Skip to main content
Top

2021 | Boek | 5. editie

Handboek voor de coassistent

Redacteuren: Prof. Dr. W.J. Wiersinga, Prof. Dr. M. Levi, Dr. B. Schimmer, J. Savelkoel, J.M.J. van der Zande

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

insite
ZOEKEN

Over dit boek

De coschappen zijn het belangrijkste onderdeel van de masteropleiding geneeskunde. Tijdens de coschappen dient de theoretische kennis van de bachelor in de praktijk te worden gebracht. Deze overgang blijkt vele vragen en uitdagingen te geven. Hoe lees je een ECG in de praktijk? Hoe onderzoek je een pasgeboren baby? Waar let je op bij een thoraxfoto? Hoe test je de oogzenuwen? Hoe start je een antistollingsbeleid? Wat vertelt die labwaarde mij? Bij al dit soort dagelijkse vragen probeert dit boek de coassistent te helpen, om zo de overgang naar de praktijk te veraangenamen, maar deze bovenal efficiënter te laten verlopen.

Het Handboek voor de coassistent geeft een goed beeld van de coschapperiode en wat de taken en verantwoordelijkheden van de coassistent zijn. De nadruk wordt gelegd op veelvoorkomende vragen en problemen die vrijwel zeker gedurende de coschappen zullen opduiken. Het handboek heeft een praktische insteek en bevat online aanvullend leesmateriaal.

De hernieuwde editie is tot stand gekomen onder een nieuwgevormde redactie van specialisten en coassistenten. Centraal staat in deze druk het principe voor coassistenten door coassistenten.De thematisch geordende hoofdstukken zijn geschreven door coassistenten, samen met enthousiaste en vooraanstaande specialisten van perifere ziekenhuizen en alle faculteiten geneeskunde. Zij onderkennen de noodzaak om hun aanstaande collega’s de helpende hand te bieden en hen over de uiteenlopende aspecten van coschappen te informeren. Dit boek is in eerste instantie bedoeld voor coassistenten, maar wordt voorts aanbevolen aan studenten geneeskunde in de bachelorfase en beginnende assistenten.

Inhoudsopgave

Voorwerk

Algemene anamnese en algemeen lichamelijk onderzoek

Voorwerk
1. Anamnese in de praktijk
Samenvatting
De anamnese is het belangrijkste instrument dat een arts heeft om klachten in de context van de patiënt te kunnen duiden en heeft tevens als doel om een vertrouwensrelatie met een patiënt op te bouwen. In dit hoofdstuk wordt de structuur van de anamnese toegelicht en worden adviezen gegeven om dit proces zo goed mogelijk te doorlopen.
R. O. B. Gans
2. Communicatievaardigheden
Samenvatting
In dit hoofdstuk komen de communicatieve vaardigheden aan bod die essentieel zijn voor het effectief uitvragen van de hulpvraag van patiënten en zodoende bijdragen aan kwalitatief goede zorg. Daarnaast wordt aandacht besteed aan lastige gesprekssituaties, zoals het slechtnieuwsgesprek, en aan het verschil tussen informeren, adviseren en gedeelde besluitvorming. Specifiek wordt ingegaan op de invloed van emoties, inclusief agressie, en de omgang met tijdgebrek.
E. M. A. Smets, J. G. A. van Wijlick
3. Algemeen internistisch/chirurgisch lichamelijk onderzoek
Samenvatting
Het algemeen lichamelijk onderzoek draagt bij aan het differentiaal diagnostische denkproces. Van belang zijn respectvolle bejegening van de patiënt, alsmede goede communicatie voor, tijdens en na het onderzoek. Observeer de patiënt voor een algemene indruk van het bewustzijn, de voedingstoestand en de klachtenpresentatie. Het lichamelijk onderzoek vindt systematisch plaats van het hoofd tot de onderste extremiteiten. Specifieke aandacht gaat in dit hoofdstuk uit naar palpatie van de lymfeklieren in het hoofd-halsgebied, auscultatie van hart en longen en onderzoek van de buik. De clinicus moet in staat zijn harttonen en -souffles te beoordelen, alsmede longgeruis te benoemen en interpreteren. In dit hoofdstuk worden technieken beschreven om een indruk te krijgen van de buikorganen. Het hoofdstuk wordt afgesloten met het onderzoek van de arteriële en veneuze perifere circulatie.
C. W. Choi, F. D. J. Inkelaar

