Skip to main content
Top
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap 6/2013

01-06-2013 | Nascholing

Doping in de huisartsen praktijk

Auteurs: Olivier de Hon, Bart Coumans

Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 6/2013

Log in om toegang te krijgen
share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Samenvatting

De Hon O, Coumans B. Doping in de huisartsenpraktijk. Huisarts Wet 2013;56(6):286-9.
Een meerderheid van de sporters gebruikt geen doping. Toch halen dopingverhalen vaak de krant, en dan betreft het meestal topsporters die in wedstrijden uitkomen. Het grootste aantal dopinggebruikers doet echter niet aan wedstrijdsport. Deze groep kan men aanduiden als ‘cosmetische sporters’. Zij sporten, en gebruiken, om een gespierder en/of slanker uiterlijk te verkrijgen. In absolute aantallen is deze groep het grootst: naar schatting 164.000 Nederlanders van 15 jaar en ouder hebben het afgelopen jaar ten minste eenmaal doping gebruikt, in de zin dat zij een illegaal geneesmiddel hebben gebruikt. Dit is 8,2% van de mensen die staan ingeschreven bij een fitnesscentrum. Dit gebruik gaat gepaard met aanzienlijke risico’s voor de gezondheid, al weten we niet hoe groot de exacte gezondheidsschade is die erdoor optreedt.
Een huisarts kan een belangrijke rol spelen in zowel de preventie als de behandeling van dopinggerelateerde problemen. Hierbij dient de arts ten eerste de dopinggebruikers te herkennen. Het is belangrijk te beseffen dat dopinggebruikers meestal uitgebreid op de hoogte zijn van de mogelijke risico’s van het gebruik, maar dat ze deze voor hen als minder belangrijk inschatten dan het doel: meer spiermassa en/of minder vetmassa. Doorverwijzing naar verschillende specialisten is mogelijk.
Literatuur
1.
go back to reference Stubbe JH, Chorus AMJ, Frank LE, De Hon O, Schermers P, Van der Heijden PGM. Prestatiebevorderende middelen bij fitnessbeoefenaars. Capelle aan den IJssel: Dopingautoriteit, 2009. Stubbe JH, Chorus AMJ, Frank LE, De Hon O, Schermers P, Van der Heijden PGM. Prestatiebevorderende middelen bij fitnessbeoefenaars. Capelle aan den IJssel: Dopingautoriteit, 2009.
2.
go back to reference Vogels T, Brugman E, Coumans B, Danz MJ, Hirasing RA, Van Kernebeek E. Lijf, sport en middelen. Een verkennend onderzoek naar het gebruik van prestatieverhogende middelen. Leiden: NIPG-TNO, 1994. Vogels T, Brugman E, Coumans B, Danz MJ, Hirasing RA, Van Kernebeek E. Lijf, sport en middelen. Een verkennend onderzoek naar het gebruik van prestatieverhogende middelen. Leiden: NIPG-TNO, 1994.
3.
go back to reference De Boer A, Van Haren SF, Hartgens F, De Boer D, Porsius AJ. Onderzoek naar het gebruik van prestatieverhogende middelen bij bodybuilders in Nederland. Rotterdam: NeCeDo, 1996. De Boer A, Van Haren SF, Hartgens F, De Boer D, Porsius AJ. Onderzoek naar het gebruik van prestatieverhogende middelen bij bodybuilders in Nederland. Rotterdam: NeCeDo, 1996.
4.
go back to reference Augé WK 2nd, Augé SM. Naturalistic observation of athletic drug-use patterns and behavior in professional-caliber bodybuilders. Subst Use Misuse 1999;34:217-49.PubMedCrossRef Augé WK 2nd, Augé SM. Naturalistic observation of athletic drug-use patterns and behavior in professional-caliber bodybuilders. Subst Use Misuse 1999;34:217-49.PubMedCrossRef
5.
go back to reference Yesalis CE (ed.). Anabolic steroids in sports and exercise. Champaign (Ill.): Human Kinetics Publishers; 2000. Yesalis CE (ed.). Anabolic steroids in sports and exercise. Champaign (Ill.): Human Kinetics Publishers; 2000.
6.
go back to reference Bahrke MS, Yesalis CE (eds). Performance-enhancing substances in sport and exercise. Champaign (Ill.): Human Kinetics Publishers, 2002. Bahrke MS, Yesalis CE (eds). Performance-enhancing substances in sport and exercise. Champaign (Ill.): Human Kinetics Publishers, 2002.
