4.4.1 Structuur van het consult
Een efficiënt consult in de gezondheidszorg kent een structurele opbouw. Structuur aanbrengen in een consult maakt het geheel beter begrijpelijk voor de patiënt, duidelijker voor de tandarts en is aanleiding voor een betere relatie en meer vertrouwen. Het meest gebruikte model voor een medisch consult is voorgesteld door Silverman et al. (
2013); het berust op evidentie en is aanvankelijk ontwikkeld voor de geneeskunde.
In dit model wordt duidelijk dat een consult verschillende fasen heeft (inleiding, informatie verzamelen, lichamelijk onderzoek, uitleg geven, afsluiten van het consult). Daarnaast is het belangrijk dat er veel aandacht aan de arts-patiëntrelatie besteed wordt en dat het geheel in een vorm is gegoten die de patiënt kan begrijpen. Dit model kan echter gemakkelijk aangepast worden aan de tandheelkunde en zal dezelfde voordelen bieden.
Een consult start met de voorbereiding en het eerste contact, waarbij de tandarts de contactreden duidelijk probeert te krijgen. Wat brengt deze patiënt naar het consult, wat is voor hem belangrijk, en wat verwacht hij van het consult enerzijds en de tandarts anderzijds?
Het verwerven van informatie, dat daar onmiddellijk op volgt, bestaat uit drie onderdelen, die afhankelijk van de context meer of minder aan bod zullen komen. Het is belangrijk om het perspectief van de patiënt te bevragen. Het zorgt er immers voor dat de tandarts een goed beeld heeft van de gevoeligheden van de patiënt en dat hij ermee rekening kan houden. Of dat hij de ideeën van de patiënt kan bijstellen indien ze niet correct zijn. Het is uiteraard belangrijk om het biomedische verhaal te horen en ook deze achtergrondinformatie kan verhelderend zijn voor de tandarts (bijv. ‘Mijn moeder was tandeloos op haar 50e, ik ben erg bang dat mij hetzelfde zal overkomen.’). Deze bevraging van het perspectief van de patiënt, wordt gevolgd door specifieke vragen over de klachten en een onderzoek van de mond.
De volgorde, eerst bevragen en daarna in de mond kijken, is belangrijk. Het is immers aangetoond dat het ogenblik waarop het medische aspect aan de orde is, patiënten minder bereid zijn om over hun beleving te praten. De redenen daarvoor zijn legio, de meeste patiënten willen de hulpverlener ‘niet lastigvallen met hun zorgen’. Voor de tandarts is deze volgorde nog belangrijker, omdat het voor de patiënt onmogelijk is om te praten gedurende het onderzoek van de mond. Na dit eerste onderzoek, zowel de bevraging als het klinisch-technisch onderzoek, volgt een nieuwe overlegfase. De tandarts deelt mee wat de resultaten van zijn onderzoek zijn, wat de mogelijkheden tot behandeling zijn en overlegt met de patiënt hierover (zie par. 4.4.2). Specifiek voor de tandheelkunde volgt dan meestal de behandeling. Na de behandeling volgt opnieuw een overlegfase waarbij uitleg gegeven wordt over de behandeling, de te verwachten neveneffecten en het verdere verloop. Het is van belang de patiënt gedurende het gehele consult als partner te zien; met andere woorden, hij kan de hulpverlener in de rede vallen, bedenkingen maken en vragen stellen. De tandarts moet daartoe de gelegenheid bieden.
Het is aangetoond dat een dergelijke structuur het consult ten goede komt en efficiënter maakt. Toch zijn er vaak vragen over het tijdsaspect. Kost het meer tijd om een consult op een dergelijk gestructureerde manier te doen? Het antwoord op deze vraag is tweeledig. In het algemeen en zeker als de tandarts overschakelt op dergelijk beleid is er sprake van een lichte toename van de tijd (een paar minuten). De patiënt is meer aan het woord, zodat de behandeling even stopgezet moet worden, enzovoort. Aan de andere kant zal de toename in tijd beperkt zijn, het is immers niet de bedoeling dat de patiënt zijn hele levensverhaal doet, alleen de aspecten in relatie tot het probleem komen aan de orde. Deze tijdsinvestering loont. Een patiënt die gewend is op deze manier bejegend te worden, heeft meestal zijn verhaal voorbereid en zal daarin zeer efficiënt te werk gaan. Onderzoek wijst immers uit dat patiënten respect hebben voor de drukke praktijk van de hulpverlener. Naast een efficiënter verloop van het consult, is het belangrijk om te vermelden dat de relatie tussen de tandarts en de patiënt hierdoor sterker wordt. Een patiënt die zich begrepen voelt en kan uitleggen wat voor hem belangrijk is, zal meer vertrouwen hebben in de tandarts. Onnodig te zeggen dat vertrouwen een rechtstreeks verband heeft met het verminderen van angst voor de behandelaar en de behandeling.
Is deze structuur bij alle patiënten toe te passen? Het antwoord op deze vraag is volmondig ‘ja’, in alle situaties. Het zal echter duidelijk zijn dat deze structuur in eenvoudige consulten in een mum van tijd kan worden doorlopen.