01-10-2001 | Onderzoek
Continuïteit tijdens de waarneemdienst: de behoefte aan het medisch dossier
Gepubliceerd in: Huisarts en wetenschap | Uitgave 10/2001
Log in om toegang te krijgenAbstract Schers HJ, Giesen PHJ, Raes SA, Van den Hoogen HJM, Van den Bosch WJHM. Continuïteit tijdens de waarneemdienst; de behoefte aan het medisch dossier. Huisarts Wet 2001:44(10):412-8.
Doel Vaststellen hoe vaak en aan welke informatie uit het dossier huisartsen tijdens de waarneemdienst behoefte hebben. Exploreren van de invloed van het ontbreken ervan op het beleid.
Methode Observatie van arts-patiëntcontacten tijdens de dienst en registratie van voorkennis die aan bod kwam. Mondelinge afname van een vragenlijst bij de dienstdoende huisarts naar de behoefte aan het dossier. Telefonische afname van een vragenlijst bij de eigen huisarts.
Resultaten De dienstdoende huisarts had in 26% van de contacten behoefte aan het dossier, vooral aan informatie over vroegere ziekten, eerdere episodes van dezelfde klacht en chronische ziekten. Er was nauwelijks behoefte aan privacygevoelige informatie. De eigen huisartsen vonden voor 42% van de dienstcontacten voorkennis over de patiënt relevant. Deze kwam in de helft van de contacten niet ter sprake. Er was discrepantie tussen de behoefte aan voorkennis van de dienstdoende huisarts en de mate waarin de eigen huisarts deze relevant vond.
Conclusie Meer onderzoek is nodig naar de waarde van het kunnen beschikken over het dossier tijdens de dienst. Een mogelijkheid om privacygevoelige informatie in het dossier te scheiden van strikt medische informatie zou aanknopingspunten kunnen bieden om aan de behoefte van de dienstdoende huisarts tegemoet te komen.