Speciële anamnese en specieel lichamelijk onderzoek

Voorwerk
4. Psychiatrisch onderzoek
Samenvatting
In dit hoofdstuk zal een aantal onderdelen van het psychiatrisch onderzoek besproken worden, waarvan het status-mentalisonderzoek het belangrijkst is. Met dit onderzoek worden de psychiatrische klachten en symptomen geïnventariseerd door middel van de anamnese en worden de psychopathologische verschijnselen vastgesteld door middel van observatie, exploratie en tests. Het is de bedoeling dat je een zo objectief mogelijke indruk krijgt van de trias psychica: het cognitief, affectief en conatief functioneren van de patiënt. Uit het psychiatrisch onderzoek volgt in het geval van psychopathologie een structuurdiagnose. Hierin worden beschreven: de huidige psychiatrische symptomen, de eventuele etiologie of pathogenese, de psychosociale context, de verwachtingen over het natuurlijke beloop en meest effectieve behandeling.
N. C. C. Vulink, S. F. M. Backer
5. Dermatologisch en venereologisch onderzoek
Samenvatting
Dit hoofdstuk biedt handvatten om een patiënt met huidklachten te bevragen en te beschrijven. Naast enkele aspecten die van belang zijn voor een dermatologische anamnese ligt de nadruk vooral op de systematische beschrijving met als hulpmiddel het acroniem PROVOKE, dat staat voor plaats, rangschikking, omvang (aantal en grootte), vorm, omtrek (begrenzing), kleur en efflorescenties. Deze methode dwingt om systematisch te kijken en adequaat te beschrijven en helpt zo om ook bij een lastige casus een differentiële diagnose op te stellen. Tot slot wordt een kort overzicht gegeven van de mogelijkheden van aanvullende diagnostiek.
M. Wintzen, A. Y. Hof
6. Oogheelkundig onderzoek
Samenvatting
Naast een gerichte anamnese helpt een basaal oogonderzoek zonder ingewikkelde apparatuur je een weg vinden binnen een groot aantal oogheelkundige afwijkingen. Een goed uitgevoerde visusmeting staat hierin centraal, aangevuld met een aantal functionele tests en externe inspectie van het oog en de oogleden.
H. Tan
7. KNO-onderzoek
Samenvatting
In dit hoofdstuk komt de specifieke anamnese per onderdeel van het KNO-gebied aan de orde. Tevens wordt de van toepassing zijnde fysische diagnostiek besproken. De keel, neus, oren en hals zijn betrekkelijk gemakkelijk toegankelijk voor inspectie en palpatie. Een tongspatel, een keelspiegel, een neusspeculum en een oortrechter zijn eenvoudige hulpmiddelen die het onderzoek kunnen aanvullen en vergemakkelijken. Een goede lichtbron is daarbij een vereiste. Gecombineerd met een systematische anamnese kan hiermee in veel gevallen snel een betrouwbare diagnose gesteld worden.
R. J. Baatenburg de Jong, D. L. P. van Iwaarden
8. Neurologisch onderzoek
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt eerst een aantal veelvoorkomende klachten besproken waar een patiënt zich mee kan presenteren op de SEH of polikliniek Neurologie. Hierbij wordt met name vanuit de klacht geredeneerd door kenmerken en/of bijkomende verschijnselen te noemen. Zo kun je in de anamnese al onderscheid maken tussen een centrale en een perifere aandoening, en vaak een nog specifiekere locatie vaststellen. Daarna worden de verschillende onderdelen van het neurologisch onderzoek beschreven en wordt aangegeven welke bevindingen passen bij een bepaalde locatie of diagnose. De vragen bij de anamnese en testen bij het neurologisch onderzoek die in dit hoofdstuk worden beschreven​, zijn uiteraard niet uitputtend maar vormen een goede basis voor het coschap neurologie.
E. Richard, J. I. Verhoeven
9. Urologisch onderzoek
Samenvatting
De ziektebeelden waar patiënten mee naar de uroloog komen, tonen een grote variatie in locatie en aard van de klachten. Er is dan ook niet zoiets als ‘de’ urologische anamnese. In eerste instantie dient bij de patiënt de hoofdklacht te worden achterhaald en hierop dient vervolgens de specifieke anamnese en het lichamelijk onderzoek gericht te worden. In dit hoofdstuk worden van de meest voorkomende urologische problemen de anamnese en het lichamelijk onderzoek besproken, zodat je goed beslagen ten ijs komt wanneer een patiënt met urologische klachten gezien wordt in de kliniek.
K. Barwari, M. H. A. Westdorp
10. Gynaecologische anamnese en onderzoek
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden de gynaecologische anamnese en het gynaecologisch onderzoek besproken, waaronder het vaginaal toucher en het speculumonderzoek. Ook obstetrische aandachtspunten passeren de revue, aangezien deze vaak onmisbaar zijn voor een compleet beeld van de patiënte.
S. Schoenmakers
11. Seksuele anamnese
Samenvatting
De seksuele anamnese is voor artsen een onontbeerlijk onderdeel van de anamnese. Het is van belang om op een open manier te exploreren naar het seksueel functioneren van de patiënt(e). Dit hoofdstuk biedt enkele handvatten om gestructureerd een seksuele anamnese af te nemen.
S. Schoenmakers
12. Orthopedisch onderzoek
Samenvatting
Anamnese en lichamelijk onderzoek vormen samen een onmisbare en misschien wel de belangrijkste stap in het stellen van een (orthopedische) diagnose. Het orthopedisch onderzoek verloopt voor de verschillende gewrichten in grote lijnen hetzelfde, met voor de meeste gewrichten een aantal aanvullende specifieke functietests. Houd voor het standaardonderzoek de volgorde van minst naar meest invasieve onderzoek aan. Bij elke stap van het lichamelijk onderzoek geldt dat de aangedane zijde met de andere zijde moet worden vergeleken. Vraag bij twijfel over de uitvoering van een specifieke functietest altijd vooraf hulp aan de supervisor. Zo voorkom je onnodige schade aan het gewricht en pijn bij de patiënt.
P. A. D. van Dijk, C. N. van Dijk
13. Anamnese en lichamelijk onderzoek bij kinderen
Samenvatting
Kinderen verschillen in meerdere opzichten van volwassenen. Groei en ontwikkeling staan centraal en worden zeer dikwijls beïnvloed door de ziekte van het kind. Bij de anamnese zijn er specifieke aandachtspunten en kenmerkt de communicatie zich doordat vaak een deel of zelfs alle informatie wordt verkregen via de hetero-anamnese. De normaalwaardes van vitale parameters verschillen per leeftijdscategorie. Het lichamelijk onderzoek behoort net als de anamnese afgestemd te zijn op de leeftijdsgroep en kan screenend van aard zijn, zoals bij de pasgeborene, gericht op de klacht en/of gericht op de ontwikkeling, bijvoorbeeld van de puberteit.
I. de Vreede, S. E. S. Terpstra

