01-11-2020 | voor de praktijk
Cognitieve achteruitgang door hersenletsel en veroudering
Auteurs:
Drs. Henk Lindeman, Prof. dr. Joukje van der Naalt
Gepubliceerd in:
TBV – Tijdschrift voor Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde
|
Uitgave 10/2020
Log in om toegang te krijgen
Extract
Niet-aangeboren hersenletsel (NAH) kan op relatief jonge leeftijd ontstaan. Volgens de hersenstichting (
www.hersenstichting.nl) worden jaarlijks 85.000 mensen met traumatisch hersenletsel (THL) gezien op de spoedeisende hulp, onder wie veel jongeren. Een kleinere groep van 45.000 patiënten krijgen andere vormen van NAH zoals een cerebrovasculair accident (CVA) of een subarachnoïdale bloeding (SAB). De ketenzorg voor de meeste vormen van NAH richt zich op herstel in de subacute fase meestal tot een jaar na het letsel. Na deze adaptatiefase wordt een nieuw evenwicht bereikt met stabilisatie van klachten.
1 Deze patiënten worden dan niet meer gevolgd in het medisch circuit. Een aanzienlijk deel van NAH-patiënten gaat weer loonvormende arbeid verrichten ondanks vaak aanhoudende klachten van vermoeidheid, geheugenproblemen, prikkelbaarheid en afgenomen flexibiliteit. Zij wenden hun cognitieve reserve en prefrontale hersencapaciteit aan om te blijven functioneren, bijvoorbeeld via aanpassingen in hun belastingniveau of het toepassen van bepaalde copingstrategieën.
2 …