Samenvatting
Het cervixcarcinoom is in Nederland een zeldzame aandoening. Per jaar wordt de diagnose bij ongeveer 700 vrouwen gesteld en overlijden er 200 aan de ziekte. Cervixcarcinoom komt relatief veel voor bij jonge vrouwen. Ruim eenderde van alle nieuwe gevallen komt voor in de leeftijdsgroep van 30 tot 45 jaar. Patiënten met een vroeg stadium (tot en met IIA) van de ziekte worden meestal primair chirurgisch behandeld; bij patiënten met hogere stadia is primaire radiotherapie de behandeling van eerste keus, tegenwoordig meestal gecombineerd met chemotherapie. De vijfjaarsoverleving voor patiënten met een vroeg-stadium cervixcarcinoom is goed: voor stadium IB ongeveer 85% en voor stadium IIA 66%. Voor de hogere stadia zijn de overlevingscijfers uiteraard minder gunstig. Het optreden van een recidief cervixcarcinoom is een lastig klinisch probleem omdat slechts een minderheid van de patiënten met een recidief kan worden genezen. Afhankelijk van het primaire stadium, de eerdere behandeling en de lokalisatie van het recidief varieert de genezingskans van een recidief van 10 tot 23% .