Zusammenfassung
Sinds de introductie van de evidence based medicine heeft een aantal begrippen uit de statistiek en epidemiologie een vaste plaats gekregen in het medisch denken en handelen. Niet altijd is voor de beginnende clinicus (jij dus) duidelijk hoe deze begrippen en concepten in de dagelijkse praktijk worden gebruikt. Hoewel evidence based medicine en epidemiologie ook worden toegepast bij het beoordelen van diverse strategieën van preventie en therapie, beperken we ons hier tot diagnostiek. Centraal staat de vraag: wat doe je met de uitslag van een test? Een internist (bij uitstek) maakt bij het stellen van een diagnose, naast patroonherkenning van een klacht, gebruik van eigenschappen van een test om een probleem op te lossen. Deels doet hij dit op basis van getallen en gegevens uit de literatuur, voor een ander deel speelt intuïtie, ingegeven door kennis en ervaring, een belangrijke rol. Idealiter toont een test de ziekte aan of sluit deze uit. In de praktijk helpen tests alleen maar in het waarschijnlijker of onwaarschijnlijker maken van een ziekte. Hoe zat het ook alweer met sensitiviteit, specificiteit en voorspellende waarden van een diagnostische test?