Abstract
Bij de behandeling van reumatoïde artritis (RA) is methotrexaat (MTX) als mono- of combinatietherapie veelal het middel van keuze (1). Toxiciteit is echter een belangrijke beperking in de behandeling en bij ongeveer 30% van de patiënten leidt dit tot het blijvend niet gebruiken van dit medicijn (2). De meest voorkomende bijwerkingen zijn duizeligheid, hoofdpijn, misselijkheid, diarree, alopecia, stomatitis, rash, koorts, leverenzymstoornissen, beenmergsuppressie en alveolitis. MTX is een foliumzuurantagonist. Het verhindert de reductie van dihydrofoliumzuur tot tetrahydrofoliumzuur, een essentiële stap bij de synthese van nucleïnezuren en bij de celdeling. Om bijwerkingen, geassocieerd met methotrexaatgebruik, te verminderen, wordt standaard met foliumzuursuppletie gestart bij iedere patiënt. De gastro-intestinale bijwerkingen kunnen worden ondervangen door MTX subcutaan in plaats van oraal toe te dienen (3).