Verslaglegging

Voorwerk
14. Verslaglegging
Samenvatting
De medische gegevens van een patiënt zijn opgeslagen in het elektronisch patiëntendossier. Tijdens een ziekte-episode wordt er op verschillende momenten nieuwe informatie verzameld en vastgelegd. De opnamenotitie fungeert als samenvatting van alle relevante informatie rond de opname. Aanvullend wordt tijdens het verdere beloop een algemene notitie geschreven van elk separaat contact met artsen, verpleegkundigen en andere betrokkenen. Een mondelinge overdracht beoogt luisteraars middels een kort en bondig verhaal op de hoogte te stellen van de actuele status van de patiënt. In geval van spoed kan de SBAR-methodiek uitkomst bieden om op systematische wijze (ʻsituation, background, assessment, recommendationʼ) snel, efficiënt en volledig informatie over te dragen. De (poli)klinische fase van de ziekte-episode wordt afgerond met een ontslagbrief. Deze dient als samenvatting van het beëindigde traject en wordt veelal gebruikt als overdrachtsdocument naar andere zorgverleners.
C. W. Choi, F. D. J. Inkelaar
15. Een recept schrijven
Samenvatting
Het invoeren van een recept in een elektronisch voorschrijfsysteem (EVS) is op zichzelf geen moeilijke taak. Wat meer denkwerk vergt, is bepalen waarom je een geneesmiddel gaat voorschrijven. Een goede hulp hierbij is het stappenplan dat in dit hoofdstuk wordt beschreven. Dit bestaat hier uit vijf stappen; in de literatuur vind je daarop allerlei variaties met vijf tot zeven stappen die op hetzelfde neerkomen.
R. P. Koopmans, C. W. J. Borghans, L. Remij

