Halitose (slechte adem, foeter ex ore) is een vaak voorkomend probleem. De prevalentiecijfers variëren per meetmethode, omdat je niet goed zelf je adem kan ruiken. In een recent onderzoek werd aan 1.002 Nederlanders (>16 jaar) gevraaagd hoe zij de slechte ademgeur bij hun naasten hadden geroken. Door middel van objectieve meetmethoden wordt de prevalentie van halitose 10-30% geschat. Men heeft vastgesteld dat halitose even vaak voorkomt bij vrouwen als bij mannen.
×
Taak tandheelkundig professional
Het feit dat de mens zijn eigen ademgeur zelf niet betrouwbaar kan vaststellen houdt in dat iemand anders ons op halitose moet attenderen. Echter lijkt er een taboe te rusten iemand op halitose te wijzen. Het is de taak van de tandheelkundige professional om aan patiënten vragen te stellen over hun ademgeur en bijvoorbeeld tijdens een reguliere controle de ademgeur van patiënten te controleren.
Intraorale halitose
Bij de meeste halitosepatiënten is de oorzaak in de mondholte te vinden. De belangrijkste oorzaken voor intraorale halitose zijn tongbeslag, gingivitis en parodontitis.
Daarom is het in eerste instantie aan de tandheelkundige professionals om patiënten met halitoseklachten te diagnosticeren en te behandelen. Bacteriën in tongbeslag en plaque produceren vluchtige zwavelverbindingen, die hoofdzakelijk verantwoordelijk zijn voor de ademgeur bij intraorale halitose. Hierdoor richt de halitosebehandeling zich voornamelijk op het verwijderen van tongbeslag en supra- en subgingivale plaque.
Lees hier het volledige artikel 'Halitose in de tandartspraktijk', M.L. Laine >>
Gerelateerd
- Diabetes en mondgezondheid, nieuws 17/02/2015
- Kauwgom even effectief als flossen, nieuws 27/01/2015
- Verwijder meer biofilm, artikel TP
- Slechte adem wegschrapen, artikel TP
- Ademgeur, artikel Standby
- Spreekuur voor slechte adem, artikel Standby