Samenvatting
Een neurologische afwijking kan zich in verschillende systemen van het zenuwstelsel manifesteren. Na kort klinisch neurologisch onderzoek (plek van de aandoening) kan aanvullend laboratoriumonderzoek, radiodiagnostisch onderzoek en neurofysiologisch onderzoek worden gedaan. Bij een aantal neurologische aandoeningen kan intracraniële drukverhoging (met uiteindelijk inklemming) ontstaan. Bij trauma capitis zijn de GCS-score en de duur van de posttraumatische amnesie een maat voor de ernst van het schedel-hersenletsel. Eerste opvang en diagnostiek bij een beroerte zijn gericht op acute behandeling. Bij klinische verdenking van een subarachnoïdale bloeding moet altijd een CT-hersenscan worden gemaakt. Epilepsie wordt ingedeeld naar oorzaak en soort aanval (met of zonder bewustzijnsdaling); op de SEH is altijd evaluatie door een neuroloog nodig. Er is meestal een (spoed)behandelprotocol voor een gegeneraliseerde status epilepticus. Met liquoronderzoek kan men virale meningo-encefalitis onderscheiden van bacteriële meningitis. Meningokokkenmeningitis kan zeer ernstig verlopen (syndroom van Waterhouse-Friderichsen). Hersendode patiënten zijn een potentiële orgaandonor (bij intacte circulatie en kunstmatige ademhaling).