Aanvullende diagnostiek

Voorwerk
16. Bloed- en urinebepalingen
Samenvatting
Laboratoriumonderzoek van bloed, urine of ander lichaamsmateriaal kan van onschatbare waarde zijn bij diagnostiek, het controleren van orgaanfuncties en het volgen van het effect van therapie. Deze diagnostiek heeft de meeste waarde als er een concrete en gerichte vraagstelling is die in principe goed beantwoord kan worden door de aangevraagde laboratoriumtest. Ongericht of screenend 'routine'-onderzoek is slechts zelden zinvol. In dit hoofdstuk bespreken we de meest aangevraagde laboratoriumtests en hun plaats in de diagnostiek van verschillende aandoeningen.
M. Levi
17. Microbiologisch onderzoek
Samenvatting
Microbiologisch onderzoek is belangrijk voor het stellen van de infectiologische diagnose, het bepalen van de verwekker en de gevoeligheid voor antimicrobiële middelen. In dit hoofdstuk worden de verschillende methoden van diagnostiek – microscopie, kweek, serologie en moleculaire diagnostiek – besproken. Ten eerste komen de herpesvirussen en verwekkers van virale hepatitis en de diagnostiek daarnaar aan de orde. Vervolgens bespreken we wat de meest voorkomende infecties en verwekkers per tractus zijn. Als laatste zullen de bijzonder resistente micro-organismen worden behandeld.
J. M. van Hattem, A. J. G. Allemekinders
18. Medische beeldvorming
Samenvatting
Voor het beoordelen van een radiologisch onderzoek is het belangrijk dat je een aantal algemene kenmerken controleert. Hierna kan de tabel van het betreffende onderzoek stapsgewijs van boven naar beneden worden doorlopen om afwijkingen te achterhalen. Leer jezelf aan om dit elke keer volledig en op dezelfde manier te doen.
F. H. Berger, T. V. M. Bruijn
19. Een ECG lezen
Samenvatting
Het elektrocardiogram (ECG) is een belangrijk cardiologisch hulpmiddel waarmee op een eenvoudige en snelle manier diagnoses kunnen worden vastgesteld of uitgesloten. Het ECG is een grafische weergave van de elektrische activiteit van het hart. Dit hoofdstuk beschrijft hoe je op een systematische manier een ECG kunt beoordelen en interpreteren.
A. P. J. Klootwijk, M. Otten
20. Longfunctieonderzoek
Samenvatting
Longfunctieonderzoek speelt een belangrijke rol in de diagnostiek naar longziekten en bij het objectiveren en vervolgen van symptomen. Grofweg kunnen de meest voorkomende aandoeningen worden ingedeeld in twee categorieën: aandoeningen van restrictieve of obstructieve aard. Bij een restrictie is er simpelweg een te klein longvolume. Het spirogram is smal, waarbij de longvolumes te klein zijn. Er kan worden gedacht aan longfibrose, maar ook aan niet-parenchymateuze oorzaken zoals pleuravocht of een pneumectomie. Verdere differentiatie moet plaatsvinden op basis van de kliniek. Bij een obstructie is er sprake van een uitstroombelemmering van lucht. De obstructie wordt gekwantificeerd door middel van de Tiffeneau-waarde. Aan de hand van de volume-flow curve kan worden bepaald of de luchtwegobstructie hoog of laag is. Aan de hand van de FEV1-waarde kan de ernst van de obstructie worden bepaald. Afhankelijk van de reversibiliteit kan worden gedacht aan COPD of astma.
M. H. E. Reijers, N. Reuver

