 2 (De orgaanstelsels van het lichaam) zijn tot één, kleiner hoofdstuk 1 (Algemene anatomie) omgewerkt. Ook het hoofdstuk Algemene embryologie (nu hoofdstuk 2) is ingrijpend gewijzigd. De speciële hoofdstukken 3 tot en met 10 zijn in grote lijnen gehandhaafd. Een belangrijke verbetering in de vierde druk is de toepassing van kleur, niet alleen in foto's, maar ook in de embryologie en de topografische anatomie. De spiertabellen zijn verder uitgewerkt en voorzien van nieuwe illustraties.

Klinische anatomie en embryologie is een compleet studieboek voor studenten geneeskunde, tandheelkunde, biomedische wetenschappen, gezondheidswetenschappen en fysiotherapie. Het sluit uitstekend aan bij de nationale ontwikkelingen in het onderwijs. Ook is het geschikt als naslagwerk voor de praktiserende arts.

Inhoudsopgave

Voorwerk
1. Algemene anatomie
Samenvatting
Hoewel anatomie reeds werd bedreven in het oude Egypte, is de hedendaagse anatomie in belangrijke mate gebaseerd op de benadering van Andries van Wesel (Andreas Vesalius; 1514-1564), die aan de hand van eigen dissecties zijn beroemde werk De humani corporis fabrica (1543) schreef. Dit werk werd geïllustreerd door Joannes Stephanus van Calcar en waarschijnlijk ook door anderen uit de school van Titiaan.
Hans J. ten Donkelaar, Roelof-Jan Oostra, Wim R. Obermann
2. Algemene embryologie
Samenvatting
In de vroege embryonale ontwikkeling wordt het algemene bouwplan van het menselijk lichaam aangelegd. Kennis van de embryologie is van belang om de normale anatomische relaties tussen de verschillende structuren van het lichaam te begrijpen en om het ontstaan van aangeboren afwijkingen te verklaren. Algemeen wordt de leer van de ontwikkeling vóór de geboorte de embryologie genoemd. In strikte zin is deze term onjuist omdat de embryonale periode slechts een beperkt deel van de prenatale ontwikkeling omvat. Bovendien zijn bij de geboorte de ontwikkelingsprocessen niet voltooid, zoals duidelijk te zien is aan de differentiatie van de hersenen, de verschillende typen bloedcellen, het gebit en de secundaire geslachtskenmerken.
Maurice van den Hoff, Roeland P. Kleipool, Christl Vermeij-Keers
3. De borst
Samenvatting
De laterale delen van de borstholte (de cavitas thoracis) worden ingenomen door de longen. Het gebied dat in het midden overblijft, wordt het mediastinum (‘in het midden uitgespannen’) genoemd. Hierin liggen onder andere het hart, de grote vaten, de trachea en de oesofagus. In de thorax bevinden zich drie lichaamsholten: de pericardholte en de beide pleuraholten. De benige thorax wordt omsloten door skeletspieren die de romp met de schedel, de schoudergordel en/of de bovenarm verbinden. Bij vrouwen bevinden zich aan de voorzijde van de thorax de bases van de mammae.
Roelof-Jan Oostra, Maurice van den Hoff, Hans J. ten Donkelaar
4. De buik
Samenvatting
De buik of het abdomen bevindt zich tussen de thorax en het bekken, en bestaat uit de buikwand en de buikholte. De craniale begrenzing van de buikwand wordt gevormd door de beide ribbenbogen. De caudale begrenzingen zijn de beide cristae iliacae (de bekkenkammen), de ligg.inguinalia die aan beide zijden de spina iliaca anterior superior met het tuberculum pubicum verbinden, de bovenzijden van de ossa pubis mediaal van de tubercula pubica, en de symphysis pubica.
Hans J. ten Donkelaar, Wout Lamers
5. Het bekken
Samenvatting
Onder het bekken verstaat men het gedeelte van de romp dat zich caudaal van het abdomen bevindt. Het bekken bestaat uit meerdere beenderen die samen de bekkengordel vormen: het linker en het rechter os coxae, het os sacrum en het os coccygis. Er zijn dan ook drie gewrichten: de symphysis pubica en de beide sacro-iliacale gewrichten.
