Naarmate mensen ouder worden, hebben ze meer kans op het krijgen van aandoeningen en (chronische) ziekten. Ruim een kwart (28 %) van de volwassenen heeft één of meerdere chronische ziekten. Bij ouderen (voor deze bijdrage kiezen wij voor de leeftijd van 75 jaar en ouder) stijgt dit naar 76 %. Ongeveer de helft van de ouderen heeft twee of meer chronische ziekten. Veel aandacht gaat, terecht, uit naar de diagnostiek en behandeling van de chronische ziekten bij ouderen. Kleine kwalen en alledaagse ziekten zijn onderbelicht bij ouderen, hoewel deze mede door de aanwezigheid van een chronische ziekte, frequent voorkomen en invloed hebben op de kwaliteit van leven. In deze bijdrage besteden wij aandacht aan verschillende aspecten van kleine kwalen bij ouderen. Ook gaan we dieper in op drie kleine kwalen bij ouderen.