Capita selecta

Voorwerk
21. Algemene interne geneeskunde
Samenvatting
In dit hoofdstuk komen principes aan bod van de algemene interne geneeskunde, waaronder de vochtbalans en het daarmee samenhangende infuusbeleid en de correctie van elektrolytstoornissen. Verder worden het gebruik en het couperen van antistolling besproken. Tot slot wordt aandacht besteed aan voeding in het algemeen en worden specifieke voedingsadviezen gegeven bij vaak voorkomende klinische toestandsbeelden.
R. O. B. Gans
22. Chirurgie
Samenvatting
Na informatie over alle behandelmogelijkheden beslist een patiënt samen met de chirurg welke behandeling voor hem het best is nadat een zorgvuldige afweging in multidisciplinair overleg heeft plaatsgevonden. Wanneer het zover is, zal de ingreep plaatsvinden in het operatiecomplex. Een operatiekamer is een drukke plek waar veel mensen rondlopen, dus zorg ervoor dat duidelijk is wie jij bent en wat je komt doen. Probeer indien mogelijk bij de operatie aan tafel te staan. Zorg daarbij altijd voor een goede voorbereiding van de anatomie, de operatietechnieken en de voorgeschiedenis van de patiënt. Steriliteit is een van de belangrijkste pijlers van veilige chirurgie.
V. Jongkind, J. W. Smit
23. Anesthesiologie
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden de doelen en taken van het specialisme anesthesiologie met de uitstroomprofielen perioperatieve geneeskunde, intensive care geneeskunde en pijnbestrijding en palliatieve zorg kort besproken.
H. P. A. van Dongen, V. Bijkerk
24. Gynaecologie en verloskunde
Samenvatting
Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de tijdperken van de baring en de menstruele cyclus die gereguleerd worden door diverse hormonen. Tot slot wordt de richtlijn omtrent een vergeten pil besproken.
S. Schoenmakers
25. Kindergeneeskunde
Samenvatting
Kindergeneeskunde wordt gekenmerkt door groei en ontwikkeling vanaf de geboorte tot aan de jongvolwassen leeftijd. De voeding en suppleties moeten afgestemd zijn op de leeftijd van het kind. Het niveau van ontwikkeling van een jong kind kan worden vastgesteld aan de hand van de grove motoriek, de fijne motoriek, de adaptatie, contact/spraak/taal en het sociaal gedrag. De puberteit kenmerkt zich door de ontwikkeling van de gonaden en de inwendige en uitwendige geslachtsorganen en wordt weergegeven in zogenoemde Tanner-stadia. Daarnaast speelt preventie een belangrijke rol. Denk hierbij aan vaccinaties en de neonatale screening.
I. de Vreede, S. E. S. Terpstra
26. Advanced life support
Samenvatting
Bij de patiënt met een traumatisch of non-traumatisch acuut probleem moeten vele mogelijke diagnoses overwogen worden. Echter, het differentiëren hiervan kost tijd, en tijd is nu juist wat de vitaal bedreigde patiënt niet heeft. De klassieke benadering van zorgvuldige anamnese en lichamelijk onderzoek is onder acute omstandigheden niet de meest effectieve werkwijze. Toch is het mogelijk bij de acuut zieke patiënt in korte tijd de juiste diagnose te stellen en de juiste maatregelen te nemen. We gebruiken hiervoor de ABCDE-systematiek. Deze methodiek is eind jaren zeventig in de VS ontwikkeld in het kader van traumaopvang en is inmiddels in bijna alle lagen van de gezondheidszorg doorgedrongen. De afkorting ABCDE staat voor: Airway, Breathing, Circulation, Disability en Exposure. In dit hoofdstuk leggen we uit wat de ABCDE-systematiek inhoudt en hoe je je die eigen kunt maken.
H. A. H. Kaasjager, S. C. Frölke

