Skip to main content
Top

2012 | OriginalPaper | Hoofdstuk

1. Casus 20 – Antwoord

Auteurs : Prof. Dr. Jacqueline de Graaf, Prof. Dr. Anton F. H. Stalenhoef

Gepubliceerd in: Vasculaire geneeskunde in beeld

Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum

share
DELEN

Deel dit onderdeel of sectie (kopieer de link)

  • Optie A:
    Klik op de rechtermuisknop op de link en selecteer de optie “linkadres kopiëren”
  • Optie B:
    Deel de link per e-mail

Abstract

Diabetische (perifere, symmetrische) polyneuropathie, veelal kortweg aangeduid als neuropathie, is een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van een diabetisch voetulcus. Door neuropathie wordt pijn vanwege repeterende traumata en voetdeformiteiten minder goed waargenomen. Samenhangend met neuropathie bestaat er vaak een stijfheid in de kleine voetgewrichten (limited joint mobility). Op plaatsen van abnormale hoge druk en/of frictie ontstaat als beschermingsmechanisme eeltvorming. Gelokaliseerde eeltvorming bij patiënten met diabetes is vrijwel bewijzend voor het bestaan van neuropathie. Helaas neemt de lokale druk door dit eelt nog verder toe en uiteindelijk ontstaat er een hematoom met lokale necrose onder het eelt. De patiënt voelt dit meestal niet door het verlies van protectieve sensibiliteit. Door de verdere belasting kan het inmiddels met debris gevulde hematoom naar buiten openbreken, met als gevolg een ulcus dat grotendeels verborgen is onder een dikke laag eelt. Dit is bij de voet op figuur 20.1 het geval. De voet ziet niet bleek, er lijkt geen sprake van ischemie. Bovendien past eeltvorming niet bij ischemie. De teen is niet rood, er lijkt geen sprake van een infectie.
Metagegevens
Titel
Casus 20 – Antwoord
Auteurs
Prof. Dr. Jacqueline de Graaf
Prof. Dr. Anton F. H. Stalenhoef
Copyright
2012
Uitgeverij
Bohn Stafleu van Loghum
DOI
https://doi.org/10.1007/978-90-313-9159-2_60