01-09-2015 | Onderzoek
Het gebruik van de fecaaloccultbloedtest
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 9/2015
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Klein-Puite P, Van Delft S, Van Asselt KM. Het gebruik van de fecaaloccultbloedtest in de huisartsenpraktijk. Huisarts Wet 2015;58(9):458-61.
Doel
Begin 2014 is het Bevolkingsonderzoek Darmkanker gestart, waarbij de deelnemers een fecaaloccultbloedtest (FOBT) ondergaan en bij een positieve uitslag een coloscopie krijgen aangeboden. De FOBT is bedoeld voor mensen die géén verhoogd risico op dikkedarmkanker hebben, maar de indruk bestaat dat zij in de praktijk toch als diagnostische test wordt gebruikt. Wij onderzochten hoe vaak huisartsen buiten de context van het bevolkingsonderzoek, dus voor niet-screeningsdoeleinden, een FOBT aanvragen en op welke indicaties dat gebeurt.
Methode
Wij voerden een retrospectief beschrijvend onderzoek uit op basis van de gegevens van een Utrechts huisartsenlaboratorium over 2006, 2009 en 2012, dus vóór de introductie van het Bevolkingsonderzoek Darmkanker in 2014. In januari en februari 2014 vroegen wij huisartsen en aios huisartsgeneeskunde in een online enquête naar hun ervaringen met het aanvragen van FOBT en naar hun oordeel over mogelijke indicaties voor deze test.
Resultaten
Van de 850 huisartsen die gebruikmaakten van het huisartsenlaboratorium hadden er 448 in een van de drie onderzochte jaren weleens een FOBT aangevraagd. Bijna tweederde (64%) van de respondenten meende dat er indicaties zijn om een FOBT aan te vragen. De test wordt vaak aangevraagd wanneer de patiënt een verhoogd risico op darmkanker heeft, bijvoorbeeld bij ouderen met buikklachten of anemie, bij een positieve familieanamnese of bij bepaalde klinische symptomen.
Conclusie
Huisartsen zouden meer weet moeten hebben van de testeigenschappen van de FOBT en zich bewuster moeten zijn van de juiste indicatiestelling.