Vaardigheden

Voorwerk
27. Infuus
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt de techniek van het plaatsen van een infuuscanule besproken.
H. P. A. van Dongen, V. Bijkerk
28. Arteriepunctie
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden kort het doel en de techniek van het uitvoeren van een arteriële punctie besproken.
H. P. A. van Dongen, V. Bijkerk
29. Catheter à demeure (CAD)
Samenvatting
Er bestaan verschillende soorten katheters om de blaas te ledigen of te spoelen. De bekendste katheter is een 2-weg verblijfskatheter met een ballon. Bij mannen kan soms een Tiemann-katheter gemakkelijker geplaatst worden door zijn specifieke vorm. Om een blaas te kunnen spoelen, kan een spoelkatheter gebruikt worden. Deze materialen worden in dit hoofdstuk besproken, alsmede de procedure van het plaatsen van een katheter, zowel bij mannen als bij vrouwen.
K. Barwari, M. H. A. Westdorp
30. Wondverzorging
Samenvatting
Bij de wondverzorging is het van belang om stapsgewijs te werken. Begin met het vaststellen van de ernst, de aard en het type letsel. Verricht vervolgens grondige exploratie en zorgvuldige reiniging. Denk aan adequate pijnstilling tijdens het gehele proces. Bij thermische letsels: gebruik de regel van 9 voor het bepalen van het aangedane oppervlak. Bij chemische letsels: denk aan de eigen veiligheid, het agens kan nog steeds schadelijk zijn. Daarbij is het van belang om het veroorzakende agens zo spoedig mogelijk te achterhalen. Bij mechanische letsels: sluit de wond primair tenzij er sprake is van infectie, een verhoogd risico op infectie of wanneer de wond ouder dan 24 uur is.
V. Jongkind, J. W. Smit
31. Hechten
Samenvatting
Hechten of lijmen van een acute wond is geïndiceerd wanneer het approximeren van de wondranden gewenst is. Contra-indicaties voor het primair sluiten van een wond zijn: verhoogd risico op of tekenen van infectie en wonden ouder dan 24 uur. De belangrijkste regels tijdens hechten zijn: atraumatisch werken en het voorkomen van (te veel) spanning op de weefsels. Er bestaan verschillende soorten hechtingen, de meest gebruikte zijn de transcutane en de intracutane hechting. Hechtmaterialen zijn er in alle soorten en maten, een belangrijk onderscheid is of het materiaal resorbeerbaar is of niet. Tevens wordt onderscheid gemaakt tussen monofiel (één draad) en gevlochten hechtdraad.
V. Jongkind, J. W. Smit
32. Gipsen
Samenvatting
Het doel van gipsimmobilisatie is het fixeren van een fractuur in een goede stand. Van de verschillende soorten gips worden het mineraal- en kunststofgips het meest gebruikt in de praktijk. Kunststofgips is sterker en minder zwaar dan mineraalgips, maar vereist meer expertise om goed aan te leggen. Denk bij het aanleggen van een gipsimmobilisatie aan het behouden van de gewenste stand voor het beste herstel. Geef duidelijke instructies mee aan de patiënt, zodat er contact wordt opgenomen met het ziekenhuis bij onvoldoende immobilisatie, stoornissen in sensibiliteit en/of in circulatie.
V. Jongkind, J. W. Smit

De positie van de coassistent

Voorwerk
33. De eerste kennismaking met de werkelijkheid van het coschap
Samenvatting
Een kennismaking met coschappen kan tal van emoties oproepen. Dit korte hoofdstuk geeft enkele handvatten om met de gevoelens van teleurstelling om te gaan waarmee iedere co in meer of mindere mate te maken krijgt. Uiteindelijk went de nieuwe rol van coassistent en zal de geneeskunde met plezier worden uitgeoefend.
S. A. Danner
34. De coassistent en de wet
Samenvatting
Een coassistent is nog geen afgestudeerde arts, maar kan toch al te maken krijgen met juridische regels die van belang zijn voor de arts-patiëntrelatie. Daarbij gaat het onder meer om de positie van de coassistent, de rechten van patiënten en bijzondere situaties (wilsonbekwame patiënten, dwang in de psychiatrie). Deze onderwerpen worden in dit hoofdstuk kort besproken.
J. Legemaate
35. Timemanagement
Samenvatting
Om een goede balans te houden in het werk, is het belangrijk om efficiënt en effectief te werken. Je kunt je daarbij richten op de dingen juist doen (efficiënt), maar ook de juiste dingen doen (effectief). Dit hoofdstuk bevat praktische tips om goed te plannen, met druk om te gaan en prioriteiten te stellen. Zo blijf je ʻin controlʼ van je werk en houd je het leuk.
T. L. Nolst Trenité

De co-informatiegids

Voorwerk
36. Internet voor de coassistent
Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van nuttige websites en mobiele apps voor tijdens de coschappen.
J. Savelkoel, J. M. J. van der Zande
37. Medische organisaties en verenigingen
Samenvatting
In dit hoofdstuk worden enkele medische organisaties en verenigingen besproken die elke coassistent zou moeten kennen.
J. Savelkoel, J. M. J. van der Zande
Nawerk
Meer informatie
Titel
Handboek voor de coassistent
Redacteuren
Prof. Dr. W.J. Wiersinga
Prof. Dr. M. Levi
Dr. B. Schimmer
J. Savelkoel
J.M.J. van der Zande
Copyright
2021
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Elektronisch ISBN
978-90-368-2503-0
Print ISBN
978-90-368-2502-3
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-368-2503-0