Samenvatting
Inhoud – 1 Inleiding – 2 Cervixcarcinoom – 3 Tumoren van het corpus uteri – 4 Tumoren van het ovarium – 5 Tumoren van de tuba – 6 Tumoren van de vulva – 7 Tumoren van de vagina. – Bij radiotherapie van gynaecologische tumoren moet onderscheid gemaakt worden tussen de diverse organen. Endometriumcarcinoom komt het meest voor. De primaire behandeling is meestal operatie. Postoperatieve radiotherapie wordt afhankelijk van de risicofactoren gegeven en kan bestaan uit in- of uitwendige radiotherapie of een combinatie daarvan, soms samen met chemotherapie. Ook voor vulvacarcinoom is operatie de eerste keuze en wordt alleen bij risicofactoren postoperatief bestraald. Bij inoperabiliteit wordt primaire chemoradiatie gegeven. Cervixcarcinoom (afhankelijk van het stadium) en vaginacarcinoom worden behandeld met primaire (chemo)radiatie, waarbij brachytherapie een onmisbaar deel van de behandeling is. Postoperatieve (chemo)radiotherapie bij cervixcarcinoom wordt afhankelijk van de risicofactoren gegeven. Bij ovarium- en tubacarcinoom heeft radiotherapie alleen een rol in de palliatieve setting. Moderne radiotherapie bestaat uit meer conformele technieken: intensity modulated radiotherapy (IMRT) en volumetric modulated arc therapy (VMAT), en eventueel planadaptatie, met dagelijks online positieverificatie en 3D image-based brachytherapie.