7.
go back to reference Detmar SB, Wiefferink CH, Vogels T, Paulussen TGWM. Sporters en sportschoolhouders over het gebruik van prestatieverhogende middelen in de sportschool. Capelle aan den IJssel: NeCeDo, 2003. Detmar SB, Wiefferink CH, Vogels T, Paulussen TGWM. Sporters en sportschoolhouders over het gebruik van prestatieverhogende middelen in de sportschool. Capelle aan den IJssel: NeCeDo, 2003.
8.
go back to reference Wassink H, Koert W, De Hon O, Coumans B, Palsma A. Doping: de nuchtere feiten. Capelle aan den IJssel/Nieuwegein: Dopingautoriteit/Arko Sports Media, 2013. Wassink H, Koert W, De Hon O, Coumans B, Palsma A. Doping: de nuchtere feiten. Capelle aan den IJssel/Nieuwegein: Dopingautoriteit/Arko Sports Media, 2013.
9.
go back to reference De Hon O, Coumans B. The continuing story of nutritional supplements and doping infractions. Br J Sports Med 2007;41:800-5.PubMedCrossRef De Hon O, Coumans B. The continuing story of nutritional supplements and doping infractions. Br J Sports Med 2007;41:800-5.PubMedCrossRef
10.
go back to reference De Hon O, Van Kleij R. Kwaliteit van illegale dopingmiddelen. Een inventarisatie van de kwaliteit van illegaal verhandelde dopinggeduide middelen en de gezondheidsrisico’s bij gebruik. Capelle aan den IJssel: NeCeDo, 2005. De Hon O, Van Kleij R. Kwaliteit van illegale dopingmiddelen. Een inventarisatie van de kwaliteit van illegaal verhandelde dopinggeduide middelen en de gezondheidsrisico’s bij gebruik. Capelle aan den IJssel: NeCeDo, 2005.
11.
go back to reference Llewellyn W. Anabolics. 10th ed. Jupiter (FL): Molecular Nutrition, 2011. Llewellyn W. Anabolics. 10th ed. Jupiter (FL): Molecular Nutrition, 2011.
12.
go back to reference Woerdeman J, De Hon O, Levi M, De Ronde W. Anabole androgene steroïden bij amateursporters in Nederland. Ned Tijdschr Geneeskd 2010;154:A2004. Woerdeman J, De Hon O, Levi M, De Ronde W. Anabole androgene steroïden bij amateursporters in Nederland. Ned Tijdschr Geneeskd 2010;154:A2004.
13.
go back to reference Gezondheidsraad. Dopinggebruik in de ongeorganiseerde sport. Den Haag: Gezondheidsraad, 2010. Gezondheidsraad. Dopinggebruik in de ongeorganiseerde sport. Den Haag: Gezondheidsraad, 2010.
14.
go back to reference Rodenburg G, Spijkerman R, Van den Eijnden R, Van de Mheen D. Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik 2005. Rotterdam: IVO, 2007. Rodenburg G, Spijkerman R, Van den Eijnden R, Van de Mheen D. Nationaal Prevalentie Onderzoek Middelengebruik 2005. Rotterdam: IVO, 2007.
15.
go back to reference Hartgens F, Rietjens G, Van Haren SF, Vogels T, Vrijman EN. Huisarts &; doping. Een onderzoek naar de aard en omvang van consulten over doping bij huisartsen en naar de kennis en attitude van huisartsen en doping. Rotterdam: NeCeDo, 1998. Hartgens F, Rietjens G, Van Haren SF, Vogels T, Vrijman EN. Huisarts &; doping. Een onderzoek naar de aard en omvang van consulten over doping bij huisartsen en naar de kennis en attitude van huisartsen en doping. Rotterdam: NeCeDo, 1998.
16.
go back to reference Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG). Richtlijnen voor artsen omtrent het sportmedisch handelen. Utrecht: VSG, 1995. Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG). Richtlijnen voor artsen omtrent het sportmedisch handelen. Utrecht: VSG, 1995.
Metagegevens
Titel
Doping in de huisartsen praktijk
Auteurs
Olivier de Hon
Bart Coumans
Publicatiedatum
01-06-2013
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
Gepubliceerd in
Huisarts en wetenschap / Uitgave 6/2013
Print ISSN: 0018-7070
Elektronisch ISSN: 1876-5912
DOI
https://doi.org/10.1007/s12445-013-0156-5

Andere artikelen Uitgave 6/2013

Huisarts en wetenschap 6/2013 Naar de uitgave

Huisartsenzorg in cijfers

Antibiotica voor mannen met cystitis

Kennistoets Antwoorden

Kennistoets: Antwoorden