01-01-2018 | Beschouwing
De (on)zin van screening op kindermishandeling
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 1/2018
Log in om toegang te krijgenSamenvatting
Kindermishandeling is een omvangrijk probleem, dat huisartsen op huisartsenposten vaak niet herkennen. Vroegtijdige signalering is echter belangrijk en daarom heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in 2011 besloten om het gebruik van een signaleringsinstrument voor kindermishandeling op huisartsenposten verplicht te stellen. Ons onderzoek op huisartsenposten laat zien dat de diagnostische waarde van het signaleringsinstrument SPUTOVAMO-R2 voor kindermishandeling zeer beperkt is. Wanneer de uitkomst positief is voor een vermoeden van kindermishandeling, kan dit maar bij 8% van de gevallen worden bevestigd. Tevens mist het instrument gevallen van kindermishandeling: het spoort maar twee van de honderd kinderen op die mishandeld worden. Een melding bij Veilig Thuis (VT) beschouwt men als gouden standaard omdat die uitkomst voor zowel positief als negatief gescreenden voorhanden is. De klinische standaard voor het vaststellen van kindermishandeling is het multidisciplinaire overleg. Deze uitkomst kon alleen bij de positieven bepaald worden en was bij 22% positief. Het instrument SPUTOVAMO kan helpen artsen bewuster te maken van de mogelijkheid van kindermishandeling, maar is niet geschikt als diagnostisch instrument.