Petra Habets, Kees de Jong, Hans J. ten Donkelaar
6. Hoofd en hals
Samenvatting
Het complexe hoofd-halsgebied herbergt diverse functies. Het hoofd bevat de hersenen en met de hals bevat het het begin van het spijsverteringsstelsel en het ademhalingsstelsel. Bovendien speelt het hoofd-halsgebied een belangrijke rol bij interactie en communicatie. In het hoofd komen veel signalen binnen omdat het de zintuigen voor het gezichtsvermogen, het gehoor en evenwicht, de reuk en de smaak bevat. Ook uitgaande boodschappen vinden hun oorsprong in het hoofd-halsgebied zoals spraak en expressie van het gelaat.
Ronald Bleys, Marc Vorstenbosch, Christl Vermeij-Keers, Hans J. ten Donkelaar
7. De bovenste extremiteit
Samenvatting
De bovenste extremiteit bestaat uit de arm en de schoudergordel en is slechts door één gewricht met de romp verbonden: het gewricht tussen het sleutelbeen en het borstbeen. Dit is een klein en zeer beweeglijk gewricht en mede hierdoor is de arm op een losse manier verbonden met de romp. Doordat ook de verschillende gewrichten van de arm een grote beweeglijkheid bezitten, zijn de armen bijzonder geschikt voor grijpbewegingen in alle richtingen. Bovendien kan de hand door zijn bijzondere anatomie zowel fijne als grove, stevige grijpbewegingen uitvoeren. Zo kan de duim tegenover alle andere vingers worden geplaatst (opponeren) en kunnen de vingers individueel gestuurde bewegingen uitvoeren.
Piet V.J.M. Hoogland, Wim R. Obermann
8. De onderste extremiteit
Samenvatting
De rol van de onderste extremiteit is het organiseren van stabiliteit in combinatie met voortbeweging. In de bouw en functies van de onderdelen van de onderste extremiteit komt deze rol duidelijk naar voren. Zo is het bovenbeen via de heupgordel stevig aangesloten op de romp, zijn de uitgebreide spierpakketten rond de gewrichten in staat de bewegingsmogelijkheden van de gewrichten te minimaliseren en is de bouw van de voet door middel van het plantaire ligamentencomplex erop gericht krachten verend op te vangen. Voorts zijn de botten in het onderbeen bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden en zorgt het botcomplex van de voet voor stevige boogconstructies.
Jan G.M. Kooloos, Wim R. Obermann
9. De rug
Samenvatting
De term ‘de rug’, het dorsum, wordt gebruikt voor het gebied dat ligt tussen de processus spinosus van de zevende halswervel aan de craniale zijde en de cristae iliacae aan de caudale zijde.
Hans J. ten Donkelaar, Roelof-Jan Oostra, Ab J. Verbout
10. Het centrale zenuwstelsel
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden de ontwikkeling, de macroscopie, de vascularisatie en aspecten van de bouw en functie van het centrale zenuwstelsel (CZS) besproken. Uit het caudale deel van de neurale buis ontstaat het ruggenmerg en uit het wijdere craniale deel de hersenen. Dit craniale deel vormt eerst drie verwijdingen, de primaire hersenblaasjes, en na sluiting van de neurale buis, vijf secundaire hersenblaasjes. De ontwikkeling van het ruggenmerg en de hersenen wordt toegelicht aan de hand van dierexperimenteel onderzoek. Enkele aangeboren afwijkingen van het CZS zoals holoprosencefalie, cerebellaire malformaties, neuronale migratiestoornissen en afwijkingen van het corpus callosum illustreren dit ingewikkelde proces.
Hans J. ten Donkelaar, Peter van Domburg, Ton van der Vliet
Nawerk
Meer informatie
Titel
Klinische anatomie en embryologie
Auteurs
Hans J. ten Donkelaar
Roelof-Jan Oostra
Copyright
2016
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-1627-4
Print ISBN
978-90-368-1626-7
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-1627-4